Géén crisis overslag in onze haven

De Rotterdamse haven ‘drijft’ op het ‘natte’ massagoed doordat zij in staat is de allergrootste schepen ter wereld te behandelen. Dat zal de komende decennia waar-schijnlijk ook wel zo blijven. De containeroverslag heeft zich dit jaar gestabiliseerd. In tegenstelling tot de economische crisis in vele Europese landen, ook in Nederland, groeide de haven dit jaar in de totale goederenoverslag met 1,7 procent tot het record van 442 miljoen ton.
Dat is dankzij de algemene stijging van de economie in de wereld die voor volgend jaar wordt geschat op 2,5 procent.
Toename
Voor de haven gaat president-directeur Hans Smits van het Havenbedrijf Rotterdam uit van een toename in de goederenoverslag in 2013 van circa 2 procent tot omstreeks 450 miljoen ton, aanzienlijk meer groei dus dan de Nederlandse economie als geheel.
Van de totale goederenoverslag is circa 48 procent natte bulk, waarvan de ruwe olie en minerale olieproducten het leeuwendeel uitmaken. De vloeibare ladingen zijn de sterkste functie van de Rotterdamse haven. Het pompen van minerale olieproducten uit- en in tankers is de laatste tien jaar maar liefst verdrievoudigd.
,,Daaraan zie je dat Rotterdam steeds meer een draaipunt wordt voor de wereldhandel. Dat helpt de haven te blijven groeien, want de wereldhandel ontwikkelt zich doorgaans sneller dan de Nederlandse en de Europese economie. De positieve overslagcijfers van dit jaar nemen niet weg dat bij veel bedrijven de winstmarges onder druk staan, men soms rode cijfers schrijft of personeel wordt ontslagen,” aldus Hans Smits vanmorgen bij de presentatie van de voorlopige cijfers.

Normaal niveau
De ruwe olie zat met een toename van 6 procent weer op een ‘normaal’ niveau door enerzijds minder omvangrijke onderhoudstops in de raffinaderijen en anderzijds door het wegvallen elders in Europa van productiecapaciteiten. De illustratie gaf Hans Smits door te vertellen dat er dit jaar in Rotterdam 37 VLCC’s (mammoettankers) zijn behandeld en 34 tankers in de zogenoemde Suezmax-klasse (tankers die net door het Suezkanaal passen).
In het droog massagoed ging het zoals verwacht een stuk minder. Het erts en schroot zat 11,7 procent in de min met name doordat de staalproductie in het Duitse achterland terugliep, een van de weinige sectoren in de Duitse economie die het ‘slecht’ deed.
In de agribulk (landbouwproducten) werd 18 procent minder overgeslagen door slechte oogsten in belangrijke graan- en oliezaden exporterende landen en de daaruit voortvloeiende hoge prijzen. Er werd minder in Europa geïmporteerd.
De overslag van minerale olieproducten nam net als in voorgaande jaren weer toe, nu met 12 procent. Belangrijkste oorzaak is de wereldwijde handel door de verschillen in prijs van stookolie in Europa en Azië. Het loont daardoor bijvoorbeeld om Russische stookolie via Rotterdam naar het Verre Oosten (met name naar de andere grote bunkerhaven Singapore) te verschepen.
Import/export
De aanhoudende economische malaise heeft wel tot gevolg voor Rotterdam dat er minder import van goederen is (een min van 12 procent) en méér export (een plus van 20 procent). Omdat exportcontainers gemiddeld zwaarder zijn én er minder containers leeg terug gingen bleef de overslag in aantallen containers (TEU’s) gelijk.
Rotterdam verloor lading in de feedermarkt (van de ene internationale lijndienst naar de andere), maar won in de shortsea (containers die naar elders in Europa gaan). De 11,9 miljoen containers gebaseerd op de standaardmaat van 20 voet waren goed voor een gewicht van 126 miljoen ton.
Het marktaandeel van de haven van Rotterdam in het concurrentiegebied Hamburg/Le Havre nam de afgelopen vijf jaar toe met gemiddeld 0,5 procentpunt per jaar tot 37,7 procent in het derde kwartaal van 2012. In het containersegment handhaafde Rotterdam zijn positie ten opzichte van de grootste concurrenten Hamburg en Antwerpen.
Hans Smits durft het aan te voorspellen dat de havenoverslag het goed blijft doen. ,,Onze hubfunctie is sterk toegenomen.’’
Ruimte
Aan grote ruimten om zich te vestigen in het Havengebied komt, door het fasegewijs in gebruik nemen van Maasvlakte 2, vanaf volgend jaar circa 40 procent havengebied bij in de komende twintig jaar.
Hij rekent voorts op infrastructurele verbeteringen in de regio zoals de aanleg van de Blankenburgtunnel (ten oosten van Maassluis/Rozenburg) en verbeteringen aan de rijkswegen A4, A15 en A16 om het verkeer goed te laten doorstromen en om de files terug te dringen.
Portret bij de inleiding is president-directeur Hans Smits van het Havenbedrijf Rotterdam. Foto: SCM