In de file
In de file
Voor de zoveelste keer staan wij als steeds ouder wordende ouderen bij een begraafplaats/crematiecentrum. Deze keer is de algemene begraafplaats in Crooswijk aan de beurt met de begrafenis van Marlies. Ook weer veel te vroeg van ons heen gegaan door samenloop van allerlei nare omstandigheden en toevalligheden.
Sommigen van ons kunnen het bijzetten in het graf te voet niet eens meer halen. Zij blijven achter in de aula op een bankje met krukken en al, toch nog genietend van het najaarszonnetje.
Als je elkaar tijdens de receptie weer aankijkt met het bekende ‘praatjepot’, lijkt het altijd eerder op een ‘All in the family reünie’, dan op een rouwbijeenkomst. Er wordt vooral veel gelachen onder een ‘Wijntje en een Trijntje’. En zo hoort het ook. De zestigers in ons gezelschap worden bekeken als zijnde nog ‘jonkies’. Oftewel zoals wijlen beeldhouwer Ru de Gier het zo plastisch uitdrukte ‘aankomertjes’.
De zeventiger- en tachtigers lijken hier inmiddels reeds in de meerderheid. Degenen die je een paar jaar niet hebt gezien beginnen nu toch echt oude koppen te krijgen. Maar dat wordt, meestal achter je rug, ook over jezelf verteld.
Er wordt schalks door een van onze ouderlingen in de wandelgangen gezegd: ‘Zó en wie van ons zal nu de volgende worden. Of moeten we daarvoor soms lootjes gaan trekken?!’
Dan zegt liedjeszanger Peter Goedhart gelaten en zuchtend: ‘Ja, wat dat betreft staan wij nu met zijn allen in de file, hè’.
Ik kijk op dat moment naar boven, naar onze stralende zon en voeg hier aan toe: ‘Ach, zo lang het licht op rood staat (daar bij de Hemelpoort), is er voor ons nog niets aan de hand!’
Jim Postma