In den beginne was het woord

Dinsdagavond 30 mei opende in de Schouwburg voor de 48e maal het dichterfestival Poetry International Festival Rotterdam. 'Ik' is thema van dit festival . Bas Kwakman legde het in zijn openingswoord zo uit. Hij vertelt over zichzelf. Zijn ouders leerden Aap, Noot Mies. De eerste woorden die hijzelf op school leerde leerde waren Boom, Roos, Vis. Zijn dochter kreeg pas op school een te downloaden i-book, een 'Ik'-boekje mee. Het tweede woord dat ze leerde was 'cloud'.
Wat Kwakman daarmee zegt is dat niet alleen de taal maar ook de manier waarop die van jongsafaan mensen vormt heel hard aan het veranderen zijn. Ze zijn beide in dezelfde stroomversnelling terecht gekomen waar 'wij' met zijn allen in zitten. De stroomversnelling die gevormd wordt door de nieuwe internetmedia en door global-local tegenstellingen in een nog jonge en gevaarlijke multipolaire wereld. 'Ik' gaat dus ergens over.
Cees Nooteboom is één van de schrijver dichters -Ilja Leonard Pfeijffer een ander- die deel uit maken van de poëzie talkshows die parallel aan het dichtersprogramma van Poetry International Rotterdam gepresenteerd worden. Het is hen toevertrouwt dat ze het festival stevig buiten de oevers van hun 'ík' laten gaan.
Hierboven: Volstromende Poetrygangers in de foyer van het Schouwburgtheater. (Foto: Rinus Vuik)
Opening Night
Intussen is de openingsavond van Poetry International per definitie een dichterlijke variétéshow. Iedere dichter heeft zijn eigen presentatie , brengt letterlijk en figuurlijk zijn eigen stem mee. Zo ook deze 48e editie.
Anne Kawala (1980) vergast de toeschouwer op een zo voelt het nergens in toom gehouden litanie van woorden die met koorts en hartstocht de zaal in geslingerd worden. De voordracht en de inhoud zijn hetzelfde in andere vorm, het gedicht gaat over passie en lust, die als het al niet de hare was dat wel wordt door haar vuur.
Hierboven: De ‘sfinx’ Poetry directeur Bas Kwakman na zijn humorvolle en literaire openingswoord voor deze 48e Poetry International. (Foto: Rinus Vuik)
Ook de gedichten van alle andere dichters deze avond gaan over henzelf. Lichtvoetig danst Roberto Amato door alle identiteiten van zijn personages heen die telkens weer verdwijnen. De Jamaicaan Hutchinson doet met zijn epische gedicht 'De Ark van Scratch'om de nieuwe wereld - hij woont in de Verenigde Staten - te verenigen met de oude Caraibische wereld waar hij vandaan komt. Bij de Chinese dichter Zhu Zhu gaat het over de (bijna-) onmogelijkheid om zijn 'ik' te vangen. Zijn gedicht in deze arena heet 'De zee in mij'. 'Die zee heeft geen uitweg' begint het. Het is een zee die gaten slaat, zich met geweld overal doorheen wurmt en die toch steeds stiller wordt: 'hoewel hij vaak niet meer te horen is de zee in mij, weet ik dat hij nog bestaat' .
Dumitru Crudu maakt de avond tot een personage die zich vermaakt met hen die alleen zijn en lijden. Hannah van Binsbergen vertelt in haar gedicht over de auto van haar buurman die in haar slaapkamer staat. Indruk maken ook Mookie Katigbak Lacuesta die zelf ontstaat en weer verdwijnt in de regels die ze zelf schrijft. En over die dood had dichter Zang Di een mooi gedicht, tenminste zo kan je het lezen 'jouw hardnekkigheid is zo zwart' want de titel gaat over iets anders.
Hierboven: Te zien in de foyer op een groot scherm voor de talrijke gasten die niet meer konden worden geplaatst in de overvolle Schouwburgzaal. (Foto: Rinus Vuik)
Wat ontbreekt zijn de obers die wat lucht rondbrengen (De drankjes komen later wel). Wat bleef zijn fragmenten van zinnen. Er zaten gedenkwaardige bij: 'mijn hoofd duizelt [...] maar ook dat van u zie ik nergens tussen het wit van uw kraag'(Roberto Amato). ''Vuistgevechten bezitten de puurheid van een kinderlied (Hannah van Binsbergen). ''Ik is een kudde die golvend voortbeweegt '(Marianne Morris). Het zijn kleine grepen uit het openingsritueel.
En de rest
Cees Nooteboom die bij de opening afwezig is en die de volgende dag acte de présence zal geven, staat met het gedicht 'Aas' in de openingsbundel. Zijn gedicht begint zo:
Poëzie kan nooit over mij gaan,
noch ik over Poëzie.
Ik ben alleen, het gedicht is alleen,
en de rest van wormen.
Ik stond aan de straten waar de woorden wonen,
Het lijkt in een oogopslag heel even haaks op het ik-thema te staan. Maar juist die haakse hoek verbindt het. Om het te zien moet je de werkelijkheid even kantelen. Dichten en gedichten lezen zijn een goeie oefening in kantelen.
Hij beschrijft verder hoe er nooit een eind komt aan zijn verslaving aan gedichten.
Hierboven: Een beginnende, haast afgeladen, Schouwburgzaal. (Foto: Rinus Vuik)
Zo jagen ook dit jaar meer dan 20 dichters uit alle hoeken van de wereld gevleugelde beelden en zinnen via de toeschouwers alle hoeken van de stad in. Misschien strijken ze langs de gevels, misschien dwarrelt er alleen maar her of der een zinnetje of strofe neer. In den beginne was het woord en veel woorden uit het verleden gaan een stuk langer mee dan het steen waarop ze gebeiteld waren.
Bas Kwakman begon zijn openingstoespraak toepasselijk over zichzelf: 'Ik kale blanke hetero, 50+, redelijk welgesteld, linkse intellectueel met een eenzijdige, culturele focus'. Je kan het zien als aardige zelfspot, je kan het zien als gift aan neo-rechtse criticasters, maar je kan het ook zien worden als het vermogen om jezelf in perspectief te plaatsen, in verhouding tot de samenleving waar je deel van uit maakt.
Ook over dat soort dingen gaat het 'ik'. In de poëzie en in deze stad.
De 48e editie van Poetry International wordt tot en met zondag 4 juni vervolgd in het Ro Theater aan de William Boothlaan en op verschillende andere locaties in het Witte de With Kwartier.
Meer info: http://www.poetryinternationalweb.net/pi/pif2017/festival/current_festival/nl daar leest u ook alle gedichten van het festival en is een link naar de livestream
Hierboven: Bas Kwakman tijdens zijn openingsspeech en met op de achtergrond alle deelnemende dichters. (Foto: Rinus Vuik)