‘Ik val aan…’
Naarmate je leeftijd stijgt, nemen begrafenissen en crematies om je heen toe. Vorige week vertelde ik dat een oude bekende, Lex van Stekelenburg (77), in Hofwijk werd gecremeerd. Lex overleed na een lang ziektebed aan asbestkanker, opgelopen toen hij in zijn jonge jaren bij de marine werkte.
In mijn kennissen- en vriendenkring is hij al de vierde met deze ziekte, deze absolute ‘sluipmoordenaar.’ Net als een paar weken geleden de bekende Rotterdamse fotograaf Peter van der Steenhoven (63). Asbestkanker is bijna altijd fataal.
Lex van Stekelenburg stond in ons uitgaanscircuit bekend als een bijzonder levenslustige man, vol humor aan de toog. Zijn achternaam deed hij eer aan, was soms ook ‘stekelig’.
Kwam er bijvoorbeeld een nieuweling in een van onze stamkroegen (café Timmer of café De Schouw) die ons een ,,goedemiddag’’ toewenste, beet Lex de man toe: ,,Dat maken wij zelf wel uit!’’ Zo werd de nieuwkomer op zijn plaats gezet en kon geheel onderaan beginnen in de ladder van de vaste stamgasten.
De crematie van Lex werd, mede gezien zijn leeftijd, weer een soort reünie van die oude kroegtijgers. Hij had tientallen jaren als autoverkoper bij Ford in Blijdorp gewerkt.
Behalve bij de directe familie waren er weinig tranen bij de meer dan 200 vrienden en kennissen die hem de laatste eer kwamen bewijzen. Tijdens de plechtigheid werd er schitterende muziek gespeeld, waarvan je haast mee ging swingen.
Lex’ zoon Marcel was de enige die het woord voerde. Zeer begrijpelijk dat dit voor hem met veel emoties gepaard ging. Maar toch met de bekende humor van zijn vader.
Zo zei Marcel: ,,Pa, je wilde dat wij hier je kist een beetje lieten openstaan. Je wilde per se zien wie er allemaal voor je zijn gekomen…’’
Het toeval wilde dat Lex uitgerekend op zijn verjaardag werd gecremeerd.
,,Nou pa,’’ zo vervolgde zoon Marcel, ,,ik kan je verzekeren dat er vandaag veel meer mensen zijn dan je ooit op je verjaardag hebt gehad.’’
Tot slot nog een anekdote van Lex die hij graag aan de bar vertelde. ,,Toen ik nog bij de marine zat, hoorde ik dat het helemaal niet admiraal Karel Doorman was, die in de slag om de Javazee riep: ‘Ik val aan, volg mij’.’’
Het bleek een dronken matroos te zijn die even op de brug aan het stuur stond. Toen hij in de avondschemering de eerste Japanse oorlogsschepen ontdekte, zette hij meteen koers naar de vijand en zei: ,,Ik val aan, volgens mij…’’