CPB-doorrekening verkiezingsprogramma's. Meeste partijen geven meer uit en dan moeten NSC en BBB nog komen

08 november 2023 door een van onze medewerkers
CPB-doorrekening verkiezingsprogramma's. Meeste partijen geven meer uit en dan moeten NSC en BBB nog komen
Verkiezingsposters op de Coolsingel Foto Ronald G

Sociale zekerheid

Alle partijen laten de uitgaven aan sociale zekerheid oplopen. In het basispad stijgen deze uitgaven met bijna 14 mld euro vanwege een toename van het aantal AOW’ers door vergrijzing, een oplopende werkloosheid en stijgende lonen, die resulteren in hogere uitkeringen. De VVD, GroenLinks-PvdA, D66, de ChristenUnie en Volt verhogen het wettelijke minimumloon, waarbij de meeste partijen hier ook de uitkeringen en/of toeslagen aan koppelen. D66, de ChristenUnie, Volt en JA21 kiezen voor (stelsel)wijzigingen, die gevolgen hebben voor zowel de uitgaven als de lasten. Volt intensiveert het meest in de sociale zekerheid, door de introductie van een inkomensonafhankelijke huishoudtoelage en een verhoging van de AOW, maar de partij schaft ook de zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderbijslag en het kindgebonden budget af. JA21 intensiveert ook door een inkomensonafhankelijke huishoudtoelage. Deze partij schaft verder de zorgtoeslag, kinderbijslag en het kindgebonden budget af, en vervangt de huurtoeslag door een inkomensonafhankelijke huurtoelage. D66 en de ChristenUnie voeren een verzilverbare heffingskorting in. Doordat de ChristenUnie de zorgtoeslag, kinderbijslag en het kindgebonden budget afschaft, buigt de partij per saldo om op uitgaven aan sociale zekerheid. D66 intensiveert per saldo in sociale zekerheid. Van de partijen zonder stelselwijziging intensiveren GroenLinks-PvdA en de SGP in de sociale zekerheid en buigen de VVD en het CDA erop om.  

Meer zorguitgaven 

Ook de uitgaven aan zorg nemen bij alle partijen toe. In het basispad stijgen de zorguitgaven met 13 mld euro. Enkele partijen laten de zorguitgaven meer toenemen dan in het basispad, GroenLinks-PvdA het meest. Deze partij verlaagt het verplichte eigen risico met honderd euro per persoon. De VVD, D66, het CDA en de ChristenUnie bevriezen het eigen risico op het niveau uit 2024. GroenLinks-PvdA, de ChristenUnie en Volt breiden het basispakket in de zorgverzekeringswet (Zvw) uit. De VVD bevriest de inhoud van het basispakket, zodat deze niet langer automatisch meegroeit met de stand van wetenschap en praktijk. Alle partijen, behalve JA21, willen een hoofdlijnenakkoord afsluiten om de groei van de Zvw-uitgaven te dempen.

Financiën provincie en gemeenten

Partijen maken verschillende keuzes voor de financiën van de medeoverheden. D66, GroenLinks-PvdA, het CDA, de ChristenUnie en de SGP intensiveren in het gemeente- en provinciefonds. Daarmee beogen ze verschillende zaken, maar uiteindelijk hebben gemeenten en provincies vrijheid bij het besteden van deze middelen. We veronderstellen dat de netto-uitgaven aan medeoverheden vallen onder de functies openbaar
bestuur en zorg. JA21 buigt om op het gemeente- en provinciefonds, de VVD alleen op het provinciefonds.

Unaniem meer geld defensie

Het basispad bevat een forse stijging van de overheidsuitgaven in de komende kabinetsperiode, de helft van de partijen verhoogt deze verder. De VVD verlaagt de overheidsuitgaven ten opzichte van het basispad, maar per saldo stijgen de uitgaven ook bij deze partij. Het CDA, JA21 en de SGP houden de uitgavenstijging min of meer gelijk aan het basispad. In de verschillen tussen uitgavencategorieën worden de prioriteiten van partijen zichtbaar. Een deel van de partijen verhoogt de uitgaven aan sociale zekerheid, zorg en openbaar bestuur verder, terwijl andere partijen die uitgavenstijgingen juist willen beperken. Dit geldt ook voor onderwijs en internationale samenwerking. Veel partijen schrappen het resterende budget van het Nationaal Groeifonds, terwijl vrijwel alle partijen meer geld dan in het basispad willen uitgeven aan veiligheid en bereikbaarheid. De enige uitgavencategorie waarover echt overeenstemming bestaat, is defensie; alle partijen verhogen de defensie-uitgaven ten opzichte van het basispad.

