Incidenteel referendum democratisch rampenrecept
In het nu nog deel van Groot Brittannië uitmakende Schotland heeft een referendum plaatsgevonden over onafhankelijkheid. Indien de conservatieven van David Cameron volgend jaar winnen komt er een volgend referendum over uittreding van Groot Brittannië uit de Europese Unie. De Cataloniërs willen ook heel graag een referendum over onafhankelijkheid en volgende mogelijke kandidaten zijn in Europa niet al te moeilijk aan te wijzen.
Maar is een referendum wel een goed middel om het volk te raadplegen? Of worden de stemmen van het volk middels handige mediamanipulatie gewoon gekaapt door gehaaide politici en hun spindokters?
Schotland en Cameron
Achttien september 2014 konden de Schotten ‘Yes’ of ‘No’ kiezen. Yes betekende uittreding uit het Verenigd Koninkrijk en een zelfstandige staat Schotland met een eigen defensie zonder kernwapens op haar bodem. Het manifest van de Yes-stemmers, de zogenaamde Schotse White Paper stelt dat ook zonder de olie en aardgasinkomsten het land, gemeten per hoofd van de bevolking, rijker dan Groot Brittannië zal zijn. En bovendien gelijker; Schotland met haar in meerderheid Labour gezinde bevolking zal een meer op nivellering gerichte inkomenspolitiek voeren.
Critici, de No-stemmers, stellen dat een Schotland dat wel lid wil zijn van de NATO (zie weer de White Paper), toch gebruik maakt van de beschermende afschrikking van kernwapens, dat Schotland egoïstisch met een door op de bodem van een ander land - Groot Brittannië- gevonden en tot exploitatie gebrachte bodemrijkdom aan de haal wil en dat de kans groot is dat Schotland grote monetaire, economische en financieringsproblemen tegen zal komen, terwijl er geen enkele noodzaak is om de innige banden binnen het Verenigd Koninkrijk dat Groot Brittannië te verbreken. Schotland wordt niet uitgebuit, onderdrukt, heeft een toenemende mate van autonomie binnen het koninkrijk en zo slecht functioneren de Britse democratie en bijhorende economie niet.
Verdeeld land
Het Schotse referendum zal, hoe het ook afloopt, een meer verdeeld land achterlaten. De peilingen laten al zes maanden een nek aan nek race zien, met Yes en No ieder rond de 45 % van de stemmen. Wel is de ‘No’ groep, die dus bij Groot Brittannië voortdurend licht in het voordeel. Maar peilingen zijn geen stemming: het referendum met de daar uitgebrachte stemming is de enige echt betrouwbare peiling en daarmee blijft de onzekerheid tot het laatste moment.
Als ‘Yes’ en daarmee de onafhankelijkheid wint, zullen de bijna 50% van de stemmers die tegen onafhankelijkheid en vóór deel uit blijven maken van GB zich meer dan te kort gedaan voelen, hun wordt een deel van hun identiteit ontstolen. Indien de bijna 50% van de stemmers die voor onafhankelijkheid verliezen dan geldt het omgekeerde: hen wordt de hoop op een nieuwe eigen identiteit ontnomen en onafhankelijkheid, is hen onthouden. Zoiets laat sporen na in de psyche van een natie en kan een samenleving verdelen.
Overigens is dit niet het eerst referendum over Schotse onafhankelijkheid; er waren er eerdere referenda over meer zelfbeschikking in 1979 en in 1997. In 2011 haalde de voordien kleine Scottish National Party (SNP) in het Schotse deelparlement een klinkende overwinning. In 2012 gaf David Cameron als premier van heel Groot Brittannië, toestemming voor het houden van een bindend referendum over de Schotse onafhankelijkheid.
Verdeeld Europa
Schotland is klein qua bevolking, maar Groot Brittannië verliest een derde van zijn grondgebied. Groot Brittannië heeft onder Cameron nog een ander zwaarwegend referendum op stapel staan. Indien de conservatieven in 2015 de Britse verkiezingen winnen dan komt er in 2017 een referendum over Britse uittreding uit de Europese Unie. Als Schotland onafhankelijk wordt neemt volgens Reuters de kans op een conservatieve meerderheid in GB sterk toe en daarmee de kans op Britse uittreding uit de EU.
