‘Was Judas nu schuldig of niet aan verraad?’ (deel 3 en slot)

04 april 2018 door Jim Postma
‘Was Judas nu schuldig of niet aan verraad?’ (deel 3 en slot)

In de vorige twee afleveringen over Judas Iskariot zijn zowel zijn aanklagers als zijn advocaten aan het woord geweest. Net als in een rechtszaak dus. Pas wie alle drie afleveringen rondom de Paasdagen heeft gelezen kan een oordeel vellen over het wel of niet schuldig zijn van Judas, over zijn vermeende verraad tegenover Jezus Christus. In deze dagen bent u dus een soort jury die alleen kan oordelen uit het menselijk oog en oor.

Zeer zeker niet om hiermee op de troon te gaan zitten van de enige Rechtvaardige in deze, God Almachtig. Die zal immers allang Zijn oordeel hebben geveld. Zoals tegenwoordig persgeile ‘haatpredikers’ het doen. Zij oordelen immers vanaf hun kansel wie een gelovige en wie een niet gelovige, c.q. afvallige is. Met hun oordeel plegen zij zodoende bewust ‘Godslastering’, waarop in sommige landen nog de doodstraf staat.


Van Judas Iskariot kan veel worden gezegd, maar hij is in ieder geval – ook in deze tijd – beslist geen haatprediker geweest. Judas staat synoniem voor zijn ‘verraad’ in de tuin van Gethsémané, later in onze geschiedenis gelijk aan al het verraad in deze wereld. Gethsémané is in het Hebreeuws een meisjesnaam. De letterlijke betekenis is: ‘Vat met olie, oliepers.’

Gethsémané
Het was daar in die nachtelijke duistere tuin vol met olijfbomen op de flanken van de Olijfberg, ten oosten van Jeruzalem, waar Jezus al biddend zijn laatste nacht voor zijn terechtstelling doorbracht. Het was ook de plek waar Jezus in de laatste uren zijn discipelen min of meer uitschold, toen zij daar met z’n allen lagen te slapen. En het was ook de plek waar Judas ten slotte zijn kus op het gezicht van Jezus drukte en hem daarmee uitleverde aan zijn beulen.

Lucas meende dat het ‘verraad van Gethsémané’ te wijten was aan het werk van de duivel ofwel aan Judas’ hebzucht, zoals Markus het omschreef. Maar door de opmerkingen van Jezus tot Judas tijdens het ‘Laatste Avondmaal’ bleek dat het hier ging om afgesproken werk. Jezus wilde het zelf zo.

In aflevering twee had ik het over de codex en het zogenaamde Judas-evangelie gevonden in 1978 in Egypte. Daarin lieten destijds gnostici doorschemeren dat Judas behoorde tot de ingewijden van Christus. Enkele van de apostelen en zeer zeker Judas zouden toen zo’n 2000 jaar geleden vertrouwelijke kennis van Jezus hebben gekregen over de ware goddelijke aard van de menselijke ziel. En dat daarin de rol van Judas niet die was van verrader maar van verlosser van Christus.

Als wij deze zogenaamde codex mogen geloven zou Jezus in dat kader ook nog tegen Judas hebben gezegd: ‘Zie tegen jou is alles gezegd. Sla je ogen op en zie de wolk en het licht in de wolk en de sterren rond de wolk. Jouw ster is de leidende ster.’ Het verraad van Gethsémané moest eindigen in de bevrijding van Christus uit zijn stoffelijke lichaam, een gebeurtenis die de gezalfde van meet af aan had nagestreefd.

‘De Alfa en de Omega’
Wat mij persoonlijk is opgevallen is dat je in deze huidige tijd nog steeds vol bewondering zit te kijken naar dit absolute spektakelstuk, beter dan welke Shakespeare ooit. Het is haast of je er zelf bij bent geweest, als in een film of in een theater. En welke film of theaterstuk kan nu zonder een goede regisseur? Alles is als het ware voorbestemd, geregisseerd tot in de puntjes. Zo zegt God in de Openbaring 1:8 en 21:6 en in 22:13: ‘Ik ben de Alfa en de Omega.’ In sommige vertalingen (onder andere in The Living Bible) is dit: ‘Ik ben de A en de Z.’ En in Openbaring 2:8 wordt Jezus aangeduid als ‘De Eerste en de Laatste’. Waarmee hetzelfde wordt bedoeld.

