Ga nooit studeren op de Business School van de Hogeschool Rotterdam
Er is in de stad veel ophef over de manier waarop een belangrijk kunstwerk van Dolf Henkes werd vernield. Het is een wandschildering met de titel ¨Het Scheikundelokaal¨. Wij zien professor Hendrik Jan van ´t Hoff, Rotterdammer en een der grondleggers van de moderne chemie. Hij heeft een standbeeld op de ´s-Gravendijkwal, dat al in 1915 werd onthuld. Geen wonder, hij kreeg in 1901 de eerste Nobelprijs voor de scheikunde. Van ´t Hoff was getrouwd met een meisje Mees. Rotterdammers hoef je dan weinig te zeggen. Hij werd eerst hoogleraar aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam en beëindigde zijn loopbaan aan de Friedrich Wilhelm Universiteit in Berlijn.
Gered
Dolf Henkes maakte zijn wandschildering in de jaren vijftig voor de Caltex. Toen het complex van die raffinaderij aan de sloophamer werd uitgeleverd, redde men het kunstwerk met bijbehorend stuk muur en al. Kosten noch moeite werden gespaard om het een veilige plek te bezorgen in het complex van de Hogeschool op Woudestein.
Stuk
Nu is het alsnog kapot geslagen. Niet per ongeluk maar expres. Het kunstwerk werd opgeofferd omdat de Business School van de nu vermaledijde hogeschool moest uitbreiden. Men was niet bereid het iconische kunstwerk van Dolf Henkes te redden. Te duur allemaal. Er zijn belangrijker dingen in de wereld dan schoonheid en immateriële kwaliteit. Minister van Engelshoven en wethouder Kashmi zijn terecht boos. Het is duidelijk dat deze muis nog een staartje zal krijgen.
Schuld
Ondertussen kan ook een andere conclusie worden getrokken. De Business School van de Hogeschool Rotterdam, zich ook noemende Rotterdam University, is een slechte opleiding. Zij doet afbreuk aan de reputatie van de Maasstad als een op Europees niveau meespelend centrum van economische en bedrijfskundige wetenschappen. Hier is een vorm van calculeren toegepast die in de eenentwintigste eeuw niet langer zakelijk kan worden genoemd maar wel kortzichtig. De economie staat aan het begin van een grote omslag waarbij ook normen en waarden betrokken worden. Klanten verlangen van bedrijven steeds nadrukkelijk dat zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Zij zijn om zo te zeggen institutionele burgers van stad en land. Daarom mag verwacht worden dat zij oog hebben voor het immateriële in de kwaliteit van het bestaan. Het slopen van zo´n muurschildering – ook nog gemaakt door een bekend en zeer gewaardeerd Rotterdams kunstenaar – is zakelijk dan ook een noodlottige beslissing. De paar centen die zo in de nieuwbouw worden uitgespaard, gaan dubbel en dwars verloren aan reputatieverlies. Wie daarop zou beweren geen filantropische instelling te zijn, roept alleen maar weerzin op. Het is namelijk geen excuus.
Boete
Een instelling voor hoger economisch onderwijs kan het zich per definitie niet veroorloven op te treden als cultuurbarbaar. De nieuwe economie vereist van een stad nu eenmaal meer dan diep water of snelle internetverbindingen. Ze dient een duidelijk cultureel profiel te hebben en respect te tonen voor het erfgoed op dat gebied. Anders willen hoogopgeleide vakkrachten er niet komen werken.
Op de Business School van de Hogeschool Rotterdam leeft dat besef kennelijk niet. Aan zo´n verouderde instelling kun je beter niet gaan studeren. Deze instelling zal meer moeten doen dan een beetje boete voor een misstap. Ze zal ondubbelzinnig moeten aantonen hoe deze structurele weeffout in eigen aard en wezen wordt hersteld.