Lof der Zotheidsspeld voor Kneepkens

28 oktober 2013 door de Redactie
Lof der Zotheidsspeld voor Kneepkens

Dankwoord van Manuel Kneepkens bij de uitreiking van de Lof der Zotheidsspeld

Geachte Wethouder, Geachte leden van het Comité Erasmus, Icoon van Rotterdam, en voorts U allen, die de stormwind hebt getrotseerd om de verjaardag van de grote pacifist Erasmus Rotterodamus te vieren.


Graag wil ik een dankwoord uitspreken tot het comité Erasmus, Icoon van Rotterdam dat de loffelijke zotheid heeft begaan om mij met de Lof der Zotheidsspeld te begiftigen, gekoppeld aan de voor het eerste uitgereikte Pierre Bayle cheque. De stichting die het comité gemachtigd heeft om deze cheque uit te reiken, wil ik uiteraard ook bedanken. Maar omdat de leden van deze stichting per se in stilte goed wensen te doen… – ware mecenassen - vraag ik het comité bij dezen mijn dank over te brengen.

Een enkele woord hier over de relatie Erasmus - Pierre Bayle.
U hoort mij de naam van de laatste uitspreken als B ai le. Pierre Bayle komt namelijk uit het pyrenëendorp Le Carla – en daar spreekt men Langue 'd Oc. Maar als u het op z’n frans wil uitspreken, ook goed. Bayle was tenslotte een man van de tolerantie net als Erasmus.

De Franse filosoof Pierre Bayle.

De Franse filosoof Pierre Bayle, in 1681 naar Rotterdam gekomen, was dan ook een groot bewonderaar en geestverwant van Erasmus. In zijn befaamde Dictionaire wijdt hij ook een artikel aan Erasmus. Daarin toont hij zich vooral geïnspireerd door het pacifisme van de grote Rotterdammer, de man van de Bonae litterae.
Dus dat vandaag Erasmus en Bayle aan elkaar gekoppeld worden is niet verrassend.

Beiden waren filosofen, mannen die taaldaden verrichten. Taal is ook het thema van deze dag.
Ik wil dan ook mijn woord van dank uitspreek in een typische taaldaad: de poëzie.
Ik heb een aantal kleine taaldaden gemaakt voor deze dag, die ik poëtogrammen noem.
Kleine, haiku-achtige gedichten met hier en daar een filosofische inslag, die gaan over de dichtkunst en het dichterschap.
Want dat is wat ik ten diepste ben: een dichter. Zeker, ik heb mij in mijn Rotterdamse leven ook gemanifesteerd als jurist en politicus en zelfs als beeldend kunstenaar, maar, geachte aanwezigen, ik zie dat als ‘vormen van dichterschap met andere middelen’.

Hier komen dan de poëtogrammen (klik hier) Sommigen zal ik tweemaal voorlezen- net als haikudichters in het oude Japan dat deden. Het oude, zeg ik met nadruk! Vandaag de dag gaat het er daar even gestrest toe als bij ons.
Maar dan roep ik een van de Adagia uit Erasmus’ Adagia bij u in herinnering: Festina lente. Haast je langzaam!


Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.