'Stadspartij tegen sterker Rotterdam'

09 juni 2015 door de redactie
'Stadspartij tegen sterker Rotterdam'

(Gastauteur en tekstschrijver Kor Kegel was in juni 1995 op de redactie van het toen zelfstandig Rotterdams Dagblad verantwoordelijk voor de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Vandaag & Morgen heeft hem gevraagd zijn opinie te geven op het verhaal van toenmalig raadslid Manuel Kneepkens van de Stadspartij over het referendum destijds. Kor Kegel maakte samen met zijn op 27 februari 2015 overleden vrouw Ludy (57 jaar) het maandmagazine ‘De Binnenkant’ voor Schiedam).

 


Zonder de Stadspartij hadden we nu één groot Rotterdam gehad, bestaande uit zowat de halve provincie Zuid-Holland.
Zonder de Stadspartij hadden ook steden als Schiedam en Vlaardingen en groeigemeenten als Spijkenisse, Capelle en Hellevoetsluis tegenwoordig allemaal deel uitgemaakt van één groot Rotterdam.
Maar de regenten van de Stadspartij wilden geen democratie.
Zij stonden een verbetering van het lokale en regionale bestuur in de weg.


Feiten
Want dit zijn de feiten. De Stadspartij was tegen opheffing van de gemeente Rotterdam. De Stadspartij wilde niet, dat de deelgemeenten van Rotterdam zelfstandige gemeenten zouden worden. De Stadspartij was ertegen, dat bijvoorbeeld de deelgemeente Charlois een echte gemeente Charlois zou worden, vergelijkbaar met een zelfstandige gemeente als Schiedam.
De Stadspartij zei, met een gewiekste propaganda: ,,Dan krijgen we er allemaal burgemeestertjes bij!’’
Tuurlijk, Charlois zou een eigen burgemeester krijgen. En Kralingen. En Hillegersberg. En Feijenoord.
We hadden in die tijd Bram Peper al, dus veel Rotterdammers lieten zich opzwepen door de Stadspartij. Nee, niet nog meer Pepers!
Maar het ging de Stadspartij niet om Rotterdam. Het ging de Stadspartij om de gemeente Rotterdam. De gemeente was heilig. De gemeentelijke structuur moest onaantastbaar blijven. De Stadspartij wilde niet met democratisch gekozen burgemeesters en wethouders zaken doen, nee, in de Rotterdamse stadsvernieuwingstijd van 1974 tot 1986 waren partij-epigonen als Wim Bekenkamp en Ed de Meyer gewend geweest om met ambtenaren te onderhandelen. Omdat de geméénte Rotterdam zo groot was, dachten ze met dichterbij de wijken staande ambtenaren beter zaken te kunnen doen.
Een illusie.

Schiedam
Ik woonde en werkte in die tijd in Schiedam, tienmaal zo klein als Rotterdam. Schiedam was vergelijkbaar qua inwonertal en qua problematiek met Charlois en Feijenoord. Maar ik had juist een andere ervaring. Had je over de stadsvernieuwing een akkoord bereikt met ambtenaren, dan werden ze overruled door hun wethouder. Ik vond dus, dat bewonersorganisaties beter direct zaken konden doen met het gemeentebestuur. Haal die ambtenaren er maar tussenuit!

 

 

