Sportnota Rotterdam: 'Je schrikt je een hoedje'

De bezuinigingen op het gebied van Sport in het algemeen gaan door tot en met het jaar 2022!
Oh, dat is nog ver weg denkt de argeloze lezer wellicht. De eerste grote klappen vallen echter al de komende twee jaar.
In 2016 wordt er - we citeren - ,,…een nieuwe
Sportnota opgesteld, samen met partners in de stad, gericht op een
toekomstvaste en innovatieve sportinfrastructuur met een sterk netwerk
van sportaanbieders waarmee we gezamenlijk Rotterdammers blijven
stimuleren en faciliteren om te sporten en bewegen.’’
Ja echt waar, dát staat er in puur ambtelijke taal die niet te pruimen is. Voor een doorsnee Rotterdammer is dit niet te begrijpen. Afgezien van de stijlfouten in die veel te lange zin zijn we inmiddels wél twee jaar verder!
In de tussentijd heeft Rotterdam-Overschie een rauw, ongebakken koekje moeten slikken! Het college van B en W wil nl. alle gratis sport voor kinderen uit minimagezinnen al op 1 januari 2015 beëindigen. Zij (de minima) kunnen dan nog aankloppen bij het Jeugdsportfonds, dat overigens ook in andere deelgemeenten van kracht is. Ook kunnen zij extra raad en steun krijgen van Rotterdam Sportsupport, zo is ons verzekerd.
Al met al zijn de gemeentelijke plannen een keiharde klap in het gezicht van het project 'Overschie Sport Graag'!
En... wat te denken van de voorgenomen sluiting van het fraaie zwembad Schuttersveld in de deelgemeente Kralingen-Crooswijk. Ja, okay, Kralingen-Crooswijk heeft twee zwembaden. Het Oostelijk zwembad bestaat nog, maar ligt voor Crooswijks jongste jeugd 'mijlen-ver-lopen' weg. Bovendien is het erg lang gesloten geweest i.v.m. verbouwingen.
Nog een belangrijk feit: Het 'Oostelijk', zoals het in doorsnee Kralingen wordt genoemd, is veel kleiner dan het zwembad Schuttersveld. Er bestaat in Kralingen ook nog zoiets als een ‘deftig’ Buiten-Zwembad. Weliswaar is dit Kralings Zwembad slechts toegankelijk voor fors betalende leden, het ontlast het Oostelijk vooral in de zomermaanden van veel zwemliefhebbers in de open lucht. Ook de zwembaden in Pernis en Hoek van Holland vrezen voor hun toekomst.
Veel bla-bla
Dit zijn slechts enkele voorbeelden, die in de eerste bezuinigingsnota-op-korte-termijn niet worden genoemd. Met veel bla-bla wordt er gewezen op het belang van sport, van sporten en bewegen in een vitaal Rotterdam. Hoe leuk sport wel is voor het stimuleren van sociale en economische verbanden. Sport kan de gezondheid, de taalontwikkeling in onze stad, maar vooral het zo belangrijke imago van sportstad Rotterdam bevorderen. Een imago dat Rotterdam slechts heeft te danken aan vermeldingen in het buitenland.
Topsport, breedtesport en
sportonderwijs worden - volkomen onbegrijpelijk - over één kam
geschoren, maar gelukkig wordt er nog wel wat aandacht geschonken aan
'Lekker Fit', één van de pijlers in deelgemeenten met weinig
sportverenigingen. De nadruk ligt daarbij op kinderen en ouders met
overgewicht. Dit power-point wordt uitgevoerd onder kinderen op 94
basisscholen, slechts een fractie van alle scholen in Rotterdam.
Topsport
en breedtesport mogen niet over één kam worden geschoren. Topsport moet
zichzelf in stand houden door topsporters zoveel mogelijk te stimuleren
en gebruik te laten maken van al bestaande sportfaciliteiten. In de
breedtesport wordt daarentegen extra veel geld gepompt door de club of
vereniging zelf. Sportonderwijs, beslist niet onbelangrijk, hoort de
gemeente te leveren. Een enkele uitzondering daargelaten, zoals
bijvoorbeeld de eigen extra opleiding van Feyenoord.
