Een nieuwe pa en een emaille po

23 maart 2015 door incidentele auteur
Een nieuwe pa en een emaille po

(Vervolg)

(Hans van den Bos, onze gastauteur is in Rotterdam geboren, had de leiding over enkele boekwinkels en vertrok in 2002 naar Ierland. Hieronder haalt hij in de rubriek 'Gisteren' herinneringen op aan zijn jeugd in Rotterdam.)

Nog voor mijn vader gevonden was moesten mijn moeder en ik van het schip, want er kwam een nieuwe knecht in het vooronder. Wij trokken in bij mijn moeders ouders, die de zolderkamer voor ons hadden ingericht. Zij woonden nog steeds op de Persoonshaven waar ik geboren was. Het was een typisch huis van het begin van de eeuw.
Op de begane grond was een bedrijf waar auto's gerepareerd werden. Op de eerste verdieping woonde een vrouw, wiens man op zee zat, die ik tante Alie moest noemen. Zij was bevriend met mijn moeder. Op de tweede woonden mijn grootouders en op de derde een keurige man alleen, die altijd in kostuum naar zijn werk ging.

Zolder
Op de vierde, onder het schuine dak, was de zolder, die verdeeld was in drieën en waar de bewoners hun kolenvoorraad opsloegen. Aan de voorkant was een kamertje, dat gebruikt werd door de man van de derde en ons kamertje, met een tweepersoons ledikant, was aan de achterkant.
Elke etage was een zogenaamde voor-, tussen- en achterwoning, met een keukentje aan de achterkant en in de achterkamer een grote kast, wat vroeger een bedstee was. In de achterkamer werd de dag doorgebracht. In de tussenkamer, met aan beide kanten een grote schuifdeur, stond het bed van opa en oma waarin ik geboren ben.

Wij trokken in bij mijn moeders ouders, die de zolderkamer voor ons hadden ingericht. Zij woonden toen nog steeds op de Persoonshaven waar ik geboren was. Foto: Hans van den BosVoorkamer
De voorkamer was de mooie kamer, waar ik alleen mocht komen als mijn oma erbij was, omdat daar haar goeie spullen stonden. Ik kwam graag in die kamer, want door het raam kon je in de verte de rivier zien met boten die af en aan voeren.
Nadat mijn vader gevonden was, zei mijn moeder tegen mij, dat ik niet in de voorkamer mocht komen, omdat hij daar dood in een kist lag. Er kwam een heleboel visite, de meesten waren vreemden voor mij en er zaten verschillende mensen te huilen. Op een dag werd de kist weggehaald door mannen in zwarte pakken en iedereen ging met die mannen mee. Alleen ik niet, ik moest bij tante Alie blijven tot mijn moeder terug kwam.

Ruzie
Van de maanden die volgden kan ik me herinneren, dat mijn moeder dikwijls ruzie had met opa en oma en dat de buik van mijn moeder steeds dikker werd. Er werd me verteld dat de ooievaar binnenkort een broertje of een zusje zou brengen en toen het eindelijk zover was moest ik weer naar tante Alie.
Toen ik na een aantal uren weer naar boven mocht, bracht mijn oma mij naar mijn moeder, die in de tussenkamer op bed lag. Mijn moeder wees naar een ledikantje, dat naast het bed stond en zei, dat er een zusje geboren was. Na een tijdje werd mijn moeder beter en we gingen weer samen boven slapen en mijn zusje in het ledikantje in de mooie voorkamer.
Ik kan me herinneren, dat ik dikwijls huilde als ik naar bed moest, want ik was bang alleen daar op die donkere zolder. Mijn moeder kwam wel eens bij me zitten totdat ik in slaap viel.

Advertentie
Jonge vrouw, 29 jaar oud, weduwe met 2 kinderen, zoekt kennismaking met man, leeftijd ± 30 jaar, met het oog op een vaste relatie.
Een waarschijnlijk soortgelijke advertentie plaatste mijn moeder later dat jaar in Het Vrije Volk, op advies van haar vriendin. Het inwonen bij haar ouders, met wie de relatie niet goed was te noemen, was een uitzichtloze situatie.

We kregen onderdak bij een oudere broer in het zogenaamde 'Witte Dorp', tussen Spangen en Oud Mathenesse.Een huis voor zichzelf en haar kinderen, kon zij vergeten met haar weduwenpensioentje en een opleiding had zij, op twee jaar huishoudschool na, nooit gevolgd. Dus er zat niets anders op dan een man te vinden die haar en haar twee kinderen wilde onderhouden.
Op zekere dag was er een gegadigde, met wie zij een afspraak maakte op het Stieltjesplein bij de Maasbrug in Zuid. Hij, Pieter van P, 26 jaar oud en vrijgezel, kwam van Kralingen en woonde nog bij zijn moeder, die lid was van het Leger des Heils.
Waarschijnlijk liefde op het eerste gezicht, want korte tijd later waren zij getrouwd.

Woningnood
Vanwege de woningnood, kreeg een getrouwd stel niet direct een huurwoning, dus op kamers of bij familie inwonen was de enige optie. Mijn moeder, mijn zusje, ik en mijn nieuwe papa, zoals hij aan mij voorgesteld was, trokken in bij een oudere broer van hem. Deze woonde met zijn gezin in het zogenaamde 'Witte Dorp', tussen Spangen en Oud Mathenesse, van de architect J.J.P. Oud.
Het waren kleine huisjes, gebouwd in 1923 als noodwoningen voor arbeiders, met kleine winkeltjes en medische voorzieningen in het wijkje. Wij sliepen met ons vieren in een klein kamertje boven. Om de andere huisgenoten niet te storen gedurende de nacht, deden we onze behoeften op een email po en het was mijn taak, als vijfjarige, om hem 's morgens in de wc te legen.

Op zekere dag struikelde ik en donderde met po en al de trap af, waardoor ik en de traploper onder het gele vocht kwamen te zitten. Dit voorval zorgde voor een denderende ruzie tussen beide schoonzussen, zodat met spoed moest worden uitgekeken naar een nieuw onderkomen.

(Slot volgt)

 

 

 

 

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.