Ooit wilde Bram Peper Rotterdam opdelen in 12 (deel)gemeentes en die samenvoegen met de 18 kleinere gemeentes uit de regio Rijnmond tot één Stadsprovincie met zelfstandige gemeentes. De Stadspartij in Rotterdam zag het anders. De Stadspartij wilde niet een zelfstandig Charlois met een eigen college van burgemeester en wethouders, de Stadspartij wilde een Charlois dat door ondemocratische (vleugellamme) ambtenaren werd gestuurd. En dat wilde de Stadspartij niet alleen in Charlois, maar in alle delen van Rotterdam die veel beter een volwaardig democratisch bestuur hadden kunnen krijgen. De Stadspartij was voor een ambtenarenheerschappij. In plaats van 11 burgemeestertjes erbij hadden we een veelvoud van ambtenaren erbij gekregen.
De mogelijkheid tot omvorming en verbetering van het bestuur van Rotterdam en omgeving is er in 1995 geweest. Er waren toen deelgemeenten en deze waren beslist ontoereikend, maar het plan was om de kwaliteit ervan en het democratisch gehalte ervan op te tuigen. De prachtige constructie was bedacht om Rotterdam tweemaal zo groot te maken. Er was slechts een kleine organisatorische verandering voor nodig. Dat de gemeente Rotterdam, met haar 11 deelgemeenten, zou veranderen in een provincie Rotterdam met 11 volwaardige gemeenten en de 18 buurgemeenten erbij.

Tegen
Dat is waar de Stadspartij tegen was. Niet meer en niet minder.
De Stadspartij was er vierkant tegen, dat Schiedam en Vlaardingen en onder andere ook Brielle en Hellevoetsluis en Barendrecht en Ridderkerk bij Rotterdam zouden gaan horen.
Als de Stadspartij dit plan niet had afgeschoten, dan was het met Rotterdam veel beter gegaan. Dan was de (stads)provincie Rotterdam nu de invloedrijkste regio in Nederland geweest, krachtiger dan Amsterdam of Utrecht.
Nu zitten we opgescheept met een ondemocratische Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Ambtenaren gebruiken hiervoor de afkorting MRDH, zodat niemand er nog een pepernoot van begrijpt. Het is de schuld van de Stadspartij.
Hebben wij inwoners wat met de MRDH?
Nee, we hebben wat met Rotterdam.

 

 

 

 

Nu zitten we opgescheept met een ondemocratische Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Ambtenaren gebruiken hiervoor de afkorting MRDH, zodat niemand er nog een pepernoot van begrijpt.

 

 

Ook de mensen in de gemeenten rond Rotterdam, zij hebben wat met Rotterdam.
Maar de Stadspartij was ertegen, dat zij erbij gingen horen.
Er zijn begin jaren ’90 duizenden politici en ambtenaren bezig geweest om het bestuur in de Rotterdamse regio te verbeteren, en de Stadspartij wist het met listigheden en demagogische argumenten te verhinderen. Overigens zou ik over die demagogie nog veel meer kunnen vertellen, maar dat valt buiten het bestek van dit artikeltje.

Verleden
Waarom schrijf ik dit alles? Ik stond niet echt te trappelen om in een mislukt politiek verleden van duizenden politici en ambtenaren te duiken, maar het is omdat mijn vroegere collega van het Rotterdams Dagblad, Hans Roodenburg, mij vroeg om te reageren op het artikel van Manuel Kneepkens van 31 mei.
Ik had Hans altijd hoog zitten, hij was een deskundig economisch redacteur met zeer veel kennis van de Rotterdamse bedrijvigheid en in het bijzonder de haven, en dat heeft hij ongetwijfeld nog steeds.
Ik heb dus op zijn verzoek het stuk van Manuel gelezen en ik verbaas me, want Manuel Kneepkens is een bevlogen idealist en dichter, maar van politiek heeft hij nog altijd geen kaas gegeten. Hij snapt ook nu nog werkelijk niets van het belang, toentertijd, van de omvorming van Rotterdam tot een tweemaal zo groot Rotterdam. Het ging hem uitsluitend om het behoud van Rotterdam als geméénte. Manuel was dus een gemeentemannetje. Niks democraat.

Ik heb in die tijd voor het Rotterdams Dagblad nog een opiniestuk willen schrijven, als mijn loopbaan niet anders gegaan was. Dan had er boven mijn stuk gestaan: ,,Was Manuel maar opener in plaats van dichter.’’
Dan had hij tenminste kunnen toegeven een historische vergissing te hebben begaan.

 

 

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.