Sporten in wijken geen wondermiddel

27 april 2013 door Hans Roodenburg
Sporten in wijken geen wondermiddel

Jongerenwerkers, straatcoaches, bewonersplatforms, burgerwachten, sport en spel in de wijk, gedragsprojecten en stadsmariniers.
In Rotterdam zijn er genoeg.
Ze worden geheel of gedeeltelijk (vaak via een kostenvergoeding) gefinancierd door de gemeente.

In de begroting van 2013 staat alleen al voor de aanpak van wijkveiligheid, geweld en (jeugd)overlast bijna 44 miljoen euro gereserveerd.

Bijna elke politieke partij heeft veiligheid hoog in het vaandel staan. Het gaat dan ook niet om deze uitgaven maar om het effect ervan. En daarnaar heeft socioloog Vasco Lub landelijk onderzoek gedaan. Het zal niet verbazen dat zijn opmerkelijke studie in Rotterdam politieke gevolgen gaat krijgen. Of hierop bezuinigd kan worden of dat accenten moeten worden verlegd is aan de politici.

Vasco Lub

Argumentatie
Vasco Lub heeft zijn eigen Bureau voor Sociale Argumentatie in Rotterdam en is daarnaast verbonden aan de Vakgroep Sociologie van de Erasmus Universiteit. Zijn bevindingen, deels gebaseerd op Rotterdam, heeft hij opgetekend in een boek dat landelijk in de media nogal aandacht heeft gekregen.
De Nederlandse achterstandswijken zijn de laatste jaren overspoeld met sociale projecten die de leefbaarheid moeten verbeteren, zoals wijksport en straatcoaches. De wethouders in de gemeenten kunnen er politiek goed mee scoren. Maar werken ze ook? Vasco Lub geeft een ontnuchterend beeld.
De sociale leefbaarheidsprojecten worden volgens hem als vanzelfsprekend geaccepteerd. Dat komt omdat ze vaak heel aannemelijk klinken. Maar daarmee zijn ze volgens hem nog niet per definitie waar. In een recent afgeronde studie confronteert hij dominante sociale aanpak van buurten met wetenschappelijke inzichten.

Straatcoaches
Daarbij gaat het om heel Nederland, waarbij een aantal Rotterdamse projecten zijn betrokken. Rotterdamse straatcoaches hebben hem eveneens bijgepraat. Over dit laatste thema heeft hij een geprononceerde mening voor heel Nederland. ,,De inzet van straatcoaches vertaalt zich niet in een grotere objectieve of subjectieve veiligheid in probleemgebieden. Uit een synthese van Nederlandse evaluaties van straatcoaches blijkt hun impact op overlast en criminaliteit op zijn best twijfelachtig.’’

Omslag van het boek ‘Schoon, heel en werkzaam?‘ van Vasco Lub.Geen van de door hem verzamelde stedelijke evaluaties, ook die in Rotterdam, kan volgens de Rotterdamse socioloog hard maken dat de inzet van de coaches daadwerkelijk leidt tot een afname van (jeugd)overlast. In Utrecht was zelfs sprake, in sommige wijken, van een toename van geregistreerde jongerenoverlast sinds de inzet van de coaches. Opvallend: het blijft onbekend of de straatcoaches jongeren daadwerkelijk gericht aanspreken op ongepast gedrag.

 

Geen automatisme
Meer sociale cohesie in de wijk leidt volgens hem niet automatisch tot meer veiligheid. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat frequentere en hechtere contacten tussen bewoners in achterstandswijken meer sociale controle opleveren en daardoor een gunstige invloed uitoefenen op de buurtleefbaarheid, schrijft Lub op de site Sociale Vraagstukken.
Uit literatuuronderzoek blijkt weliswaar dat deze zaken met elkaar samenhangen, maar een direct verband is niet aangetoond. Veel wetenschappelijk onderzoek wijst er zelfs op dat sociale cohesie eerder het gevolg is van een veilige leefomgeving dan de oorzaak ervan.
De impact van burgerinspraak op de buurtleefbaarheid is volgens Lub beperkt.
Er is onvoldoende bewijs dat gedragscodeprojecten overlast tegengaan. Ze weten slechts een beperkt aantal bewoners te bereiken. Ze groeten elkaar dankzij het extra bindende effect. ,,Maar het is onwaarschijnlijk dat hiermee een wijdere kring van bewoners wordt bereikt die zich vervolgens committeert aan de vastgestelde regels,’’ is zijn harde conclusie.
Positief is hij wel over eventuele burgerwachten.

Straatcoach aan het werk.

Buurtpreventieteams
De hoop dat surveillance door burgerwachten (buurtpreventieteams) een gunstige invloed heeft op de buurtleefbaarheid is bevestigd door internationale wetenschappelijke inzichten. De meerderheid van internationale evaluaties rapporteert een vermindering of kleinere toename in criminaliteit ten opzichte van vergelijkbare wijken waar geen burgerwachten actief zijn. Toch beveelt hij aan om nader wetenschappelijk onderzoek in Nederland te doen.
De hardste conclusie trekt Vasco Lub over (gesubsidieerde) wijksport. Misschien wel een pedagogisch aanknopingspunt, maar die zorgt niet of nauwelijks voor verandering van gedrag. ,,Sport is wellicht de meest populaire sociale wijkinterventie van dit moment. In vrijwel elke achterstandsbuurt organiseren het lokale jeugdwerk of sportbuurtwerkers voetbaltoernooien, vechtsportlessen of sportieve pleinactiviteiten.’’

Sport en opvoeding
Uit onderzoek blijkt volgens hem dat het niet zozeer de sportbeoefening zélf is die tot socialer gedrag aanzet, maar het sporten in combinatie met opvoeding. ,,In die zin kan sport dus van waarde zijn om ‘risicojongeren’ in achterstandswijken te bereiken en in sociale zin toe te rusten. Tegelijkertijd moet de vermeende intrinsieke kracht van sport niet worden veralgemeniseerd. Sport is geen sociaal wondermiddel.’’
Uit Scandinavisch en Amerikaans onderzoek is zelfs gebleken dat sporten met een hoog mannelijk karakter, zoals vechtsporten en boksen, gewelddadig en antisociaal gedrag van jongens eerder aanwakkert dan dat ze dat gedrag beperkt.

Het boek ‘Schoon, heel en werkzaam?‘ van Vasco Lub is te verkrijgen voor €24,95. Uitgever is Boom-Lemma.

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.