Het basispad geeft de economische ontwikkeling in de komende kabinetsperiode weer bij ongewijzigd beleid. De economische en budgettaire ontwikkelingen worden wel beïnvloed door eerder genomen maatregelen die pas op termijn hun volledige beslag krijgen of afgebouwd worden. Voor de overheidsbegroting wordt gebruik gemaakt van de meerjarencijfers uit de Voorjaarsnota 2023 en aangeleverde beleidsuitgangspunten.

Meestal wat minder staatsschuld 

De meeste partijen kiezen ervoor de overheidsfinanciën in de komende kabinetsperiode niet verder te laten verslechteren ten opzichte van het basispad. Dit staat in contrast met het expansieve begrotingsbeleid van de afgelopen jaren, dat ook in het basispad besloten ligt. Bij ongewijzigd beleid loopt het overheidstekort in 2028 op tot 3,6% bbp. De SGP houdt het tekort stabiel en bij JA21 loopt het iets op. Bij de overige partijen verbeteren de overheidsfinanciën ten opzichte van het basispad, waarbij de meeste partijen het tekort beperken tot rond de 3% bbp. Bij Volt verbetert het saldo tot -2,2% bbp, voor een belangrijk deel als gevolg van de afschaffing van de aftrekbaarheid van pensioenpremies, waardoor belastingopbrengsten uit de toekomst naar voren worden gehaald. 

Toeslagen en bestaanszekerheid

Vraagstukken als de toekomst van het toeslagenstelsel en het thema bestaanszekerheid zijn bij alle partijen terug te zien in hun keuzes, hoewel er grote verschillen zijn in de wijze waarop ze aan de oplossingen gestalte willen geven. Een deel van de partijen hervormt de sociale zekerheid door een verzilverbare heffingskorting (D66, CU) of een huishoudtoelage (Volt, JA21) in te voeren, en gelijktijdig (een deel van) de toeslagen af te schaffen. Veel partijen voeren beleid dat aangrijpt op de laagste inkomens, zoals een lager tarief in de eerste schijf in box 1 van de inkomstenbelasting, of het verhogen van het minimumloon, al dan niet gekoppeld aan sociale uitkeringen en/of toeslagen. Ook wordt er gericht inkomensbeleid gevoerd op huishoudens met kinderen. Hierdoor daalt bij alle partijen de kinderarmoede in meer of mindere mate ten opzichte van het basispad.

Minder migratie en soms evenveel

De meeste partijen maken keuzes om Nederland minder aantrekkelijk te maken voor immigranten, hoewel ze een verschillende aanpak voorstaan voor asielmigranten, internationale studenten en expats. De VVD, het CDA en JA21 nemen maatregelen om de asielinstroom te beperken, waardoor de kosten van asielopvang en het aantal uitkeringen lager uitkomen. De VVD, het CDA en de SGP richten zich op lagere studiemigratie, mede door het verplichtstellen van Nederlands in (de meeste) bacheloropleidingen. Fiscale regelingen voor expats, zoals de 30%-regeling, worden versoberd of afgeschaft door de meerderheid van de partijen (GL-PvdA, CDA, CU, Volt, SGP). 

Woonbeleid: grote verschillen in financiering

Veel partijen willen wijzigingen doorvoeren in het woonbeleid, maar de contrasten tussen partijen zijn groot. Een aantal partijen brengt wijzigingen aan in de fiscale behandeling van de eigen woning. Vier partijen (D66, GL-PvdA, CU en Volt) beperken de hypotheekrenteaftrek. De ChristenUnie en Voltbeperken het eigenwoningforfait (EWF). Volt voert een belasting in op de winst bij verkoop van woningen en verhoogt de overdrachtsbelasting, JA21 schaft de overdrachtsbelasting juist af. GroenLinks-PvdA en de ChristenUnie willen een vpb-vrijstelling voor woningcorporaties invoeren, JA21 voert een verhuurderheffing voor woningcorporaties in. JA21 wil daarnaast afspraken maken met woningcorporaties om de huren te verlagen, de VVD bevriest de huren van sociale huurwoningen. GroenLinks-PvdA breidt de huurregulering uit en maximeert de huurstijging voor alle huurwoningen.  

Pensioensparen 

Verschillende partijen nemen maatregelen om de fiscale ruimte voor pensioensparen te beperken. Volt schaft de omkeerregeling voor nieuwe opbouw volledig af, GroenLinks-PvdA, de ChristenUnie en de SGP verlagen de aftoppingsgrens en D66 en de VVD beperken de verplichte opbouw van pensioenpremies. Deze maatregelen leiden op korte termijn tot lagere pensioenpremies en meer overheidsinkomsten, maar in de toekomst tot lagere pensioenuitkeringen en minder belastinginkomsten. Hiernaast kiest een aantal partijen voor een flexibele AOW-leeftijd tot drie (D66, CDA, SGP) of vijf (VVD) jaar later.


Meer info CPB Keuzes in kaart

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.