In 2024 herstelt de economie weer, vooral door de hogere bestedingen van de overheid. Dat zegt de DNB in haar najaarsraming. Daarnaast zien huishoudens hun reëel beschikbare inkomen gemiddeld weer wat toenemen door de loongroei, die hoger ligt dan de gestaag afnemende inflatie. Ook koopkrachtmaatregelen ondersteunen de consumptie van huishoudens. In 2025 trekt de economische groei verder aan, grotendeels door de binnenlandse bestedingen. De wereldhandelsgroei blijft echter laag, zodat de uitvoer slechts heel beperkt groeit.
Alternatief scenario
In een alternatief scenario bij de raming zijn de effecten op de Nederlandse economie gesimuleerd van een verdere terugval van de wereldeconomie door toenemende wereldwijde onzekerheid en geopolitieke spanningen.
Afname inflatie
Na de uitzonderlijk hoge inflatie in 2022 (11,6%), komt de HICP-inflatie in 2023 naar verwachting aanzienlijk lager uit (4,1%). Naast de afnemende economische activiteit, komt dit door de sterk gedaalde energieprijzen. In 2024 neemt de geraamde inflatie verder af tot 2,9% en aan het eind van 2025 komt de inflatie naar verwachting weer onder 2% (gemiddeld: 2,2%). Ook de kerninflatie, zonder energie en voeding, gaat beduidend omlaag
Dat de geraamde inflatie nog enige tijd boven de 2% ligt, hangt samen met de overspannen economie en de krapte op de arbeidsmarkt. De arbeidskosten nemen fors toe, wat de daling van de inflatie vertraagt. De werkloosheid loopt slechts langzaam op (naar ruim 4% in 2025), terwijl de reële lonen stijgen en het aandeel van werkenden in het nationaal inkomen (de aiq) weer toeneemt.
Het begrotingstekort van de overheid komt in 2023 niet boven de 1% bbp, maar loopt in 2024 en 2025 op tot bijna 3% bbp, mede door de hogere rentelasten. De schuldquote daalt eerst nog, maar gaat vanaf 2025 weer omhoog.
Nederland is als kleine open economie sterk afhankelijk van internationale handel en economische ontwikkelingen in het buitenland.
Beleidsaanbevelingen DNB
De Nederlandse economie heeft zich veerkrachtig getoond tijdens de recente schokken vanuit de coronapandemie en de energiecrisis. Economische schokken zullen zich in de toekomst blijven voordoen en gezien de oplopende internationale spanning en onzekerheid zijn er ook voor deze raming risico’s vanuit het buitenland. Binnenlands zijn er belangrijke maatschappelijke uitdagingen, zoals de energietransitie en toenemende zorgvraag vanwege vergrijzing. Om die het hoofd te kunnen bieden is een sterke economie van groot belang, zodat schokken beter zijn op te vangen, wat de economische zekerheid voor burgers en bedrijven vergroot.
Veerkracht economie versterken
1. Hanteer begrotingsdiscipline om de schokbestendigheid van de overheidsfinanciën te vergroten.
Door voldoende financiële buffers kon de overheid de schokken van de pandemie en de energiecrisis het hoofd bieden. De schuldquote is de afgelopen jaren beperkt gebleven door de forse stijging van het nominale bbp, mede door de hoge inflatie. Nu de inflatie daalt en de begrotingstekorten groter worden, kan de schuldquote echter snel toenemen. Op de middellange termijn zal de schuldquote bovendien verder oplopen door de stijgende kosten van vergrijzing, zorg en klimaatverandering.
Zonder aanvullend beleid loopt het begrotingstekort in 2025 tot 2,9% bbp (en volgens de studiegroep begrotingsruimte tot 3,6% bbp aan het einde van de komende kabinetsperiode).
In lijn met de Studiegroep Begrotingsruimte is het wenselijk om het tekort aan het einde van de nieuwe kabinetsperiode te beperken tot 2% bbp. 1 Hierdoor kan het trendmatig begrotingsbeleid haar werk doen om schokken op te vangen en hoeft de overheid bij tegenvallers minder snel koers te wijzigen. Dit geeft rust in de besluitvorming en leidt tot stabieler beleid.
Het beperken van het tekort betekent dat de overheid keuzes moet maken in de begroting; niet alles kan tegelijk. Behalve naar het beperken van de uitgaven kan de overheid ook kijken naar het verhogen van de inkomsten. Het afbouwen van ondoelmatige fiscale voordelen is daarbij een logische route. Een verhoging van de lasten op arbeid is vanwege de tekorten op de arbeidsmarkt niet wenselijk, omdat dat het aanbod van arbeid schaadt.
2. Weeg de voordelen van internationale handel en samenwerking expliciet mee in beleidskeuzes.
Nederland is als kleine open economie sterk afhankelijk van internationale handel en economische ontwikkelingen in het buitenland.
Zo toont een alternatief scenario in deze raming dat wanneer de wereldhandel afneemt, risicopremies toenemen en de olieprijs stijgt, dit ten koste gaat van economische groei en welvaart in Nederland.
Daarnaast laat een recente DNB Analyse over geo-economische fragmentatie zien, dat de Nederlandse economie gevoeliger is dan de Europese voor verstoringen in waardeketens en toenemende handelsbeperkingen, en dat de Europese interne markt deze negatieve effecten kan verzachten.
Nationaal én Europees (industrie)beleid gericht op het verminderen van internationale afhankelijkheden door meer strategische autonomie moeten deze Europese interne markt dus idealiter versterken, en op zijn minst niet ondermijnen. Dat geeft bedrijven meer mogelijkheden om internationaal concurrerend te zijn en beperkt daarmee ook onze strategische afhankelijkheid van andere wereldregio’s.