Minder woningen in utiliteitsgebouwen en dat is jammer

Het aantal verbouwingen van bedrijfsgebouwen tot woningen was in 2022 een stuk lager dan het jaar ervoor. Er zijn in 2022 9,6 duizend woningen ontstaan uit transformaties van niet-woningen, zoals kantoren en winkels. Ook in 2020 en 2021 zakte het aantal woningtransformaties al een stuk ten opzichte van de jaren ervoor.
Daarmee ligt het aantal woningtransformaties sinds 2015 voor het eerst onder de 10 duizend. Deze daling zit hem vooral in een sterke afname in het aantal transformaties uit kantoorpanden; het aantal woningtransformaties uit andere type niet-woningen neemt juist licht toe. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS, bekostigd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het onderzoek duidt behalve dat geen specifieke oorzaken aan. Voor de hand ligt om te veronderstellen dat er minder winstkansen voor ontwikkelaars zijn. En dat kan verschillende oorzaken hebben, van minder subsidie, hogere kosten tot ingewikkelder regelgeving en nog zo meer.
Het aantal woningen dat in 2022 uit transformatie van bestaande panden is ontstaan, vormt 10 procent van de toevoegingen aan de woningvoorraad. Nieuwbouw blijft nog altijd de belangrijkste factor voor groei van de woningvoorraad. In 2022 waren dat 74,6 duizend woningen.
Uit een eerste voorlopige schatting zijn in het eerste halfjaar van 2023 ruim 5 duizend woningen ontstaan uit transformaties.

Transformaties naar gebruiksoorsprong Diagram CBS
Minder woningtransformaties in kantoorpanden
In 2022 werden 3,1 duizend woningen gerealiseerd in voormalige kantoorpanden, 30 procent minder dan in 2021. Er werden 13 procent minder kantoorpanden getransformeerd tot woningen en ook kwamen er per kantoorpand gemiddeld minder woningen bij dan in 2021 (gemiddeld 8 per pand in plaats van 10). Het aantal woningtransformaties uit andere type niet-woningen zijn juist toegenomen. Zo zijn er in 2022 11 procent meer woningen ontstaan uit maatschappelijk vastgoed, zoals zorg- en onderwijspanden.
Ondanks de daling leveren woningtransformaties uit kantoren nog altijd de grootste bijdrage aan het totale aantal woningtransformaties. 33 procent van de woningtransformaties betreft een kantoorpand, gevolgd door transformaties uit maatschappelijk vastgoed (19 procent) en winkelpanden (17 procent).
In veel gevallen betreft een transformatie een deeltransformatie; in minder dan een derde van de transformaties werd (bijna) het gehele pand getransformeerd (meer dan 75 procent van het pand). In de meeste gevallen werd minder dan 50 procent van het pandoppervlak verbouwd tot woonruimte. Deze aandelen zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Woningtransformaties hebben vaker een groter oppervlak
In 2022 hebben woningtransformaties een groter oppervlak dan in voorgaande jaren. In 2017 was nog 46 procent van de woningtransformaties kleiner dan 50 m2, in 2022 is dat nog maar 39 procent. De grootste relatieve toename is zichtbaar in de oppervlakteklasse 75 tot 100 m2; in 2022 valt bijna 17 procent van de woningtransformaties in deze klasse, tegenover 10 procent in 2017. Over het algemeen hebben woningtransformaties nog altijd een relatief klein oppervlak, in 2022 is 68 procent van de woningtransformaties kleiner dan 75 m2.

Oppervlakte tabel Tabel CBS
Grootste toename woningtransformaties in Flevoland
In 2022 nam in Flevoland het aantal transformaties het sterkst toe, van 75 naar 355 woningtransformaties; ruim drie kwart hiervan bevindt zich in Almere, waar enkele grote projecten zijn afgerond. Evenals in 2021 vonden de meeste woningtransformaties echter plaats in Zuid-Holland, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant. In Zuid-Holland leveren zowel Den Haag als Rotterdam samen de grootste bijdrage (samen ruim een derde van de provincie) met respectievelijk 420 en 290 woningtransformaties. Evenals in 2021 leverde Amsterdam van alle gemeenten de meeste woningen uit transformaties op, namelijk 820 (9 procent van het landelijk aantal woningtransformaties). Van de G4-steden leverde Utrecht de minste woningtransformaties op, namelijk 180. Dit zijn er wel meer dan in 2021, toen ontstonden in Utrecht 130 woningen uit transformaties.
Intussen kan je stellen dat juist het verminderde aantal woningen in bestaande gebouwen een gemiste kans is. Veel binnesteden, winkelstraten, kantooromgevingen en bedrijfsterreinen zouden beter af zijn als er ook gewoond zou worden en omgekeerd is de woningnood nog steeds hoog. Dus moet je al die mogelijke transformaties een extra zetje geven. Goed voor iedereen in dit volle land want zo kan je wat nog aan resteert aan leegte ook leeg houden.