Tweede Kamer besprak bij Algemene Beschouwingen herdenking aanval 7 oktober
Bij de Algemene beschouwingen op 19 september kwam de situatie rond Gaza en Israël ter sprake. Hier een fragment daaruit.
Minister Schoof:
De heer Stoffer vroeg hoe het kabinet 7 oktober gaat herdenken. De verschrikkelijke gebeurtenissen van 7 oktober vorig jaar zullen natuurlijk primair worden herdacht in Israël, maar het kabinet zal daar in Nederland ook op gepaste wijze bij stilstaan en de aanslag herdenken. Ik zal ook zelf bij de officiële herdenking, georganiseerd door de Israëlische ambassade en het Centraal Joods Overleg, aanwezig zijn.
De heer Stoffer vroeg ook naar de stand van zaken van het onderzoek naar de verplaatsing van de ambassade naar Jeruzalem. Het zal u niet verbazen dat dat onderzoek nog niet is afgerond. Te gelegener tijd, zodra het onderzoek er wél ligt, zullen we u dat laten weten. De minister van Buitenlandse Zaken heeft dat volgens mij vrij recent in het commissiedebat AVVN nog uitgelegd.
De heer Jetten vroeg: het kan toch niet zo zijn dat het kabinet stil blijft bij nieuwe dodelijke aanvallen op onschuldige Palestijnen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever? Het kabinet onderstreept de noodzaak om te komen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. De minister van Buitenlandse Zaken en ik hebben dat meerdere keren, ook in de contacten die we hadden met onze Israëlische collega's. Dat is van belang voor de gegijzelden, voor de verbetering van de catastrofale humanitaire situatie in Gaza en ook voor het komen tot een duurzaam staken van de gewelddadigheden. Het zal daarnaast ook bijdragen aan de-escalatie van regionale spanningen. De minister van Buitenlandse Zaken zet zich hier diplomatiek zeer actief voor in en zal dat ook blijven doen.
De voorzitter:
Gaat u nog meer dingen zeggen over Israël en Gaza?
Minister Schoof:
Even kijken. Ja. De heer Van Baarle vroeg: blijft Nederland het criminele Israëlische regime steunen? In het regeerprogramma staat dat het kabinet het bestaan en de veiligheid van de staat Israël steunt. Israël heeft het recht op zelfverdediging, waarbij we steeds benadrukken dat het natuurlijk binnen de kaders van het internationale recht moet zijn. Nederland blijft streven naar een duurzame oplossing die door beide partijen wordt gedragen, waarbij de tweestatenoplossing het uitgangspunt blijft.
Mevrouw Ouwehand(PvdD):
Ah, oké. Dus er is een Internationaal Gerechtshof en een kabinet dat netjes op papier heeft geschreven: wij houden ons aan de internationale rechtsorde. Dat schrijft netjes op papier: nee hoor, we willen heus een staakt-het-vuren en we willen heus een tweestatenoplossing. Maar als het erop aankomt, dan zegt dit kabinet: nee, we gaan natuurlijk niet echt gezamenlijk met de internationale gemeenschap er werk van maken dat er druk komt op Israël; we gaan even koffiedrinken met Netanyahu en zeggen "we zouden het eigenlijk wel fijner vinden als je dat niet meer doet". We hebben al gezien dat dat geen enkel deukje in welk pak boter dan ook slaat, en het kabinet gaat er gewoon mee door. Zeg dan eerlijk: het kan ons geen hol schelen, want het zijn maar Palestijnen. Zeg dat dan!
Minister Schoof:
Dit zijn karikaturen en ik verzet me tegen de woorden die zojuist zijn gebezigd.
Mevrouw Van der Plas(BBB):
Ik wil even naar 7 oktober van vorig jaar gaan, naar de dag waarop Hamasterroristen op een afschuwelijke manier onschuldige mensen afslachtten. We hebben de gruwelijke beelden daarvan gezien. Op 7 oktober is daar een herdenking voor. Ik begreep net dat de minister-president zei dat hij daar ook bij aanwezig zal zijn. Daar ben ik heel erg blij om. Het is, denk ik, een heel goed signaal richting de Joodse gemeenschap in Nederland dat onze minister-president daarbij is. Een tijdje geleden heb ik een motie ingediend. Die is inmiddels vervallen. Ik heb die expres niet opnieuw ingediend, omdat ik hier de vraag wilde stellen wat wij eventueel doen met een vlag op 7 oktober als steun aan de slachtoffers die daar zijn gevallen, hun nabestaanden en de Joodse gemeenschap als geheel. Ik meen me te herinneren dat er op 7 oktober vorig jaar bij Algemene Zaken een Israëlische vlag was gehesen door de minister-president. Mijn vraag is eigenlijk: wat gaan we nu doen? Komt er Israëlische vlag bij de Tweede Kamer of bij Algemene Zaken? Of kunnen we overheden oproepen om een Israëlische vlag te hijsen? Hoe staat de minister-president daarin?
Minister Schoof:
Daags na de vreselijke aanslag op 7 oktober vorig jaar is inderdaad op een aantal overheidsgebouwen de vlag gehesen. Ik kan me ook herinneren dat op het gebouw waar ik toen werkte de Israëlische vlag gehesen is. Ik snap de vraag heel goed. Ik snap uw motie ook. Tegelijkertijd kennen we eigenlijk geen vlaginstructie voor dit soort zaken. Dat klinkt misschien heel flauw. Wij gaan niet over internationale vlaggen. Heel eerlijk gezegd, hoewel ik ook wel weer sympathie ervoor heb, zullen wij geen oproep doen om een Israëlische vlag te hijsen op overheidsgebouwen. In de directe nasleep konden we dat zeer goed begrijpen, maar als we dit nu gaan doen, werpen we voor onszelf de vraag op: hoelang blijven we dat dan doen? Onder welke volgende omstandigheden doen we dat dan? Het gebaar dat we vorig jaar daags na 7 oktober hebben gemaakt, werd zeer gewaardeerd en was volgens mij belangrijk. Iedereen die het de komende periode wil doen, moet dat natuurlijk doen, maar als kabinet zullen we geen oproep doen.