Eerste Wereldoorlog en Nederland (4)

24 maart 2014 door Geert-Jan Laan
Eerste Wereldoorlog en Nederland (4)

Krijgsgevangenen, deserteurs, geïnterneerde soldaten; neutraal Nederland roeide met vreemde riemen

Tijdens de eerste Wereldoorlog kwamen niet alleen honderdduizenden burgers naar ons land, maar ook werden bij elkaar zo’n 36.400 militairen van de strijdende partijen in ons land geïnterneerd. Dat gebeurde op grond van een internationaal verdrag dat in 1905 in Den Haag was getekend.


Het is interessant te zien waar ze vandaan kwamen. Ruim dertigduizend Belgische soldaten, een kleine 1500 Duitsers, 1750 Britten, 8 Fransen en 4 Amerikanen. De Fransen en Amerikanen waren piloten die op Nederlands grondgebied een noodlanding hadden gemaakt. Ze werden apart ondergebracht.
De Belgen in Zeist, Oldebroek, Harderwijk, Zwolle, Nunspeet en Amersfoort. De Duitsers in Bergen bij Alkmaar. De Britten in Groningen.

Het interieur van een manschappenbarak in Groningen. In een dergelijke barak met een afmeting van 72 bij 17.50 meter leefden meer dan 500 Engelse militairen dicht op een gepakt.

Gruwelijk mis
Dat ging over het algemeen goed tot heel goed, maar soms ging het ook gruwelijk mis. Het ging heel goed in Groningen. Nadat ze wat gewend waren in de vreemde stad vermaakten de voormalige zeesoldaten zich uitstekend. Zij waren, slecht getraind en met onvoldoende wapens, door de toenmalige minister van Marine Winston Churchill in oktober 1914 naar Antwerpen gestuurd om de val van Antwerpen te voorkomen. Ook hijzelf vertoefde daar korte tijd om zich ‘aan het hoofd der troepen’ in te zetten maar werd door de Britse premier Asquith teruggehaald.
Ingesloten door de Duitsers kozen zij voor de vlucht naar Nederland en zo kwamen zij via Zeeuws Vlaanderen in Groningen terecht. In het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen is op dit ogenblik een interessante tentoonstelling onder de titel ‘Het Engelse Kamp’ over hun vierjarig verblijf.
De Britten gaven ook wat terug aan de gastvrije Groningers. Zij hadden drie eigen voetbalelftallen en speelden regelmatig tegen of soms met Groningse voetbalclubs. Op die manier kon de (nog steeds bestaande) voetbalclub Be Quick zelfs een keer Nederlands kampioen worden. Zij hadden ook een belangrijke rol bij de vorming van een Groningse Loge van de Vrijmetselarij.

Set van twee spiegelbeeldige fotolijstjes afkomstig uit het Engelse Kamp te Groningen met op de achterzijde met potlood in handschrift geschreven: 'Made by men of the R.N.D. interned in Groningen in Holland 1915'. Met dank aan: Nigel Engert - Engeland.

Cabaret
Maar het meeste succes hadden ze met een cabaretgroep die ze, met een knipoog naar hun houten barakken, de ‘Timbertown Follies’ hadden gedoopt. Het zal ongeveer in de stijl van de Britse serie ‘O moeder, wat is het heet’ zijn geweest. De mannen die vaak in vrouwenkleding optraden kregen soms huwelijksaanzoeken van toeschouwers.
Zij traden in heel Nederland op, zoals in Den Haag waarbij de opbrengst naar het Nederlandse Rode Kruis ging. Rond 1916 sloot Nederland met Engeland een verdrag waarbij de Britse kampbewoners per jaar enkele weken op vakantie naar Engeland mochten. Op erewoord retour en daar hielden ze zich strikt aan.
Met de Duitsers en de Belgen ging het soms behoorlijk mis. Zo kwamen op 3 december 1914 geïnterneerde Belgische soldaten in opstand tegen het slechte voedsel, de stank en de slechte hygiëne in hun kamp in Zeist.

Doden en gewonden
Zij gooiden met stenen naar de bewakende Nederlandse Marechaussees, die het vuur openden. Acht doden en acht gewonden waren het resultaat. Een onderzoek van de Nederlandse regering kwam tot de conclusie dat ,,het ingrijpen erger had voorkomen.” Een gevolg was wel dat de omstandigheden daarna verbeterde.

Het Collingwood kampioenselftal van de Engelse Kampcompetitie 1915/1916. In het midden op de achterste rij in de witte trui staat Arnold Birch de latere keeper van Sheffield Wednesday.

Een ander probleem was de Duitse groep. Ook daar waren klachten over het eten en de hygiëne. Onder de Duitse militairen waren vrij veel linkse deserteurs die door de overige Duitse militairen met de nek werden aangekeken. De Nederlandse regering wist dat wanneer deze deserteurs naar Duitsland zouden terugkeren, zij vrijwel zeker de kogel zouden krijgen.

Zakkenrollers
Bergen en het nabijgelegen Alkmaar kregen last van Duitse zakkenrollers. Ook kwamen er steeds meer overvallen op kappers en bakkerijen. De Nederlandse regering wantrouwde ook de linkse deserteurs die in hun eigen bladen ook de strijd tegen het internationale kapitalisme propageerden. Uiteindelijk werd streng opgetreden, maar de voedselvoorziening sterk verbeterd.

Nederland kreeg in de loop van de oorlog steeds meer moeite met zijn voedselvoorziening en de beschikbaarheid van kolen uit zowel Engeland als Duitsland. Daarover de volgende keer.

 

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.