Waarde landbouwexport was bijna 5 procent meer

In 2024 heeft Nederland voor 128,9 miljard euro aan landbouwgoederen uitgevoerd. Dat is 4,8 procent meer dan in 2023. Dat melden Wageningen Social & Economic Research en het CBS op basis van gezamenlijk onderzoek in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).
Ten dele dankzij inflatie
De waardegroei van de landbouwexport is vooral het gevolg van een verdere prijsstijging in 2024. De landbouwexportwaarde is, in mindere mate, ook toegenomen door een groter exportvolume van landbouwgoederen.
De Nederlandse economie heeft in 2024 naar schatting afgerond 47,4 miljard euro verdiend aan de export van landbouwgoederen (ruim 4 procent hoger dan in 2023), waarvan42,3 miljard euro dankzij de export van Nederlandse makelij en5,2 miljard euro dankzij de wederuitvoer van landbouwgoederen die in het buitenland geproduceerd zijn.
Sterke groei export naar Duitsland
Traditiegetrouw is Duitsland de belangrijkste afnemer van landbouwgoederen uit Nederland. In 2024 ging 25 procent van de landbouwexport naar Duitsland, en dat is iets meer dan in 2023 (toen 24 procent). De Nederlandse landbouwexport naar Duitsland is in 2024 met 8,5 procent in waarde toegenomen. Dat was een grotere procentuele groei dan naar de bestemmingen die volgen op Duitsland: de export naar België groeide met ruim 6 procent, naar Frankrijk met bijna 2 procent, en naar het Verenigd Koninkrijk was er een minimale groei van 0,3 procent.
Polen is procentueel gezien de grootste groeimarkt in de top tien van bestemmingen, met een groei van de landbouwexport met 13 procent in 2024. Ook de export naar Spanje (met 7 procent) en naar de VS (met 9 procent) kende een forse waardegroei. Naar al deze landen is de export van cacaobereidingen sterk toegenomen in waarde. Verder ging er ook meer sierteelt naar Polen, vlees naar Spanje, en natuurlijke vetten/oliën en dranken naar de Verenigde Staten.
De landbouwexport naar China is in 2024 juist met 12 procent afgenomen. Dat heeft vooral te maken met een teruglopende vraag naar Nederlands babymelkpoeder en Nederlands varkensvlees, door onder andere een toename van de productie in China zelf.