Biertje best betaalbaar, ook met 'slechts' AOW
Men mag natuurlijk de politieke mening hebben die men wil. ‘Op het Binnenhof en bij de gemeente is het een zooitje,’ zeggen sommige kiezers.
Het gemeenteraadslid Ronald Buijt van Leefbaar Rotterdam, de strateeg van de fractie, heeft op Radio Rijnmond gedroomd over een landelijke partij die ergens tussen de VVD en PVV staat. Medecolumnist van deze site Ronald Sørensen, met een serie (vaak leuk) over zeilen, is ex-Eerste Kamerlid voor de PVV (tot 9 juni 1015).
Hoe hij – als medeoprichter van Leefbaar Rotterdam - tegenover de gedachtenspinsels van Buijt staat, weten we niet. Misschien kan hij hieronder zijn mening geven.
Grote man
Geert Wilders is onmiskenbaar de grote man van de PVV. Hij heeft luid en duidelijk in de Tweede Kamer gesteld dat dit een ‘nepparlement’ is. Daarop is veel kritiek gekomen. De aanhangers kiezen de laatste tijd vooral voor de PVV vanwege haar onverzettelijke standpunt tégen asielzoekers.
Het is een Nederlands recht om de PVV te kiezen. Nóg wel in ons land! Volgens de laatste peiling doet dat zelfs ruim 20 procent van de kiezers voor de Tweede Kamer. Coalities (samenwerking met andere partijen) zijn echter altijd bij de kabinetsformatie hard nodig zolang geen partij de (ondemocratische) meerderheid krijgt.
Maar minder ‘recht’ van spreken heeft een deel van de gepensioneerden - soms ook zij die PVV stemmen - met opvattingen over de AOW. Tenminste, gepensioneerden gaan ervan uit dat zij daarop flink inleveren. Een alleenstaande krijgt circa 1060 euro netto per maand (plus vakantiegeld in mei).
Een echtpaar of samenwonende ouderen met beiden AOW hebben samen minstens 1460 netto per maand. We weten niet wie en of men daarnaast nog aanvullend pensioen heeft.
We noemen een voorbeeld. Een alleenstaande heeft een sociale huurwoning in Rotterdam van ongeveer 450 euro per maand. Als hij of zij alleen AOW voor alleenstaanden heeft en geen noemenswaardig vermogen, komt men aan ongeveer 200 euro huurtoeslag per maand (plus een zorgtoeslag).
Het blijft natuurlijk krap, maar er is mee te leven. Zeker in vergelijking met erg veel andere landen. Zelfs landen in Europa en de Verenigde Staten. Ook als meegerekend wordt de kosten voor zorg, vervoer, energie en verzekeringen. Daarin blijft het natuurlijk een kwestie of iemand in staat is de eindjes aan elkaar te knopen.
Een alleenstaande PVV-stemmer stelt zelf: ‘Ik kan nog nauwelijks mijn biertje betalen’. Maar dat kan hij wel als hij zich in zijn uitgaven (van luxe) beperkt en géén hoge schulden heeft.
Als hij een klein aanvullend pensioen heeft en/of een heffingsvrij vermogen boven de 21.139 euro (in 2015) dan heeft hij ruimte genoeg om een paar pilsjes te kopen per maand. Zelfs in één van de kroegen.
Vele mensen met aanvullend bedrijfspensioen staan al jaren stil of lopen soms zelfs iets terug in dat inkomen. Maar het mooie van de AOW is dat deze wordt geïndexeerd met de stijging van het algemene prijspeil: dit jaar circa 15 euro netto méér per maand voor een alleenstaande dan in de eerste helft van 2014.
Huurverhoging
De huur ging per 1 juli dit jaar – we weten het niet precies – in dit geval omhoog met omstreeks 10 euro. Voor een vergelijkbaar echtpaar met alleen AOW is het ietsje gunstiger.
De alleenstaande oudere heeft met zijn mondjesmaat stijgende AOW net zijn huurverhoging kunnen betalen. En het biertje en de andere dagelijkse benodigdheden zijn niet of nauwelijks duurder geworden in 2015. Klagen kan natuurlijk altijd als je krap zit maar dat wil nog niet zeggen dat je je biertje (in beperkte mate) niet kan drinken.
Het blijft altijd een politiek discussiepunt over wat mensen zelf binnenbrengen en wat de gemeenschap (grotendeels via belastingen en sociale premies) opbrengt. Sommigen, die alleen maar kijken naar topsalarissen, menen dat de lasten voor inhoudingen nog wel verhoogd kunnen worden.
De laagste belastingschijf is al (na heffingsvrijstellingen) iets meer dan 24 procent voor gepensioneerden en de hoogste 52 procent. Kunnen die nog hoger worden ten behoeve van inkomensoverdracht aan de laagstbetaalden? In de Tweede Kamer is daarvoor geen meerderheid. Dat bedoelt de kiezer misschien met het ‘zooitje’.
Vervolgens is de discussie actueel of het wel terecht is dat de Belastingdienst in box 3 – boven een heffingsvrij vermogen van 21.139 euro (in 2015) – mensen voor 1,2 procent aanslaat. Daarover heb ik een eenvoudige opmerking. Als je zoveel in reserve hebt, kun je je biertje goed permitteren.
Als de Eerste Kamer akkoord gaat (en dat zit er wel in!) dan worden mensen met iets vermogen in box 3 vanaf 2016 wat minder belast. Niet onbelangrijk voor mensen die over wat spaargeld (de derde trap in het pensioenstelsel) beschikken is het voorstel van de regering om vanaf 2016 de belastingheffing in box 3 aan te passen.
Volgens dit plan wordt de heffingsvrijstelling in box 3 verhoogd tot 24.437 euro per persoon (voor partners in één huishouden dus het dubbele) en in 2017 naar 25.000 euro. Betaalt men thans nog uiteindelijk 1,2 procent belasting boven de vrijstelling. in het jaar 2017 wordt dat tarief 0,87 procent in box 3 tot een tegoed van 100.000 euro. Ook weer op basis van een fictief rendement.
Staatssecretaris Wiebes van Financiën is voorts door de Tweede Kamer gevraagd om te kijken naar een systeem waarin het werkelijke rendement een rol speelt en niet de fictieve winst (van 4 procent) op vermogen waarvan de Belastingdienst al jaren uitgaat. Maar de uitkomst van dat onderzoek kan nog jaren op zich wachten. Handige beleggers maken al jaren meer.
Op zichzelf lijkt de aanvullende maatregel voor box 3 niet zoveel, maar vooral de hogere fiscale vrijstelling levert de spaarrekeningen (vooral van ouderen?) aardig wat op. Ten opzichte van 2014 is dat een belastingvoordeeltje van bijna 40 euro per persoon per jaar. Voor een echtpaar het dubbele. Daarmee kan men bijna 100 biertjes per jaar in de supermarkt kopen!
De mensen die over heel hoge vermogens beschikken, worden natuurlijk vanaf 2017 wel iets meer ‘gepakt’. Voor de vermogens van 100.000 tot 1 miljoen euro is hun heffing in box 3 ruim 1,4 procent. Iets meer dus dan de thans 1,2 procent.
Voor netto vermogens boven de 1 miljoen euro komt een belastingheffing van 1,65 procent. Dat alles onder voorbehoud dat de Eerste en Tweede Kamer akkoord gaan.
.gif)
