Een verschrikkelijk leuke dominee uit een vervlogen tijd

19 februari 2023 door Han van der Horst
Een verschrikkelijk leuke dominee uit een vervlogen tijd
Zicht op de Rubroekstraat vanuit de Tweede Crooswijksedwarsstraat in 1946 Foto Fototechnische Dienst Rotterdam / Gemeente Archief

Van het oude Crooswijk is niets meer over. De wijk is weliswaar voor een belangrijk deel ontkomen aan de veryupping à la het Oude Noorden maar toch is van de oude sfeer en de traditionele saamhorigheid niets meer over. Dezer dagen verscheen een boek waarin juist dat allemaal centraal staat. Herman Noordegraaf, theoloog, socioloog, predikant en emeritus hoogleraar diaconie, publiceerde een biografie over de legendarische dominee Gijs van Veldhuizen, die het tussen pakweg 1940 en zijn overlijden in 1963 consequent voor Crooswijk en zijn bewoners heeft opgenomen. Titel: Op de Straathoek. Ds. G. van Veldhuizen (1903-1963), Van Plattelandsdominee tot pionier in Rotterdam Crooswijk.

Vroeger begonnen ze in andere delen van Rotterdam niet meteen te juichen als je kind met een verloofde uit Crooswijk thuis kwam. De wijk stond bekend als tuchteloos en asociaal. Vooral Rubroek – het zuidelijkste deel - had een geduchte reputatie. Men fluisterde dat de politie er niet durfde komen.

De wijk stond bekend als tuchteloos

Crooswijk is het product van de bevolkingsexplosie in het Rotterdam van het laatste kwart der negentiende eeuw. Vooral door migratie vanuit de eilanden, Zeeland en West Brabant nam het inwonertal schoksgewijs toe. Dat kwam door de groei van de haven en het aanpalende bedrijfsleven na de voltooiing van de Nieuwe Waterweg. Het tot dan toe landelijke Crooswijk werd volgebouwd met woninkjes voor de kleine man. De panden hadden vaak drie tot vier verdiepingen met minimale appartementjes voor en achter. Overbevolking was als het ware ingepland en het werd allemaal nog erger toen zich in 1940 slachtoffers van het bombardement bij hun familieleden in Crooswijk voegden. De gemeente had tijd noch geld om iets aan de woningtoestanden te doen. Na de bevrijding kregen herstel van economie en werkgelegenheid prioriteit en toen de omstandigheden na enkele jaren wat minder schraal waren nieuwbouw op de maagdelijke gronden rond Overschie en in Rotterdam Zuid.

 Overbevolking was als het ware ingepland

In die omstandigheden kwam dominee van Veldhuizen terecht. Hij kende Rotterdam goed omdat hij een belangrijk deel van zijn jeugd had doorgebracht in Kralingen waar zijn vader – zonder dat hij overigens ooit een voet in de tropen had gezet – rector werd van de Zendingsschool. De jonge Gijs ging met zijn ouders mee toen deze benoemd werd tot hoogleraar aan de theologische faculteit in Groningen. Van Veldhuizen had zelf het liefst Nederlandse taal en letterkunde gestudeerd maar zijn ouders dwongen hem de familietraditie voort te zetten en voor theologie te gaan. Het ontbrak Van Veldhuizen volstrekt aan geestelijke roeping. Die kwam pas tijdens zijn eerste predikantschappen op het platteland toen hij langzaam maar zeker gegrepen werd door de zielzorg. Zijn literaire ambities bleven ondertussen recht overeind. Thuis klonk vaak het geratel van een Remington schrijfmachine. Dan was Van Veldhuizen bezig met een van zijn vele beschouwingen, columns, boeken of romans.

Ondertussen kreeg hij ook nog eens negen kinderen bij zijn jeugdliefde Annie Harkema op wie hij al viel toen zij pas dertien was. Ze verloofden zich op haar achttiende. Annie zat kort voor het eindexamen gymnasium. Toch zette de rector haar zonder pardon van school. Zo ging dat in die dagen. Annie werd huisvrouw maar bleef haar leven lang verontwaardigd.

Kerk en lotsverbetering gingen hand in hand

Op het theologische en kerkelijke vlak was Van Veldhuizen best orthodox. Hij maakte deel uit van de Confessionele Vereniging binnen de Nederlands Hervormde Kerk die onder een iets andere naam https://confessionelebeweging.nl/ nog steeds voortbestaat. Tegelijkertijd was hij – als kind van zijn tijd – een onverholen aanhanger van de volkskerk-gedachte. Het woord van Jezus was niet bestemd voor fijnproevers maar voor iedereen en dan had de kerk een belangrijke taak waaraan zij zich nooit mocht onttrekken: zich een plaats veroveren middenin de volkswijken van de grote steden waar naar Van Veldhuizens overtuiging geloof, normen en waarden onder zware druk stonden. Je mocht je dan niet beperken tot het Woord maar je moest je net zo zichtbaar maken door de daad. In de praktijk betekende dat een activiteit die we tegenwoordig opbouwwerk zouden noemen. Van Veldhuizen en de mensen om hem heen spraken van comprehensive approach, een term die ze overnamen uit de Verenigde Staten waar al uitgebreid met dit bijltje werd gehakt. Zo gingen kerk zijn en lotsverbetering hand in hand. Dan was er in Crooswijk veel te doen. Met vaardige pen schetst Van Veldhuizen de armoe, de ontreddering, de wanhopige pogingen van mensen om hun waardigheid te behouden en hun kinderen een behoorlijke opvoeding te geven. Dit laatste in directe concurrentie met jeugdbendes die zich op straat steeds weer vormden.