Het is en blijft een uitdrukking in het Christendom die Gods Almacht symboliseert. De ‘Alfa’ en de ‘Omega’ zijn hierin de eerste en laatste letter van het klassieke (Ionische) Griekse alfabet. In sommige vertalingen luidt dit: ‘Ik ben de A en de Z.’ Wie van u de ‘Openbaringen’ heeft gelezen, zoals die door Johannes aan de wereld zijn geopenbaard via het laatste hoofdstuk van de Bijbel, kan niet anders concluderen dan dat wij met z’n allen in het midden of aan het einde zitten van een film die allang is gemaakt en door de Almachtige van begin tot eind is geregisseerd. Toch?

Openbaringen 1 begint met de zin: ‘Een openbaring door Jezus Christus, die God (Almachtig) hem (Johannes) gegeven heeft om aan zijn slaven de dingen te tonen die binnenkort gebeuren moeten…’. Alleen al dit laatste woord ‘moeten’, laat aan alle kanten zien dat er voor de hele mensheid geen stap meer terug is. Al zou de mens dat heel graag doen, met de wetenschap nu wat hem allemaal volgens de Openbaringen te wachten staat.

Onderhandelen
Niettemin is meerdere malen bewezen dat er met de Almachtige te onderhandelen is, zelfs door en met de mens. Neem het verhaal van Abraham die God opdracht had gegeven om zijn jonge zoon te offeren, te slachten als een schaap. Godsgetrouw nam hij Isaac mee naar de berg Mount Moriah. Op het bevel van de Almachtige werd Abraham aldaar gesommeerd een altaar te bouwen. Daarop Isaac te leggen (als een mak lam) en hem vast te binden. Daarop trok Abraham zijn scherpe mes om hem de keel door te snijden

Hier las ik doelbewust een pauze in. Welke vader is in staat om dit zijn geliefde zoon aan te doen? Kennelijk kende Abraham in deze God Almachtig lang niet voldoende. Elke rechtgeaarde vader zou immers opstaan (zelfs tegen de Almachtige) en uit pure liefde smeken: ‘Ik heb mijn leven al grotendeel achter mij. Neem mijn leven in plaats dat van Isaac!’

Wellicht was in deze door het antwoord en de smeekbede van Abraham God even verrast geweest, maar de uitkomst bleef natuurlijk haast hetzelfde. Namelijk, toen God de trouw van de vader aan Hem had gezien en gehoord, verscheen er plotseling een engel. Die instrueerde Abraham om in plaats van Isaac een ram te slachten die nabij vast kwam te zitten in een struik vol met distels. En zo geschiedde.

‘Eli, Eli…’
In deze zelfde vergelijking had God de Almachtige, als Hij dat wilde, Zijn geliefde Zoon Jezus op het allerlaatste moment kunnen redden. Vandaar wellicht even de vertwijfeling in de geest van Christus toen hij vlak voor zijn dood zei: ‘Eli, Eli, waarom heeft Gij mij verlaten.’

Dan bezoekt de Almachtige de ‘aartsvader’ Abraham nog een keer als Hij besluit om het totaal goddeloze Sodom en Gomorra te vernietigen met vuur en zwavel. Abraham deed toen zijn eerste poging om met God te onderhandelen om de stad toch te sparen. De Almachtige gaf daarin wonderbaarlijk toe en sprak: ‘Ik zal de stad sparen als je daarin nog tien rechtvaardigen kan vinden.’ Het handjeklap ging nog door tot vijf, maar die bleken er dus in het geheel niet te zijn. Vlak daarvoor had God voor het eerst gezegd: Ik heb er spijt van dat ik ooit de mens heb geschapen’…

Voor ons allen blijft er niettemin nog een hoop: de wederkomst van Christus. Die belofte werd door dezelfde God Almachtig gedaan. Jezus zou na zijn verrijzenis terugkomen op ‘De Dag des Oordeels.’ (Amen!) Opmerkelijk is dat zowel in het Christendom als in de Islam dit expliciete geloof wordt aangehangen.

Blijft na dit hele Judas-proces de hamvraag: ‘Was Judas Iskariot nu schuldig aan verraad van Jezus? Of juist niet? En waarom dan?’ Mocht u zelf blijven twijfelen, laat het ons in reacties graag weten.

(Bronnen: Verslag Papias; J. van Oort, Het verloren evangelie van Judas; April D. DeConinck, The Thirteenth Apostel; The Gospel of Judas, DeConinck: C.G.N. de Vooys, De Middeleeuwse legenden over Pilatus, Veronica en Judas: Aart Brouwer, De Groene Amsterdammer; de Heilige geschriften in de Bijbel en ‘The Holy Spirit’).

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.