Een historisch museum is een zaak van beschaving
De bobo’s van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) willen het Museum Rotterdam de nek om draaien. Het krijgt alleen nog maar subsidie om de collectie te beheren. Aan het publiek – aan de Rotterdammers, burgers en belastingbetalers – mag de komende jaren niets vertoond worden. Ondertussen moet een “kwartiermaker” een nieuwe bestemming vinden voor al deze historische schatten. Directeur en hoogleraar stadsgeschiedenis Paul van der Laar is verbijsterd over dit advies.
Op de korte termijn kunnen gewone Rotterdammers maar één ding doen om het historisch museum van hun stad te steunen. Ga er heen, bezoek het. Schuifel rond door de zalen op de twee lokaties (Stadstimmerwerf, Rodezand 26 en Coolhaven 375). In het kader van de coronamaatregelen moet je van te voren op de website reserveren. Het zou mooi zijn als die overspoeld raakte met aanmeldingen. Schrijf je ook meteen in voor de digitale nieuwsbrief.
Het gaat in de aanvraag van het museum Rotterdam nergens over gender. Marketingtaal is uit, gelul over intersectionaliteit en zo is in
Waarom moet het Museum Rotterdam van de cultuurbobo’s in de RRKC zo nodig dicht? Het op 17 juni 2020 gepubliceerde advies geeft daarover uitsluitsel. Het is Paul van der Laar en zijn mensen blijkbaar niet gelukt in hun subsidie-aanvraag de juiste toon aan te slaan. Dat blijkt uit de kritiek. Er is geen sprake van een 'doorlopende lijn'. De huidige organisatie zorgt niet voor de reuring die past bij een stadsmuseum”. 'De Raad constateert een achteruitgang van het museum die afbreuk doet aan zijn potentieel belang als verbindend stadsmuseum'. Wie de samenvatting bekijkt van de subsidieaanvraag, die het Rotterdams Museum heeft ingediend, ontdekt snel waar de schoen wringt. 'De ambitie van Museum Rotterdam is om de échte, pure authentieke verhalen van Rotterdam in samenwerking met Rotterdammers en Rotterdamse partijen op te halen en deze op een zo relevant mogelijke wijze te laten zien, horen en beleven. We willen nieuwe (internationale) verbindingen laten ontstaan en in samenwerking met andere partijen creativiteit meer de vrije loop laten, nieuwe stakeholders, nieuwe doelgroepen, meer exposure en meer bezoekers'. We missen hier het woord ‘inclusiviteit’. Het gaat in de aanvraag van het museum Rotterdam nergens over gender. Marketingtaal is uit, gelul over intersectionaliteit en zo is in. Het Wereldmuseum schrijft bijvoorbeeld: 'Bij al deze activiteiten werken we zoveel mogelijk samen met allerlei Rotterdamse instellingen, personen en gemeenschappen, inclusiviteit en diversiteit zijn integraal onderdeel in alles wat we doen. Het Wereldmuseum is een plek waar iedereen zich, ongeacht diens achtergrond of opvattingen gerespecteerd kan voelen. Wij gaan innoverend te werk onder andere op het gebied van cultureel ondernemerschap, omgang met koloniaal erfgoed en collectie-registratie.' Kijk hoe knap het Wereldmuseum de eigentijdse buzz-words door de subsidieaanvraag wist te strooien. En inderdaad: bingo! Voor de goede orde: terecht, want het is een prachtig plan. Methodes en aanpak verschillen echter niet wezenlijk van wat het Museum Rotterdam presenteert. Ook dat wil met zijn tentoonstellingen de ziel van de stad blootleggen. Dat doet het door de stedelijke ervaringen van Rotterdammers uit alle windstreken in tentoonstellingen zichtbaar te maken. Het jaarverslag van Museum Rotterdam uit 2019 levert daar ampel bewijs voor. Denk aan de tentoonstellingen 'Party People' en 'Girl Power'.
Toch is de geplande ondergang van het Museum Rotterdam niet alleen een kwestie van taal. De bobo’s van de RRKC zijn blijkbaar op excursie geweest naar het MAS, het Museum aan de Stroom in Antwerpen, schepping van de Rotterdamse architect Michiel Riedijk. Het is een bizar en daardoor bijzonder gebouw waarin door middel van tentoonstellingen een totaalervaring wordt geboden van Antwerpen in zijn verband tot de hele wijde wereld. De ligging is ten opzichte van de binnenstad excentrisch aan een oud dok, dat niet meer voor de scheepvaart wordt gebruikt. Zo is de hele buurt tot leven gekomen.
Museum aan de Stroom, Antwerpen. Foto Zinneke CC
Aan komen zetten met Manhattan aan de Maas waardoor je de superioriteit van Manhattan erkent in plaats van te vertrouwen op eigen kracht.
Nu wordt er blijkbaar over gedacht dat kunstje aan de Maas te herhalen. Er ligt genoeg havengebied braak, bijvoorbeeld tussen Schiedam en Delfshaven. De historische collectie van Rotterdam zou een mooie kern zijn voor zoiets waar je dan ook de andere musea wel tegenaan kunt vleien. Uiteraard op Boijmans van Beuningen na want dat is een te grote vis om ineens door te slikken.
Het is ook typisch Rotterdams: een ander als ijkpunt nemen. Aan komen zetten met Manhattan aan de Maas waardoor je de superioriteit van Manhattan erkent in plaats van te vertrouwen op eigen kracht.
Die lui uit Antwerpen hadden een goed idee. Ze wisten er onze Michiel voor weg te kapen. Het is een zwaktebod om ze nu te imiteren. Ik stel daar iets tegenover: een stad met een allure (nou ja, allure?) en dramatische geschiedenis als Rotterdam behoort een historisch museum te bezitten en te koesteren. Dat is een kwestie van beschaving.