Doorrekening coalitieakkoord CPB

15 januari 2022 door een van onze redacteuren
Doorrekening coalitieakkoord CPB
Mutaties overheidsuitgaven 2022-2025 t.o.v. basis 2021. Infografiek CPB

De coalitie van VVD,CDA, D66 en ChristenUnie verhoogt in de plannen de overheidsuitgaven, onder meer aan klimaat en milieu, onderwijs, sociale zekerheid en defensie. Er gaat minder geld naar openbaar bestuur en internationale samenwerking. Het Centraal Planbureau (CPB) heeft van de kabninetsplannen in het coalitieakkoord een eerste doorrekening gemaakt. Het CPB zegt nadrukkelijk dat het een eerste inschatting betreft.

26,1 miljard

Al met al gaat het nieuwe kabinet flink meer geld uitgeven. In 2025 verhoogt het coalitieakkoord de overheidsuitgaven per saldo met 26,1 mld euro. De netto uitgaven (intensiveringen) betreffen met name klimaat en milieu, onderwijs en sociale zekerheid. De intensiveringen starten in een periode met krapte op de arbeidsmarkt.

Het CPB denkt dat defensie onvoldoende personeel zal kunnen vinden in de komende periode en dat daardoor het geld niet volledig kan worden uitgegeven. Ook het het CPB twijfel bij de personele invulling bij onderwijs. 

Overheidsuitgaven 2022-2025  De post (a) Overdracht bedrijven is de corona-steun van 2021 Tabel uit CPB rapport  

De overheidsuitgaven van het coalitieakkoord nemen na de kabinetsperiode per saldo nog met 1,8 mld euro af. Dit komt onder meer doordat de uitgaven uit het stikstoffonds tijdelijk zijn en doordat enkele maatregelen een negatief effect op de zorguitgaven hebben. 

Meer groei en werk 

De bestedingen leiden in de komende kabinetsperiode tot hogere economische groei en werkgelegenheid, met name bij de publieke sector.

0,5% 

De binnenlands product (bbp) groeit en 0,5%-punt per jaar hoger dan bij ongewijzigd beleid, vooral door de hogere overheidsbestedingen. De werkgelegenheid bij de overheid en in het onderwijs neemt sterk toe, terwijl die in de bedrijvensector niet verandert. Als gevolg hiervan ligt de werkloosheid in 2025 0,8%-punt lager dan in het basispad.

Koopkracht, verschil arm en rijk  

Door het beleidspakket neemt de koopkracht in doorsnee met 0,4% per jaar toe, per saldo blijft de koopkracht in de kabinetsperiode gelijk. De koopkracht van de lagere inkomensgroepen neemt iets meer toe dan die van hogere inkomensgroepen. Gegeven de licht negatieve ontwikkeling van de koopkracht bij ongewijzigd beleid, blijft de totale koopkracht in de kabinetsperiode in doorsnee op hetzelfde niveau. Op lange termijn neemt de inkomensongelijkheid wat af.

Negatieve effecten 

Op lange termijn leidt het beleidspakket tot een licht lagere structurele werkgelegenheid. Het beleidspakket leidt tot een flink lager EMU-saldo (Inkomsten min uitgaven en renten). Het EMU-saldo daalt als gevolg van de extra uitgaven met 1,9% bbp tot -2,7% bbp in 2025.

Staatsschuld

Dit saldo wijkt af van het in het coalitieakkoord geraamde tekort van 2,5% bbp in 2025. De EMUschuld (staatsschuld) in 2025 stijgt als gevolg van het pakket met 2,1% bbp tot 56,1% bbp en komt daarmee dicht in de buurt van de in de EU afgesproken 60%.

Verschuiving lasten naar de toekomst

Als gevolg van het coalitieakkoord stijgen de financiële lasten voor toekomstige generaties fors. Daarbij is relevant in hoeverre sprake is van incidentele of structurele intensiveringen. In het coalitieakkoord is bij diverse beleidsmaatregelen aangenomen dat de uitgaven alleen tijdelijk toenemen. Het CPB acht dit niet in alle gevallen plausibel en heeft, conform de uitgangspunten die ook bij het doorrekenen van verkiezingsprogramma’s zijn gehanteerd, aangenomen dat beleid dat naar de aard niet incidenteel is, structureel moet worden gefinancierd.

Staatschuld tussen 56% en 90% BBP in 2060 

Onder die aanname verslechtert het houdbaarheidssaldo met 2,7% bbp, de staatsschuld gaat met 1- tot 2-derde omhoog in 2060.

Op basis van de huidige rentestructuur komt de begroting dan over 38 jaar bijna 64% bbp hoger uit dan in het basispad of als uitgaven inderdaad tijdelijk zijn met 47%.  De staatsschuld zou zo in het meest extreme geval op kunnen lopen tot 90% van het BBP. Dat is 30% meer dan de huidige EU-norm. Onwaarschijnlijk met de gebruikelijke zuinige Hollandse rekenmeesters op financiën, maar de toekomst brengt wel meer onverwachts.     

Tegenover deze hogere lasten staan natuurlijk ook de baten omdat de effecten van de uitgaven in onderwijs, klimaat en milieu voor een groot deel terechtkomen bij toekomstige generaties.

Tot slot: 

We sluiten in deze beknopte samenvatting van de eerste doorrekening van het CPB af met een overzicht van de effecten van het coalitieakkoord tijdens de komende regeerperiode (middellange termijn) en daarna (lange termijn) uit het  rapport.

Overheidsuitgaven 2022-2025  Economische effecten op midden en lange termijn. Infografiek CPB Lees hier het hele CPB rapport  in PDF  en hier de presentatie aan de Kamer 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.