Naast de onafhankelijksbewegingen in Vlaanderen, Catalonië, Baskenland, Lombardije, Venetië, krijgen door het Britse referendum andere bewegingen naar meer autonomie in Europa een impuls. In die zin laat het Schotse referendum een ander Europa achter. Beieren, Wales, Corsica, Sardinië, Bretagne en wie weet ook delen van Nederland: in Groningen verzakt de bodem maar de aardgasbaten verdwijnen in de ‘Haagse schatkist’.
Emotiepolitiek
Onafhankelijkheid gaat over zelfbeschikking van een natie, over vrijheid, verzet tegen onderdrukking en overheersing maar het gaat ook over welvaart en rijkdom. Wat Schotland, Catalonië, Beieren en Noord Italië, naast een eigen culturele identiteit, gemeen hebben, is dat ze rijker zijn, of zich rijker wanen dan het moederland. Ze hebben ook grieven en zo zijn veel staten in Europa ontstaan, niet alleen Nederland in de zeventiende eeuw, maar ook Amerika in de achttiende en Griekenland en Italië en Noorwegen in de negentiende en Slowakije en de voormalige Oostbloklanden aan het eind van de twintigste eeuw.
Vrijwel, zo niet, alle staten van de wereld hebben hun eigen verhaal van vrijheid en zelfbeschikking. Misschien is niets wel makkelijker te framen dan vrijheid en recht op zelfbeschikking. Ingewikkeld wordt het – en dat gebeurd vaak – als twee soorten zelfbeschikking en twee soorten vrijheidsstreven tegenover elkaar staan. Als een deel van de bevolking denkt dat je vrijer bent in een Europa zonder grenzen en een ander deel juist een - liefst strenge - grens om het eigen perk als toppunt van vrijheid en zelfbeschikking ziet. Als je daar een referendum over houdt krijg je emotiepolitiek.
Je kunt je net als de Belg David Van Reybrouck en de Duitser Peter Sloterdijk vragen stellen bij het functioneren van onze Europese democratische systemen. Van Reybrouck wil nieuwe volksvertegenwoordigers aan doen wijzen middels loting. Sloterdijk stelt voor de rijken alleen vrijwillig belasting te laten betalen. Beiden vinden dat het huidige systeem van representatieve democratie met zijn politiek partijen slecht functioneert en prooi zijn van populisme en oppervlakkige media, beiden willen discussie losmaken. Ze zoeken naar een betere manier om burgers bij het bestuur te betrekken. Kan dat ook een referendum zijn?
Junknews
Incidentele referenda, zijn per definitie en veel meer nog dan gewone periodieke verkiezingen de speelbal van een propaganda- en emotiecircus. Emotie in de politiek is niet per definitie goed of slecht. Burgers hebben wel betrouwbare kanalen nodig om in de politiek het kaf en het koren te scheiden en duiding te geven. Als veel van die kanalen alleen bezig zijn om kijkers vast te houden en daarom aan de oppervlakte blijft en kiezen voor emotie- junk-nieuws, kan ze weinig verduidelijken en blijven veel burgers overgeleverd aan hun ‘gutfeeling’. Als die uiteindelijk vooral geïnformeerd wordt door de ‘gutfeeling’ van het ‘junknews’ wordt een verkiezing, wordt een referendum met zijn binaire uitslag nog meer, een kwestie van toenemende willekeur.
Om die reden is een incidenteel referendum voor veel burgers, de minst democratische en de meest totalitaire van alle verkiezingen. Vrijheid en zelfbeschikking en hun democratische spiegelbeelden, verantwoordelijkheid en gemeenschappelijkheid, verdienen beter. Evenals Schotland en Europa. Dit Schotse referendum lijkt, ook als het anders was afgelopen, meer verliezers dan winnaars te hebben.