Hoe goed is de beste film?

04 maart 2011 door Ronald Glasbergen
Hoe goed is de beste film?

De burgers van Athene in de Oudheid waren gek op wedstrijden. Daar hebben we niet alleen de Olympische spelen aan te danken maar ook enkele van de mooiste toneelstukken die we kennen.

Eén van de grote events was het jaarlijkse theaterfestival ter ere van Dionysus.

Daar gingen de belangrijkste schrijvers en acteurs met elkaar de competitie aan met tragedies, saterspelen en komedies. De Dionysia was in die tijd zo’n beetje wat de Oscars nu zijn.

 

De beste onder gelijken

Net als nu waren er ook vijfentwintig eeuwen geleden nog andere festivals en prijzen maar niet zoveel als nu. Anno 2011 zijn er mondiaal vele honderden filmfestivals. Van Golden Globes via Britse Bafta’s, Germaanse Beren en Gallische César’s tot aan de Oscars en later in het jaar gevolgd door de Gouden Palm van Cannes en de Leeuwen van Venetië met daartussen talloze kleinere en grotere festivals. De Academy Awards, de Oscars, onderscheiden zich doordat de winnaars niet door een vakjury, maar door de leden de Academy of Motion Picture Arts and Sciences worden gekozen. De Academy heeft bijna zesduizend leden en is verdeeld over vijftien afdelingen die elk corresponderen met een filmvakgebied: geluid, decor, regie, camera, documentaire, etc. Van de acteursafdeling maken bijvoorbeeld 1170 leden deel uit, van de scenarioafdeling zijn dat er 375. Leden van de afzonderlijke afdelingen kiezen de Oscarnominaties op hun vakgebied. Uit die nominaties kiezen vervolgens alle leden de winnaars. De tien nominaties voor beste film worden als enige ook door alle leden, gekozen. Het bijzondere en eervolle van de Oscars (Bafta’s en César’s werken vergelijkbaar) is dat de prijswinnaars door collega’s en vakgenoten gekozen worden.

 

Gevestigde kwaliteit

Democratische verkiezingen op z’n Oudgrieks zou je kunnen zeggen. In Athene van de vijfde eeuw BC mochten alle burgers stemmen, maar lang niet alle inwoners werden tot de burgers gerekend. Je wordt lid van de Academy omdat je op basis van verdiensten door het bestuur wordt uitgenodigd. Het is dus een exclusieve club maar nog altijd minder elitair dan een kleine vakjury kan zijn. Dit jaar stemden er 5755 leden. Bovendien zijn er strenge regels, je mag bijvoorbeeld als filmverkoper niet zomaar promotiemateriaal of cadeautjes naar de leden sturen om een film te promoten. Bij zoveel leden valt dat ook snel op. Dat sluit beïnvloeding van de stemming natuurlijk niet uit, maar het zijn wel serieuze verkiezingen. Een nadeel blijft dat het aantal en de status van de leden behoudzucht in de hand werken; de gemiddelde leeftijd is zevenenvijftig jaar en de meeste Academyleden zijn behoorlijk gesetteld. Een controversieel meesterwerk zoals Gouden Palm winnaar Antichrist (Von Trier, 2009) zal niet snel een Oscar winnen.

Gelukkig staat daar waardering voor andere kwaliteiten, voor degelijk vakmanschap en voor goede publieksfilms, tegenover. Daardoor gingen dit jaar Oscars naar The King’s speech (Hooper) als beste film, naar Melissa Leo als beste `supporting’ actrice in The Fighter (Russell) en naar Aaron Sorkin voor het beste bewerkte scenario met The Social Network (Fincher).

 

Tennisscenario

Niet zelden is de keuze moeilijk. Hoe kan je het scenario van Aaron Sorkin voor Social Network vergelijken met dat van Beaufoy en Boyle voor 127 hours? De obstakels en climaxen in beide films zijn duidelijk. Beeldscherm-nerd Zuckerberg (Jesse Eisenberg) zit in Social Network vooral zichzelf in de weg en wordt 25 miljard dollar waard, kicks zoekende outdoorspecialist Ralston (James Franco) zit in 127 hours (Boyle) vast onder een rotsblok en zaagt zijn eigen arm af. Beeldscherm (Social Network) en rotsspleet (127 hours) zijn goeie plaatsen voor een toneelstuk, maar moeilijker voor een filmscenario dat het vaak van wisseling tussen verschillende locaties moet hebben. Het feit dat beide scenaristen er zonder al te grote kunstgrepen in slagen toch een behoorlijk script te schijven is door hun vakgenoten met nominaties gewaardeerd.

Sorkin kreeg uiteindelijk een Oscar. Een factor die daarbij meespeelde was dat hij al eerder met The Westwing (1999-2006) en Charlie Wilson’s War (2007) sterke maar niet bekroonde scenario’s had geschreven.

Met vijfenhalfduizend juryleden is er geen juryrapport. Regisseurs Danny Boyle (Slumdog Millionaire) en David Fincher (The curious case of Benjamin Button) waren in 2009 ook al in de race om een Oscar. Boyle won. Dit jaar kruisten Boyle met 127 hours en Social Network (Fincher) opnieuw de degens om de Oscar voor beste film. Vooral bij twijfel zullen dit soort overwegingen zwaarder meewegen bijvoorbeeld als het gaat om films die kwalitatief bij elkaar in de buurt komen maar tot verschillende genre’s behoren.

Inception (scenario Nolan) en The King’s Speech (scenario Seidler) zijn films die beiden een sterk onderliggende verhaal hebben, maar Inception is een Science Fiction actiefilm en The King’s Speech is een historisch drama. Een andere genomineerde is de realistische western True Grit van de Coen Brothers. Bij de beoordeling van die film speelt dat de Coen’s in 1997 en 2008 al meerdere Oscars wonnen en dat hoofdrolspeler Jeff Bridges, vorig jaar al een acteursoscar won.

Het tennis- of wielrenscenario waarin jarenlang één speler domineert is ongewenst in de filmindustrie, bij kunst gaat het immers niet alleen om winnen en de schoonheid van het spel, maar ook nog om iets anders.

 

Om een geit

Over dat andere haalt de Franse psychoanalyticus Jaques Lacan een beroemd verhaal aan van de Romeinse schrijver Plinius over twee Griekse schilders. De schilder Zeuxis laat aan een collega een schilderij met daarop druiven zien. Die waren zo echt geschilderd dat de vogels erop afkwamen. Zijn collega, de schilder Parrhasius liet niets zien. Toen Zeuxis hem vroeg het doek voor zijn schilderij weg te halen, liet Parrhasius hem zien dat het doek geschilderd was. De wil om achter de dingen, de buitenkant, te willen kijken, zegt Lacan, is fundamenteel voor de mens.

Griekse toneelschrijvers in de oudheid hadden met hun stukken, die ook achter de buitenkant keken, het vermogen de toeschouwer diep te raken. De film The King’s speech kijkt, historisch juist of niet, ook achter dat wat iedereen wel weet zonder Wikipedia te raadplegen. Met de nadruk op het woord `keuze’ hebben de leden van de Academy dit jaar gekozen voor dramatische ontroering en voor sentiment.

De legende gaat dat Thespis bij de eerste opvoering van een toneelstuk ter ere van Dyonisus, een `tragos’, Oudgrieks voor geit, cadeau kreeg om te offeren en dat daar het woord tragedie van afgeleid is. De Grieken wisten dat -met of zonder de goden- prijzen voor een vruchtbaar soort competitie kunnen zorgen. Als het goed is houden de prijzen ook het publiek en de filmkritiek scherp. Maar de beste…?

 

 

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.