Loonkloof iets kleiner
Het verschil in loon tussen de top en de doorsnee werknemers van de duizend grootste bedrijven in Nederland is iets kleiner geworden. Het bruto jaarsalaris van de vijf topverdieners per bedrijf was vorig jaar 5,9 keer zo hoog als de doorsnee voltijdlonen bij deze grote bedrijven. In de top stijgt het aandeel vrouwen gestaag. Dat meldt het CBS in de onlangs verschenen publicatie De arbeidsmarkt in cijfers 2020.
Van de 13,7 miljoen mensen van 15 jaar of ouder met een eigen inkomen in 2019 had ruim drie kwart alleen een hoofdinkomen, 23 procent had daarnaast een neveninkomen. Bepalend voor een neveninkomen is dat het afkomstig is uit een andere inkomensbron dan het hoofdinkomen. Heeft bijvoorbeeld een werknemer een grote en een kleinere werknemersbaan, dan worden de inkomsten uit deze tweede baan niet als neveninkomen gezien, aangezien het bij beide om inkomen uit loon gaat.
Bij ruim de helft van de personen met neveninkomen ging het om loon als werknemer, bij 22 procent betrof het een uitkering. Het zijn vooral scholieren en studenten die bijverdienen. Van de scholieren en studenten met een eigen inkomen hadden ruim 9 op de 10 bijverdiensten. Daarmee zijn ze goed voor 40 procent van alle personen met een neveninkomen.
Van de werknemers heeft 14 procent een tweede inkomen; bij de zelfstandigen is dat 23 procent. De helft van de werknemers met neveninkomen heeft een uitkering. Daarnaast zijn werknemers ook vaak actief als zelfstandigen (32 procent) of ze ontvangen pensioen (18 procent). Zelfstandigen met neveninkomen hebben dikwijls een baan als werknemer (35 procent) of ontvangen pensioen (30 procent).
In 2019 bedroeg het persoonlijk inkomen van alle mensen in particuliere huishoudens met inkomen gemiddeld 33 duizend euro per jaar. Bij personen met werk als voornaamste inkomensbron was dat 44 duizend euro. Het inkomen van directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) was het hoogst, namelijk 71 duizend euro. Het persoonlijk inkomen omvat niet alleen het inkomen uit werk, maar al het inkomen uit arbeid, het inkomen uit eigen onderneming, de uitkering inkomensverzekeringen en de uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag en kindgebonden budget). Premies inkomensverzekeringen, behalve de premies voor volksverzekeringen, zijn hierop in mindering gebracht.