IFFR: 'No'!, Adiós Augusto Pinochet!

In 1988 werd Augusto Pinochet dankzij internationale druk gedwongen een nationaal referendum te houden over het al-dan-niet continueren van zijn heerschappij.
De film behandelt de historische campagne van de NO-aanhangers die door slimme reclamejongens werd opgezet om Pinochet te verslaan.
De scène waarin Renée Savedraa (de fictieve reclamejongen in de film) zijn eerste filmpje toont aan de opgetrommelde oppositie laat zien hoe teneergeslagen de algehele stemming in 1988 was. Tevens toont het aan hoe groot de uitdaging was om de oppositie te motiveren voor zijn eigen ideeën. Een rol die briljant gespeeld wordt door Gael García Bernal.
Savedraa is duidelijk geïnspireerd door de vrolijke wereld van Coca Cola. Door het opzetten van een positieve campagne ‘geluk komt’, denkt Savedraa een kans te hebben om te winnen. Het NO-team krijgt evenals het YES-team 27 dagen dagelijks 15 minuten ongecensureerd zendtijd op de Chileense staatstelevisie om hun boodschap te verkondigen.
De film laat stap voor stap de opbouw en het verloop van de campagne zien. Daarbij zien we niet alleen de beperkte middelen waarmee het campagneteam moest werken maar ook de sfeer van terreur en onderdrukking waar ze aan bloot stonden. De film is boeiend tot het einde en bevat ook de nodige dosis humor. Hilarisch is bijvoorbeeld de laatste uitzending van het YES-team dat een wanhopige poging doet om het NO-team te evenaren door één van hun ideeën te kopiëren.
De film is biografisch. Het verhaal is fictief maar heeft alles weg van een documentaire. De film is opgenomen met oude U-matic videocamera’s, en door het gebruik van filters en een korrelig beeld, vloeien archief- en opgenomen beeld naadloos in elkaar over.
De film kruipt langzaam maar zeker onder je huid. Als de menigte uiteindelijk juichend door de straten trekt om de overwinning te vieren, voel je de bevrijding tot in de eigen botten.
Eugenio Garcia, één van de bedenkers achter de echte NO-campagne, is te gast bij de Big Talkshow van het festival. Het zien van de film greep hem emotioneel behoorlijk aan. ,,Alle herinneringen uit die tijd kwamen boven,” vertelt hij. ,,Het gevoel was geweldig. Honderden mensen hebben toen voor niets aan de campagne meegewerkt.”
Vanaf het begin werd hij door Pablo Larraín bij de film betrokken. ,,Toen ik zijn eerste versie van het script las, was ik direct enthousiast.” Pablo deed veel aan research en zijn eigen vader stond aan de kant van Pinochet, wat het project extra bijzonder maakt.
Sinds het uitkomen van de film wordt Garcia in Chili als een rockster behandelt. Ook door de generatie die geboren is na 1988. Pas door de film realiseerde Garcia zich hoe groot zijn impact is geweest en dat hij zelf onderdeel van de geschiedenis is geworden. ,,Ik zag het gewoon als werk, vertelt hij. ,,We moesten Pinochet verslaan. Die klus gingen we klaren. Dat was alles.”
Na de staatsgreep verliet Garcia de universiteit en kwam in de reclamewereld terecht. ,,Op de universiteit zaten de aanhangers van Pinochet waardoor het beter was om de reclame in te gaan,“ vertelt hij. Hoe goed hij daar uiteindelijk op zijn plek zat, bewijst de geschiedenis. Het verhaal in de film is fictief. ,,Met fictie laat je je eigen ideeën, je eigen mening zien,” vervolgt Garcia. ,,Soms is het beter om te zeggen dat iets fictie is dan te doen alsof iets objectief is.”
Hij snijdt hierbij het schemergebied aan tussen documentaire en fictie waar ‘No’ prachtig op inspeelt. ,,Het enige dat de film niet laat zien is dat het maken van een televisieprogramma heel ingewikkeld is en dat er honderden mensen aan mee werken,” zegt Garcia. Maar dat vind hij de keuze van de regisseur en het resultaat is er volgens hem niet minder om. ,,Het is bijna werkelijkheid.”
Ook de manier waarop de hoofdrolspeler op de overwinning reageert, komt overeen met zijn eigen reactie.
,,Het feest kon mij niets schelen. Het werk was gedaan. Ik zag de uitslag thuis terwijl mijn vijf kinderen sliepen en er op straat feest gevierd werd.” Zijn visie op de aanpak van de campagne getuigd van een scherp analytisch inzicht. ,,De oppositie had geen gezicht. Het was de eerste keer sinds jaren dat ze mochten praten. De mensen waren bang.” De meerderheid van de politieke tegenstanders wilde de wandaden van het regime aan de kaak stellen. Echter, Garcia was er van overtuigd dat dat de mensen alleen maar banger zou maken.
,,In de ogen van Pinochet’s campagne waren zij communisten en terroristen,” vervolgt Garcia. ,,Maar dat is een bedreiging. Dat willen de mensen niet horen. Ik zocht een andere manier om de toekomst te laten zien. Door geluk een emotionele belofte. Gevoel is emotie. De campagne van Pinochet was veel realistischer. In zijn wereld heb je vrienden en vijanden. Onze campagne heeft dat verandert. In plaats daarvan ontstond: Wij zijn één en kunnen met elkaar samenleven!”
In de film speelt Eugenio Garcia één van de adviseurs van Pinochet. Een geniale grap.
Na de NO-campagne werkt Garcia vooral voor grote bedrijven. Echter één ding staat vast. ,,Dit was tot nu toe de belangrijkste campagne uit mijn leven.”