Onze pensioenen worden stabieler

08 november 2015 door Hans Roodenburg
Onze pensioenen worden stabieler
De pensioenen en vooral het niet indexeren blijven de oudere lezers bezig houden. Vanaf 1 juli zijn er strengere regels gekomen voor alle Nederlandse pensioenfondsen. De wettelijke maatregelen regelen dat verhogingen (indexeringen) moeilijker zijn geworden.

Daar staat tegenover dat eventuele financiële tegenvallers (vooral op rentegebied en in beleggingen) over een langere periode gespreid kunnen worden.

Minder schommeling
Het gevolg is dat pensioenen waarschijnlijk minder schommelen en stabieler zullen zijn. Dat zou zelfs een langere periode kunnen inhouden van niet indexeren of in sommige gevallen zelfs verlagingen, waarmee overigens enkele pensioenfondsleden tijdens de economische crisis al zijn geconfronteerd.
Dat gevaar op verlagingen van pensioenen (met enkele procenten) is, nu de economie weer aantrekt, vrijwel voorbij. Maar wat niet is, kan nog komen!
Een probleem wordt wel de lage rente waardoor pensioenfondsen een hogere dekkingsgraad moeten aanhouden die ‘bepaalt’ of er in de toekomst nog geld genoeg is om de dan gepensioneerden uit te betalen.

Een probleem wordt wel de lage rente waardoor pensioenfondsen een hogere dekkingsgraad moeten aanhouden die ‘bepaalt’ of er in de toekomst nog geld genoeg is om de dan gepensioneerden uit te betalen.Beleggingen
Als de groei van het eigen vermogen niet hoog genoeg is door bijvoorbeeld slechte resultaten dankzij verkeerde beleggingen dan heeft het pensioenfonds nog twee maatregelen te nemen:
- De pensioenen niet of niet helemaal indexeren waarbij beseft moet worden dat nog werkenden en gepensioneerden gelijk moeten worden behandeld.
- Als het echt niet anders kan, de pensioenen verlagen en een tijdelijk extra premie van 2,5 procent heffen aan de premiebetalers. In de afgelopen jaren is dat gebeurd bij enkele van de ongeveer 350 pensioenfondsen in Nederland.
Veruit de meeste pensioenfondsen zouden graag zien dat een pensioen meegroeit met de lonen in de sector (CAO-verhogingen). Die garantie is echter niet meer te geven zoals velen hebben ondervonden. De nieuwe regels maken dat nog lastiger.

Gelijk
De nogal eenzijdig gerichte ouderen, die menen dat de huidige jonge generaties maar voor hun uitbetaalde pensioen moeten bloeden, beseffen nauwelijks dat een ieder – gepensioneerd, werknemer of zogenoemde ‘slaper’- in het betreffende pensioenfonds even gelijk wordt behandeld.
Als er geen indexatie van ingegane pensioenen mogelijk is, dan hebben de jongere werkenden daarmee ook te maken. Zij en hun werkgever betalen dan wel meer premie over het deel van hun loon dat cao-matig hoger is vastgesteld. Inkomsten dus voor een pensioenfonds waarmee hun pensioen later hoger kan worden opgebouwd.
Het is eerlijk geregeld in pensioenland Nederland. De nieuwe wettelijke regels van de overheid proberen dat strakker vast te leggen. De afgelopen jaren waren er dan ook discussies hoe het nóg eerlijker en redelijker kan. Deze procedures vergen bij de pensioenfondsen en in de politiek enorm veel tijd (en kosten).

De vrijstelling van belasting in box 3 wordt in 2017 verhoogd naar 25.000 euro per persoon.Box 3
Niet onbelangrijk voor ouderen die over wat spaargeld (de derde trap in het pensioenstelsel) beschikken is dat vanaf 2017 de belastingheffing in box 3 wordt aangepast als de Tweede en Eerste Kamer daarmee akkoord gaat. Dat wordt overigens wel verwacht.
De vrijstelling van belasting in box 3 wordt verhoogd in 2017 (voor het eerst) van thans 21.139 euro (op peildatum 1 januari 2014) tot 25.000 euro per persoon (voor partners in één huishouden dus het dubbele).
Betaalt men thans nog uiteindelijk 1,2 procent belasting boven de vrijstelling, in het jaar 2017 wordt dat tarief 0,87 procent in box 3 tot een tegoed van 100.000 euro. Ook weer op basis van een fictief rendement.
Op zichzelf lijkt dat niet zoveel, maar vooral de hogere vrijstelling levert de spaarrekeningen (vooral van ouderen?) aardig wat op. Ten opzichte van 2014 is dat een belastingvoordeeltje van ruim 46 euro per persoon per jaar. Voor een echtpaar het dubbele.

Veel vermogen
De mensen die over heel hoge vermogens beschikken - en die vaak beleggen en waarin op langere termijn altijd veel betere rendementen worden behaald als met sparen – worden natuurlijk vanaf 2017 wel iets ‘gepakt’.
Voor de vermogens van 100.000 tot 1 miljoen euro is hun heffing in box 3 ruim 1,4 procent. Iets meer dus dan de thans 1,2 procent. Voor vermogens boven de 1 miljoen (wie heeft dat?) komt een belastingheffing van 1,65 procent. Dat is 0,45 procent méér dan thans. Ofwel 4500 euro méér per jaar voor iemand die een bezit heeft in Nederland van 1 miljoen euro. Als je zoveel bezit, lijkt ons dat geen enkel probleem.
Er zijn al stemmen opgegaan dat dit kapitaalvlucht tot gevolg zal hebben van de topvermogens. Maar wij denken daar heel anders over. Waarom zouden de echte miljonairs dat doen als zij nu ook al die mogelijkheden hebben?
Moet je voor een besparing van 450.000 euro in de belastingsfeer bij een vermogen van 100 miljoen euro – er zullen weinigen zijn in Nederland die dat hebben - vanaf 2017 alle risico’s gaan nemen in een ver land? Want door het groeiend aantal belastingverdragen kunnen ze alleen veilig in exotische landen terecht.

Voor de liefhebbers: de verschuivingen van hoge vermogens in Nederland naar spaarders wordt geschat op ongeveer 100 miljoen euro.
De belastingvrije schenking voor het eigen huis of voor studie die voor kinderen (18-40 jaar) thans nog 52.000 euro bedraagt, wordt verhoogd naar 100.000 euro voor iedere ontvanger. Overigens ook per 2017 en onder de voorwaarde dat Eerste en Tweede Kamer daarmee akkoord gaan.

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.