Stilte en kroegentocht bij afscheid van Rotterdamse journalist Jim Postma
Het afscheid van de Rotterdamse journalist Jim Postma deze week is zowel een afscheid in stijl geworden als een wat wezensvreemd samenzijn. Postma overleed in de nacht van zondag op maandag op 70-jarige leeftijd aan een hartstilstand.
Zijn crematie vrijdagmiddag vond plaats zonder toespraken maar met een afsluitende kroegentocht.
Heel wat vakgenoten die beschikken over de gave des woords hadden vrijdagmiddag de tocht aanvaard naar crematorium Laurentius in Rotterdam-Crooswijk om daar - conform de wens van de overledene - in relatieve stilte afscheid te nemen van de bij leven zelf soms juist wat luidruchtige Postma.
Maar die stilte werd gecompenseerd door de kroegentocht die het vaste rondje van Jim van de laatste jaren volgde: van café Companje in de Teilingerstraat naar café Centraal in de Zwart Janstraat en door naar café De Bel aan de Gerard Scholtenstraat.
Het bestaan van Postma, waarin geen onderscheid leek te bestaan tussen werk en privé, heeft zich voor een niet onbelangrijk deel afgespeeld in Rotterdamse cafés.
Rotterdamse onderwereld
Zelf leerde ik, Roland Vonk, Jim kennen halverwege de jaren tachtig op de redactie van de krant Het Vrije Volk. Jim berichtte voor de krant onder meer over de Rotterdamse 'onderwereld', met tot de verbeelding sprekende namen als Henk Smol en Ger van Driel-Vis.
Dankzij zijn vele contacten in die wereld wist hij nieuws te brengen dat anderen misten. Voor mijn gevoel leek dat nieuws in de krant nog weleens groter dan het feitelijk was, maar ik geloof ook dat Jim de taal sprak van jongens van het volk die langs minder burgerlijke wegen carrière maakten.
Zelf leek hij ook een vrijbuiter. Een beer van een vent voor wie de journalistiek niet zozeer een baantje was, laat staan een 'loopbaan', maar eerder een manier van leven. Als er voor hem werd gebeld op de redactie van de krant en hij was er niet, kon de beller zomaar te horen krijgen: 'Probeer het eens in De Schouw, of bij Timmer.' Twee cafés gefrequenteerd door journalisten en artistiekelingen.
Nu hij is overleden, realiseer ik me pas dat ik welbeschouwd weinig van Jim wist. Ja, hij lustte een glaasje, en wel twee ook, was een verstokt roker, hij vertelde graag verhalen, kon nogal aanwezig zijn, droeg het hart op de tong, was misschien geen intellectueel zwaargewicht maar hij kende iedereen, hij was niet iemand om snel bij de pakken neer te zitten, hij deelde zijn leven, of in elk geval een pand, met de Tsjechische dichteres Jana Beranová, ook een bekende verschijning in culturele kringen in Rotterdam, maar hoe hij ooit bij de krant verzeild was geraakt?
Een school voor de journalistiek had je in zijn tijd nog niet. Het kost ook erg veel moeite om me een vrije geest als Jim voor te stellen in een klaslokaal. Pas nu lees ik dat hij na de middelbare school bij de al weer lang geleden ter ziele gegane krant De Rotterdammer aan de slag is gegaan, en dat hij daarna zeven jaar lang als freelance journalist vanuit Afrika heeft gewerkt. Dat zie ik hem dan weer wel doen.
Kleurrijk
In de tijd dat ik Jim leerde kennen, was de redactie van Het Vrije Volk een plek waar veel kon. Er heerste voor mijn gevoel een vrijgevochten sfeer. Er was ruimte voor gekke ideeën en kleurrijke figuren.
Met fusies kroop de burgerlijkheid zowel de redactieburelen als de krantenkolommen binnen. Het Vrije Volk ging op in het Rotterdams Dagblad, en die krant werd opgeslokt door het Algemeen Dagblad. Ergens in dat proces verdween Jim uit het colofon. Maar in 2008 startte hij samen met voormalig Vrije Volk-hoofdredacteur Geert-Jan Laan een nieuwe krant: Rotterdam Vandaag & Morgen. Aanvankelijk op papier, later alleen digitaal. Tot het laatst toe heeft Jim zich daarmee beziggehouden.
Het was ook wel duidelijk dat de journalist Jim pas zou stoppen als de mens Jim ermee ophield.
En hoe gaat dat als een kleurrijk figuur als Jim overlijdt? Ik zal niet zeggen dat ik hem de afgelopen jaren dagelijks sprak, maar nu hij er niet meer is, zie ik hem overal. Een forse kerel met een schipperstrui aan die bij mij door de straat loopt: in een flits denk ik Jim te zien. Een man met een mutsje op, op de markt: Jim. Zelfs bij iemand op de fiets dacht ik deze week: daar hebbie Postma.
Allemaal hersenschimmen. Allemaal manifestaties van het fenomeen dat niemand zo aanwezig is als iemand die net gestorven is. Zijn verschijning lijkt door de straten van de stad te waaien als nooit tevoren.
Met dank aan Roland Vonk die dit eerder plaatste op de website van RTV Rijnmond.
Hieronder vertelt Jim in 2012 over de Rotterdamse Kranten (Bron: Youtube)