‘We gaan op jodenjacht’
Er is enige opwinding ontstaan over het feit dat na de overwinning van ADO/Den Haag op Ajax een speler van de Haagse club met uitgelaten supporters voluit heeft meegezongen met de tekst ,,we gaan op jodenjacht’’.
De speler heeft zijn excuses aangeboden, van zijn club een forse boete gekregen en van de KNVB zal hij ook nog wel een schorsing voor bepaalde tijd krijgen.
Maar niemand heeft het erover dat zoiets ongestoord in een zogenaamd ‘supporters home’ kan worden gezongen. Vergoeilijkend wordt ook steeds gezegd dat de vaak jonge supporters niet echt weten wat ze zingen, wat misschien meer zegt over de kwaliteit van het huidige onderwijs in het vak geschiedenis dan wat ze daar mee bedoelen.
Eind jaren zeventig/begin jaren tachtig woonden wij in Krimpen aan den IJssel. Met mijn oudste zoon ging ik regelmatig naar Feyenoord. Op de fiets naar Capelle-West. Daar het pontje naar IJsselmonde en vervolgens naar de Kuip. Die wedstrijd tegen Ajax zal ik nooit vergeten. Met zo’n tachtig vaders en zonen stonden we op dat pontje. Een ongetwijfeld Rotterdammer met ondernemingsgeest keek rond en sprak een verlossend woord: ,,Wanneer we allemaal een piek geven aan de pontbestuurder dan vaart-tie wel even naar de werf van Piet Smit en dan zijn we al bij de Kuip.’’
Vlak voordat we IJsselmonde bereikten was de collecte al een succes. De wachtende passagiers in IJsselmonde zagen tot hun verbijstering de pont ineens afslaan richting De Kuip. Bij de werf van Piet Smit werden fietsen en kinderen vakkundig aan wal gezet. Het gesloten hek van de werf was ook geen probleem.
Zo waren we ruim op tijd voor Feyenoord tegen Ajax.
Toen de ploeg van Ajax op het veld verscheen klonk uit een deel van de Feyenoord-aangang een agressief gesis. ,,Daarmee vestigen ze aandacht op het gesis van gas toen de joden de gaskamers binnen kwamen,’’ legde een bereidwillige andere Feyenoord-supporter uit.
,,Hier wil ik niet bij zijn,’’ zei ik tegen mijn verbaasde zoon.
We vertrokken en op de terugreis vanaf IJsselmonde waren we de enige passagiers.