Mario Draghi waarschuwt: Europa raakt steeds meer achterop

Volgens econoom Mario Draghi redder van de EU in de Eurocrisis rond 2008, is het hoog nodig dat de EU zijn achterblijvende economie nieuw leven inblaast. Daar zijn gigantische investeringen voor nodig. Draghi spreekt in zijn rapport over 4 a 5 % van het BBP van de EU. De inleiding daarvan wordt hieronder geciteerd. Als die investeringen er niet komen zo waarschuwt de voormalige centrale bankier van de EU zal Europa zijn ambities [om grote speler op het wereldtoneel te zijn, economisch en qua democratische politiek] drastisch moeten terug schroeven.
'Op verschillende manieren is er sinds het begin van de eeuw een steeds grotere afstand ontstaan in het BBP tussen de EU en de VS, voornamelijk veroorzaakt door vertraging van de productiviteitsgroei in Europa.
De huishoudens in Europa hebben daarvoor de prijs betaald in de vorm van een lagere levensstandaard. Per hoofd van de bevolking is het reële besteedbare inkomen in de VS sinds 2000 bijna twee keer zo sterk gestegen als in de EU.
Gedurende het grootste deel van deze periode werd de vertragende groei gezien als een ongemak, maar niet als een ramp. De Europese exporteurs slaagden erin om marktaandeel te veroveren in sneller groeiende delen van de wereld, met name Azië. Meer vrouwen traden toe tot de arbeidsmarkt waardoor de bijdrage van arbeid aan de groei toenam. En na de crises van 2008 tot 2012 daalde de werkloosheid gestaag in heel Europa, wat hielp om de ongelijkheid te verminderen en de sociale zekerheid veilig te stellen.
De EU profiteerde ook van een gunstig macro-economisch klimaat in de wereld. Door internationale handelsverdragen bloeide de wereldhandel op, China was in 2001 lid geworden van de WTO.
De idee van veiligheid van de Amerikaanse veiligheidsparaplu en het gevoel van een stabiele wereld maakte dat we toenemend defensiebudgetten aan andere zaken besteedden. Maar de fundamenten waarop we bouwden, werden geschokt. Het mondiale paradigma van vrede, veiligheid en een redelijk harmonieuze wereld en vervaagt. Het tijdperk van snelle groei van de wereldhandel lijkt voorbij te zijn, waarbij EU-bedrijven te maken krijgen met zowel grotere concurrentie van buitenaf als minder toegang tot overzeese markten. Europa is abrupt zijn belangrijkste energieleverancier, Rusland, kwijtgeraakt. Ondertussen neemt de geopolitieke stabiliteit af en zijn onze afhankelijkheden kwetsbaar gebleken.
De technologische verandering gaat snel. Europa heeft de digitale revolutie die werd geleid door het internet en de productiviteitswinst die het met zich meebracht grotendeels gemist: in feite wordt de productiviteitskloof tussen de EU en de VS grotendeels verklaard door de technologiesector.
De EU is zwak in opkomende technologieën die toekomstige groei zullen stimuleren. Slechts vier van 's werelds top 50 technologiebedrijven zijn Europees. Toch neemt de behoefte van Europa aan groei toe. De EU gaat de eerste periode in haar recente geschiedenis in waarin groei niet wordt ondersteund door een groeiende bevolking. Tegen 2040 zal de beroepsbevolking naar verwachting met bijna 2 miljoen werknemers per jaar krimpen.
We zullen meer moeten leunen op productiviteit om groei te stimuleren. Als de EU haar gemiddelde productiviteitsgroei sinds 2015 zou handhaven, zou dat slechts voldoende zijn om het BBP tot 2050 constant te houden - op een moment dat de EU wordt geconfronteerd met een reeks nieuwe investeringsbehoeften die moeten worden gefinancierd door hogere groei.
Om de economie te digitaliseren en te decarboniseren en onze defensiecapaciteit te vergroten, zal het investeringsaandeel in Europa met ongeveer 5 procentpunten van het BBP moeten stijgen tot niveaus die voor het laatst werden gezien in de jaren 60 en 70. Dit is ongekend: ter vergelijking: de extra investeringen die het Marshallplan tussen 1948-51 bood, bedroegen jaarlijks ongeveer 1-2% van het BBP.
Als Europa niet productiever kan worden, zullen we gedwongen worden om te kiezen. We zullen niet in staat zijn om in één keer een leider in nieuwe technologieën, een baken van klimaatverantwoordelijkheid en een onafhankelijke speler op het wereldtoneel te worden. We zullen ons sociale model niet kunnen financieren. We zullen een deel, zo niet al onze ambities moeten terugschroeven.
Tot zover de inleiding van het rapport van Draghi . In zijn geheel is dat rapport - The future of European competitiveness: Report by Mario Draghi hier te lezen.
Het rapport kreeg voorlopig in delen van Duitsland dat zelf economische problemen heeft al kritiek. Er moet namelijk veel geld geleend worden om de plannen door te zetten. De Duitse minister van Financiën Christian Lindner zei vrijwel onmiddellijk dat Duitsland niet zal instemmen met de gezamenlijke leningen die nodig zijn voor de plannen van Draghi. Een deel van de plannen zoals gezamenlijk inkopen van belangrijke grondstoffen en beter samenwerking op het gebied van militaire aankopen en wetenschappelijke en industriële samenwerking hoeft overigens niet zoveel te kosten. Dat geldt ook voor stroomlijning van regeldruk die projecten vaak onnodig vertraagt. Dus Europa kan nu al beginnen. Luisteren naar Draghi heeft intussen dus zin. Met productiviteitsgroei in het slop en een demografie waarbij steeds minder werkenden voor het inkomen van de Europese naties moeten zorgen en naast de VS steeds meer gevestigde -Korea, Japan, en nieuwe opkomende economieën China, India heeft de oud-overheidsbankier van Europa meer dan een punt.