Burgers moeten meer grip op hun leven hebben. Aldus de WRR die politieke paradoxen maar liever ongenoemd laat
De overheid probeert langs diverse wegen oorzaken van ontevredenheid van burgers in te perken. Analyse van de oorzaken van die ontevredenheid moet daarbij helpen.
Belangrijke oorzaak zou zijn dat burgers te weinig het gevoel hebben grip op het eigen leven te hebben.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) komt in een recent rapport met een remedie voor onmacht die burgers kunnen voelen over hun leven. De WRR formuleert het in haar recente rapport ‘Grip. Het maatschappelijk belang van persoonlijke controle’ zo: Burgers moeten zoveel mogelijk kunnen beschikken over de middelen, mogelijkheden en rechten om hun levensdoelen te kunnen realiseren. Wanneer mensen onvoldoende grip op hun leven ervaren, kan dat leiden tot meer gezondheidsproblemen, eerder overlijden, meer maatschappelijk onbehagen, en mogelijk zelfs complotdenken. |
Onzekerheid
Grote groepen burgers, bijvoorbeeld jongeren en huishoudens tot en met lage middeninkomens, ervaren onzekerheid en een gebrek aan grip op hun leven.
Wanneer zij geconfronteerd worden met onzekerheid en niet het gevoel hebben dat ze grip hebben op hun situatie, kan dat hun gezondheid aantasten en hun tevredenheid over hun leven aanmerkelijk verminderen. Ook kan dit een bron zijn van maatschappelijk ontevredenheid.
Ten slotte zijn er aanwijzingen dat een gebrek aan grip dat iemand ervaart, samenhangt met wereldbeelden en overtuigingen die 'niet bevorderlijk zijn' voor de democratische rechtsstaat.
'als de overheid zoveel nadruk legt op eigen verantwoordelijkheid, dan is het ook belangrijk dat zij zich inzet voor zodanige condities dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid ook echt kunnen waarmaken'
In dit rapport redeneert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (wrr) vanuit het perspectief van de individuele burger, vanuit zijn of haar wensen, doelen en levensprojecten.
Ga in de schoenen staan van de individuele burger
Wetenschappers spreken wel van het ‘eerstepersoons-perspectief’: ga in de schoenen staan van de individuele burger en kijk hoe de wereld zich voor hem of haar aandient. Dit rapport is dan ook gebaseerd op het nodige psychologische onderzoek. Op basis hiervan wil de wrr bepaalde maatschappelijke verschijnselen beter begrijpen en een ander perspectief bieden voor het regeringsbeleid.
Met deze gedragswetenschappelijke insteek is dit rapport in zekere zin een vervolg op het wrr-rapport Weten is nog geen doen uit 2017. Met één groot verschil, zoals te zien is in onderstaande figuur:
Weten is nog geen doen ging vooral over zelfcontrole: de mate waarin mensen in staat zijn hun eigen gedrag effectief te sturen. In dat rapport uit 2017 introduceerden we daarvoor het woord ‘doenvermogen’.
–
Het huidige rapport gaat over wat je omgevingscontrole zou kunnen noemen: de mate waarin mensen in staat zijn hun omgeving effectief te beïnvloeden, en zo hun doelen te bereiken. We hanteren hiervoor het woord ‘grip’.
Tussen de twee bestaat natuurlijk een verband, want wie zijn omgeving effectief wil beïnvloeden, moet allereerst zijn eigen gedrag kunnen reguleren. Grip veronderstelt dus een basis van doenvermogen, maar doenvermogen alléén is niet genoeg. Werkelijke grip op de omgeving vereist ook andere dingen, zoals voldoende financiële middelen, sociale hulpbronnen en rechten, maar ook een voorspelbare en navigeerbare omgeving. De markt en de overheid moeten de ruimte en de mogelijkheden bieden om ook daadwerkelijk grip uit te oefenen. Het zijn allemaal elementen die bijdragen aan grip. Daarmee bouwt dit rapport ook voort op een ander recent wrr-rapport, namelijk Het betere werk uit 2020. Daarin vroeg de raad nadrukkelijk aandacht voor het belang van grip op het werk, grip op het inkomen en grip op het leven.
Geen Orwell
Om misverstanden te voorkomen: persoonlijke controle is iets heel anders dan sociale controle of een Orwelliaanse overheidscontrole waarmee sommigen het begrip ‘controle’ misschien associëren. Bij persoonlijke controle gaat het niet om controle over het individu, maar om controle door het individu, om de mogelijkheden van mensen om met succes hun weg te vinden in een wereld vol onzekerheden. Persoonlijke controle hangt nauw samen met zelfbeschikking en vrijheid. Om ongewenste associaties te voorkomen gebruiken we daarom vaak het woord ‘grip’.