Geen woord over sporten als tennis, judo, boksen, schaatsen, gymnastiek, honkbal, korfbal, volleybal, atletiek of hockey, etc. Die sportclubs moeten het zelf maar uitzoeken en proberen te overleven. Wél moeten er 24 schoolsportverenigingen zijn in 2018. Zij kunnen de eerste stap zijn richting een lidmaatschap van een sportclub naar keuze.
Oh
ja...voetbal, dat paradepaardje wordt zowaar wél genoemd. Uiteraard in
één adem met het Rotterdams heiligdom De Kuip. We citeren: ,,Het stadion
waar Feyenoord in voetbalt is én blijft een icoon voor en van de stad.
We steunen de ontwikkeling van een nieuw stadion op voorwaarde dat dit
bijdraagt aan de sociaal-maatschappelijke, economische en sportieve
ontwikkeling van Rotterdam (-Zuid) en de Sportcampus in het bijzonder.’’
Teleurgesteld
Ook Rotterdam Sportsupport reageert uiterst teleurgesteld op de lange-termijn plannen van de gemeente. Communicatieadviseur/mediavoorlichter Martin van Berkel vertelt: ,,Rotterdam investeert al meerdere jaren in sport. Waardevolle programma's waardoor veel Rotterdammers zijn gaan sporten zijn daardoor in de laatste jaren ontwikkeld. Meerdere van deze programma's zijn ook uitgerold buiten de stad. Als er dan toch moet worden gesneden binnen het sportbudget, is het van belang heel secuur te zijn met de programma's die hun waarde bewijzen voor de stad,’’ aldus Van Berkel.
Hij vervolgt: ,,Ondanks dat de stad bezuinigt op sport geeft de stad aan dat de activiteiten op het gebied van verenigingsondersteuning, breedtesport, jeugdsport en sport als middel de kern raken van het sportbeleid. Zij sluiten direct aan op ambities in het collegeakkoord. Natuurlijk is het vervelend dat de sportsector in de volle breedte een stapje terug moet doen, maar de ambities die het college heeft op het gebied van sport kunnen naar het zich nu laat aanzien overeind worden gehouden.’’
Tot slot benadrukt Martin van Berkel: ,,Rotterdam
Sportsupport blijft daarin vol overgave werken aan de kracht van
sportverenigingen en hun bijdrage aan een beter Rotterdam waaraan zoveel
mogelijk mensen sportief en maatschappelijk kunnen meedoen.’’
Hij ziet het dus niet zo zwart en somber in en daarom nog even terug naar de bezuinigingsplannen op heel lange termijn. Er staat ook één lichtpunt in dat er zijn mag. De gemeente bereidt een ‘bid’ voor op de Jeugd Olympische Spelen in 2022! Wanneer dat moet worden ingediend, staat er helaas niet bij. Het is echter wel een lichtpunt, waarop wij Rotterdammers supertrots moeten zijn, als die Jeugd Olympische Spelen tenminste binnengehaald worden. Nog twee kleinere lichtpuntjes: bij het (her)inrichten van de stad wordt gedacht aan een buitenruimte die uitnodigt tot sporten en bewegen, van wandelen tot free-runnen en van fietsen tot skaten. Waar die buitenruimte moet komen mag de tijd, die 'Joost' wordt genoemd, weten.
Toch houdt de gemeente een belangrijke slag om de arm door er de ondernemers in de cultuur- en sportsector bij te willen betrekken. Eén laatste citaat: ,,We gaan in gesprek met partijen in de stad met als doel te komen tot nieuwe financieringsvormen voor sport en cultuur, waarbij we rekening houden met de verschillen tussen die twee sectoren. Van de organisaties verwachten wij dat zij ondernemend zijn als het gaat om het genereren van meer eigen inkomsten, maar ook in het creëren van meer maatschappelijk rendement.’’
Kortom: De gemeente wil centen zien, heel veel centen van alle ondernemers die zich aangesproken voelen. Vitale sportverenigingen moeten op eigen benen kunnen staan en van hen wordt verwacht dat zij naar vermogen meer doen voor hun directe omgeving dan sport alleen.
Niet vitale sportverenigingen kunnen als laatste strohalm aankloppen bij Rotterdam Sportsupport of anders in de Rotte verzuipen.