4,6 miljoen werkende vrouwen met inkomen. In 1977 was dat 1,8
Vrouwen met inkomen uit werk verdienden gemiddeld op jaarbasis bijna 34 duizend euro bruto in 2020. In 1977 was dat nog bijna 21 duizend euro. De stijging speelde grotendeels in de 21e eeuw en is vooral toe te schrijven aan de steeds langere werkweken van vrouwen. Bij mannen bleef de toename beperkt tot 12 procent: van ruim 46 duizend euro naar ruim 52 duizend euro. Dat meldt het CBS uit onderzoek op de reeks inkomensgegevens 1977–2020.
Stabieler inkomen vrouwen
Het bruto inkomen van mannen is meer onderhevig aan conjuncturele schommelingen, omdat zij vaker dan vrouwen in conjunctuurgevoelige sectoren als de bouw en ICT werken. In tijden van economische voorspoed, zoals rond de eeuwwisseling en in 2006 en 2007, groeide het inkomen van mannen sterker. In de economisch mindere perioden, zoals in de crisisperiode 2009–2013, nam het inkomen van mannen af, terwijl dat van vrouwen op peil bleef. In 1985 bereikte de welvaart een historisch dieptepunt als gevolg van de twee oliecrises in de jaren zeventig en liep het inkomen van vooral mannen sterk terug. Ondanks de coronacrisis nam het inkomen van mannen en vrouwen ook in 2020 toe, vooral door al gemaakte cao-afspraken over loonstijgingen.
Verhouding werk M/V: 1,13 / 1
Het aantal vrouwen met inkomen uit werk is tussen 1977 en 2020 toegenomen van 1,8 miljoen naar 4,6 miljoen. Bij mannen steeg het van 3,9 miljoen naar 5,2 miljoen. In 1977 stonden tegenover elke 100 werkende vrouwen 223 werkende mannen. In 2020 ligt dat met 100 vrouwen op 113 mannen dichter bij elkaar.