Annie werd huisvrouw maar bleef haar leven lang verontwaardigd

Van Veldhuizen kwam in actie op een manier die de Hervormde Kerk niet echt gewend was. Hij had een hekel aan de zelfgenoegzaamheid en het triomfalisme van rechtgelovigen. Volgens hem werden die gesymboliseerd door de monumentale, intimiderende Koninginnekerk uit 1907 die ondanks zijn 1700 zitplaatsen de omwonenden geen gevoel van thuis komen gaf.. Van Veldhuizen trok liever de straten in waar hij contact zocht met de bewoners en de organisaties die er al waren – christelijk of niet. Zo stelde hij het wijkgebouw van de Nederlands Hervormde Kerk in de weekeinden open voor de duivenmelkers, die in Crooswijk ruimschoots voorhanden waren. Hij bestreed de ontworteling van de jeugd met behulp van een boksschool, die werd geleid door de beste pupil van the Dutch Windmill, Bep van Klaveren. Zo leerden jongeren naast vechten matiging en discipline.

Het doet allemaal denken aan hedendaagse pogingen om ontsporende jongeren via vechtsporten op het goede pad te houden. Ook een andere praktijk van de dominee doet uiterst modern aan. Vanuit een leunstoel vertelde hij – in zalen, niet in kerkgebouwen – Bijbelse verhalen aan een ademloos luisterend publiek. Zijn beeldend taalgebruik en zijn gevoel voor humor kwamen hem daarbij goed te stade. Via verhalen, meende Van Veldhuizen, bracht je de Boodschap vaak effectiever over dan met een klassieke preek. Ook zijn romans – allemaal over predikanten en pastorale thema´s – stonden in dienst van deze strategie. Tegenwoordig is story telling een belangrijk onderdeel van cursussen welsprekendheid voor politici en zakenlieden.

Tegelijkertijd benadrukte Van Veldhuizen het belang van het huisbezoek: de dominee komt langs en brengt het gesprek op wezenlijke onderwerpen.

De burgemeester en krant 'Het Vrije Volk' sympathiseerden

Dit alles viel op. De Pvda-burgemeester van Rotterdam Gerard Van Walsum – zelf een doorgebroken CHU-lid – koesterde grote belangstelling voor Van Veldhuizens aanpak. De dominee kon ook rekenen op sympathiserende verslaggeving in Het Vrije Volk. In 1952 verscheen zelfs een boek, geïnspireerd door de dialogen van Plato, waarin Van Veldhuizen en de destijds beroemde socialistische schrijver Willem van Iependaal op een Crooswijkse trap gezeten van gedachten wisselen over gerechtigheid. Godloochenaar en gelovige komen steeds dichter naar elkaar toe blijven tenslotte allebei op een eigen tree staan. De uitgeverij zag er een bestseller in maar van de 10.000 gedrukte exemplaren werden er slechts weinige verkocht.

Dit zijn een paar doorkijkjes in het rijke boek van Herman Noordegraaf. Hij slaagt erin een verschrikkelijk leuke dominee en een verdwenen Rotterdamse volkswijk tot leven te brengen. Het is een knappe prestatie want het boek gaat voor een belangrijk deel over een geestelijk klimaat dat de meeste lezers van nu vreemd is geworden. En over idealen van samenlevingsopbouw die op een aantal punten niet meer de onze zijn. Het is een vreemde wereld maar Noordegraaf weet die toch begrijpelijk én fascinerend te maken.

Zo vanaf 1960 begon Crooswijk snel te veranderen. Veel oorspronkelijke bewoners kregen appartementen toegewezen in de nieuwbouwwijken. De eerste gastarbeiders deden hun intrede. Van Veldhuizen moest constateren dat het fundament verdween onder alles wat hij sinds de oorlog had opgebouwd. Wij moeten opnieuw beginnen, constateerde hij manmoedig maar hij overleed voor hij werkelijk de hand aan de ploeg kon slaan. Op den duur heeft de Nederlands Hervormde kerk het werk in Crooswijk opgegeven.

Als je houdt van Rotterdam en zijn geschiedenis, dan mag Op de Straathoek niet in je boekenkast ontbreken.

Herman Noordegraaf, Op de Straathoek. Ds. G. van Veldhuizen (1903-1963), Van Plattelandsdominee tot pionier in Rotterdam Crooswijk. Utrecht 2023. Eburon. ISBN 978-94-6301-433-5

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.