Hommage aan Marten Toonder

26 april 2019 door Manuel Kneepkens
Hommage aan Marten Toonder

Op het idee Marten Toonder te eren met een monument kwam ik, tijdens mijn raadslidmaatschap, door een curieus gegeven in de laatste ‘Tom Poes en Heer Bommel’- strip Het Einde van eindeloos.

Daar treedt… een wethouder Kneep¹ op en… bepaald niet in gunstige zin. Hij wil Slot Bommelstein afbreken om aldaar de nieuwe buitenwijk Buitenrommel aan te leggen… Laat ik het zo zeggen: dat heb ik mij, als ‘raadslid Kneep’ aangetrokken. (Bron bovenste foto-uitsnede: literair tijdschrift Tzum)

Ook speelde natuurlijk een rol dat voorafgaande aan Rotterdam als Europese culturele hoofdstad (2001), de stad Weimar in Duitsland de culturele hoofdstad van Europa was. En in Weimar pronk het standbeeld van een onsterfelijk vriendenpaar Goethe und Schiller. Wel, zo bedacht ik toentertijd, wij in Rotterdam hebben óók een onsterfelijk vriendenpaar: Heer Bommel & Tom Poes. De onsterfelijke creaties van stripauteur Marten Toonder, geboren en getogen in onze stad.

Maar het ging mij om meer. Mijns inziens moet de geschiedenis van een stad zoveel mogelijk af te lezen zijn aan de stad zelf. Het Bombardement van 14 Mei op de oude binnenstad en de daarop volgende Wederopbouw van Rotterdam als ‘Amerikaanse stad’ hebben het aflezen van de geschiedenis van Rotterdam aan de stad zelf uiterst moeizaam gemaakt. Die geschiedenis moet als het ware kunstmatig in de stad worden teruggebracht. En het verhaal, dat mijns inziens met prioriteit zichtbaar gemaakt moet worden, het humane verhaal, is dat van de Rotterdamse creativiteit.

Daarom dus het belang van het monument ‘Hommage aan Marten Toonder’. Een eerbetoon aan een in Rotterdam geboren en getogen creatieve persoon.

Het monument is vervaardigd door vier jonge Rotterdamse creatieven: Hans van Bentum, Luuk Bode, DJ Chantelle en Pepijn van den Nieuwendijk. Zij noemen zich de Artoonisten. Uit die naam blijkt al dat zij zich laten inspireren door ‘de strip’, een combinatie van woord en tekening die met name door het toedoen van Toonder tot een ware kunstvorm verheven is.

Bron foto: literair tijdschrift Tzum

Uitgangspunt van het monument is dus Rommeldam, woonplaats van Tom Poes en Heer Bommel, een rommelige havenstad, waarin het vooroorlogse Rotterdam, de stad van Toonders jeugd, te herkennen valt. Toonder zelf zegt daarover: ‘Rotterdam, mijn geboortestad, daar heb ik een zwak voor. Twintig jaar van je leven en vooral van je prille jeugd, die maken een heel diepe indruk op je.’ ¹

‘Rommeldam’ is bij Toonder vooral een miniatuur van onze samenleving waarin hij moeiteloos zijn satirisch-ironische maatschappijkritiek kwijt kan. Binnen die Maatschappij, stelt hij, zijn vier krachten nadrukkelijk aanwezig: het geestelijk leven, de politiek, de weten¬schap en de beeldende kunst. Alle hebben als onderlaag de wereld van de magie. Toonder is in hoge mate een adept van Carl Gustav Jung.

Iedere Artoonist heeft een van de vier krachtvel¬den in de Bommelmaatschappij individueel uitgedrukt in een figuur in het monument. Het zijn geworden: Markies de Canteclaer, burgemeester Dickerdack, professor Sickbock en de schilder Terpen Tijn.

a) Geestelijk leven, Poëzie
Religie is geen onderwerp in Rommeldam. Maar in plaats daarvan zijn mompelende profeten en valse poëten alom aanwezig in het stadje. Een van die poëtasters is Markies de Cantecler. Hij draagt graag te pas en te onpas ‘gedichten’ voor, maar zijn gedrag is verre van poëtisch. Het hedendaagse optreden van de politicus Thierry Baudet doet mij sterk aan dat van de Markies denken.

b) Politiek
De politiek is in Rommeldam wel zéér aanwezig. Er is sprake van een ‘vermolmd democratisch bestel’ onder leiding van een in feite voor het leven benoemde burgemeester, de heer Dickerdack. Sommigen menen in deze stripfiguur een combinatie van de Rotterdamse burgervaders Peper en Opstelten te ontwaren. Maar daar blijf ik buiten.