Wat is ‘grip’?
Met ‘grip’ bedoelt de WRR de mate waarin mensen in staat zijn door eigen handelen gewenste uitkomsten te bereiken en ongewenste uitkomsten te voorkomen. In de internationale gedragswetenschappelijke literatuur spreekt men van ‘personal control’ of van ‘mastery’. Het gaat hierbij om de capaciteiten, middelen en rechten waarover iemand kan beschikken om het hoofd te bieden aan de onzekerheden van de wereld en tóch zijn of haar doelen te bereiken. Te denken valt aan toegang tot opleidingen om je naast het werk verder te ontwikkelen, de middelen die je nodig hebt om een fatsoenlijke woning te bemachtigen, de kennis en vaardigheden om je weg te vinden in de wereld van regelingen, zorg en andere voorzieningen, maar ook de aanwezigheid van een sociaal netwerk dat je kan helpen als het moeilijk wordt, of de formele rechten en feitelijke mogelijkheden om invloed uit te oefenen op wat er in je directe leefomgeving gebeurt.
Persoonlijke controle
Persoonlijke controle, oftewel grip, is om meerdere redenen belangrijk. In de afgelopen decennia hebben opeenvolgende kabinetten veel nadruk gelegd op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Burgers moeten minder van de overheid verwachten en meer zelf doen om hun idee van het goede leven te verwezenlijken. Dit rapport gaat niet over de wenselijkheid van die politieke keuze. Maar als de overheid zoveel nadruk legt op eigen verantwoordelijkheid, dan is het ook belangrijk dat zij zich inzet voor zodanige condities dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid ook echt kunnen waarmaken. Het is vragen om problemen als mensen wel veel onzekerheid ervaren, maar ze niet het gevoel hebben grip te hebben op hun situatie. Dit kan dit tot verschillende onwenselijke uitkomsten leiden. In onderstaande figuur is dat terug te zien:
Onzekerheid en een gebrek aan grip
In het rapport wordt getoond dat onzekerheid en een gebrek aan grip voor veel mensen een realiteit zijn. Deze beperkt zich niet tot werk en inkomen maar doet zich ook voor op andere belangrijke gebieden van het leven, zoals gezondheid, wonen en de leefomgeving. Onzekerheden hebben bovendien de neiging zich te stapelen: onzekerheid op het ene terrein, bijvoorbeeld inkomen, leidt tot onzekerheid op een ander domein, bijvoorbeeld wonen. Hierdoor gaan mensen belangrijke levenskeuzes uitstellen, zoals een relatie aangaan, samenwonen of kinderen krijgen. Dergelijke stapelingen doen zich vooral voor bij jongeren, huishoudens met lage inkomens en de lage middeninkomens. Maar ook andere groepen worden geconfronteerd met onzekerheid.
Minder grip: minder geluk, gezondheid en korter leven
Onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (scp) laat zien dat het gevoel van controle sterk samenhangt met algemene levenstevredenheid en geluk. Grote en langlopende internationale onderzoeken wijzen bovendien uit dat iemands gevoel van controle sterk samenhangt met allerlei mentale en fysieke gezondheidsuitkomsten, variërend van depressie tot hart- en vaatziekten. Mensen die laag scoren op controle gaan, gemiddeld genomen, dan ook eerder dood. Deze onderzoeken werpen ook nieuw licht op een hardnekkig probleem, namelijk het verschil in gezondheid tussen lagere en hogere sociaal-economische klassen. De resultaten laten zien dat dit verschil voor een flink deel kan worden verklaard doordat lagere sociaal-economische klassen doorgaans minder grip op hun leven ervaren dan hogere sociaal-economische klassen.
Minder grip is een bron van maatschappelijk onbehagen
Iemands gevoel van controle hangt ook samen met maatschappelijk onbehagen, met een algemeen en onbepaald gevoel dat het niet goed gaat met ‘de samenleving’. We vonden dat wie laag scoort op gevoel van controle in zijn eigen leven, ook eerder meent dat het slecht gaat met de samenleving als geheel – zélfs als rekening wordt gehouden met verschillen in onzekerheid.
Dat betekent natuurlijk niet dat hiermee alle vormen van maatschappelijk onbehagen verklaard kan worden. Daarvoor is het verschijnsel te complex. Wel richt het de blik op een verklaring die nog weinig is onderzocht.
Dat veel mensen uit datzelfde onbehagen op flankpartijen stemmen die uiteindelijk rechts of linksom een een meer autoritair dus minder vrij regime voorstaan als oplossing voor het onbehagen is een paradox die de WRR maar liever buiten beschouwing laat.
Meer info: Grip. Het maatschappelijk belang van persoonlijke controle