Eerste gedicht van nieuwe stadsdichter Jana Beranová

Jana Beranová is door het college van Burgemeester en Wethouders benoemd tot de nieuwe stadsdichter van Rotterdam. Zij zal deze functie bekleden in 2009 en 2010. Met haar aanstelling kiest Rotterdam voor een dichter die een ambassadeur is voor de poëzie, zich op de multiculturele samenleving van de stad richt en er met alle zintuigen voor wil gaan.
Op woensdag 28 januari, vooravond van de landelijke gedichtendag, werd zij door wethouder Grashof officieel gepresenteerd als de nieuwe stadsdichter in het Rotterdamse Bibliotheektheater. Diezelfde avond werd ook afscheid van de Woorddansers genomen. Zij waren de afgelopen 2 jaar de stadsdichters.
Zie hier onder voor een beeldverslag. U kunt de afbeeldingen vergroten door er op te klikken. (foto's Robert van Schaik)
Een vraagje, onder andere
De brug heeft een hoofd. Daar sta ik op.
Het water is wijd, de boog een belofte.
De sporen van de hopeloze strijd
aan de voeten van de vorige bruggen,
zijn allang bedekt met klinkers en beton.
Ik vraag me af op wiens grafje
ik hier misschien wel sta.
De rivier draagt ranke aken aan haar lenig lijf
en de stad om haar heen rijst lenig hoog op,
maar breek haar de bek niet open.
Ze weet van de achterwijken in de buik,
de polsslagen van de bonte culturen
die de stad vervullen, omdat water
onderhuids alles doortrekt.
Daar is werk aan de winkel.
Gooi de kont tegen de krib en keer het tij.
Ik verbeeld me de benige zwerver,
kromme rug, slepend been,
die als de koning van de Bijenkorf
de straatkrant slijt, zoemend:
Maakmeblij Maakmeblij
Wiemaaktmeblij
Jana Beranová
28 – 1 - 2009