c) Wetenschap
Hier is gekozen voor Professor Sickbock. Een figuur die overigens bij Toonder meer de gewetenloosheid van zekere wetenschappers symboliseert dan de (proefondervindelijke) wetenschap zelf.

d) Beeldende Kunst
Gesymboliseerd door de schilder Terpen Tijn. Een hyperindividualistische anarchist, die volslagen lak heeft aan de maatschappij en enkel leeft voor zijn kunst. Net als sommige zwangere vrouwen eet hij het liefst augurken. Hij staat dan ook voor de oerkracht van de menselijke scheppingsdrift. Maar waar zijn in dit geheel Tom Poes en Heer Bommel gebleven, zullen ‘de oplettende lezertjes’ vragen. Welnu, het monument bestaat – behalve uit de bovenstaande bronzen figuren – uit een klavervormige bank met in het midden een zes meter hoge obelisk, bekroond met een gevleugelde wereldbol.

Die (wereld)bol is helgeel met rode meridianen, een duidelijke referentie aan de jas van heer Bommel. Want ‘Bommel’ is in de wereld van zijn strip in feite niets anders dan de speelbal van het lot. Alles overkomt hem. Tegenover zijn vaak bizarre wederwaardigheden staat hij volmaakt weerloos. ‘Tom Poes, verzin een list,’ kreunt hij dan. En de immer creatieve Tom Poes doet dat.

Onderschrift bij deze foto: Tom Poes bij het geboortehuis van Marten Toonder in de Thorbeckestraat op het Noordereiland. (Foto: Noordereilandorganisatie)

Het is dan ook niet voor niets dat de Artoonisten met het beeldje van Tom Poes het monument bekronen. Daarmee bestempelen zij de Hommage aan Marten Toonder tot een ‘hommage aan de creativiteit’, want wat is een list anders dan een vorm van creatieve probleemoplossing?

De list is immers een bekend gegeven in de narrativiteit van de Lage Landen aan de Zee, een West-Europees gebied, dat het altijd heeft moeten hebben van intelligente oplossingen in zijn eeuwige strijd tegen het water. In het epos de Vos Reynaarde speelt de list zelfs de hoofdrol. Ook toen al, in de dertiende eeuw, verhulde Willem ‘die Madoc maakte’, de schrijver van de Vos Reynaerde, zijn maatschappijkritiek in dierfiguren, niet anders dus dan Marten Toonder.

Niet voor niets bekroont ‘de jonge vriend’ dus de geelrode globe. De ‘Hommage’ is in feite een standbeeld voor de ‘pientere Rotterdammer’. Tom Poes is dus eerst en vooral creatief... Het is op dit punt dat het huidige Rotterdam veel van Tom Poes kan leren. Rotterdam moet (weer) meer creatief zijn.

Want het zou een groot goed zijn als Rotterdam eens wat meer de stad van Tom Poes zou worden en wat minder de stad van Bommeliaanse zelfoverschatting.

Daarom moet Rotterdam, om te beginnen, afstand doet van de metafoor ‘Manhattan aan de Maas’. New York is een miljoenenstad en Rotterdam telt 630.000 inwoners. Dat is nogal een verschil. Met dat kritiekloos hanteren van die Manhattan metafoor trekt het Rotterdams stadsbestuur zich vaak een veel te grote broek aan.

Een pijnlijk nevenaspect van die Manhattan metafoor is dat het kleine onvoldoende geëerd wordt in Rotterdam.

Laat ik een voorbeeld noemen, ter zake in deze tekst, gewijd aan een stripauteur, namelijk: het gedoe rond het stripmuseum Strips, tot vorig jaar gevestigd aan de Wijnhaven. Een particulier initiatief, dat in de opbouwfase zeer geholpen zou zijn geweest met een overbruggingssubsidie. Maar nee, ‘de Coolsingel’ heeft het stripmuseum als een baksteen laten vallen.

De lyriek is de moeder van de politiek (Lucebert)
Rotterdam, maak je democratie weer lyrisch! Tegenover de megalomane metafoor ‘Manhattan aan de Maas’ dient een Rotterdamvriendelijke metafoor gesteld. Een die de stad weer oog doet hebben voor ‘small is beautiful’. Kortom: Rotterdam als de stad van Tom Poes.

1) cit. in het tijdschrift Toondertijd , jaargang 27, Juni 2017, blz 9

Onderschrift bij deze foto: Viering van de 100ste verjaardag van Marten Toonder. (Foto Rinus Vuik)

 

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.