‘Niet bekend’
Teruglopend richting huis met een zak afhaalchinees in de hand stop ik voor een tafereel bij het filiaal van de Pauluskerk aan de Westersingel. Daar staat een rondborstige zigeuner met snor en al te praten met twee Antillianen. Het gaat om een verkooppraatje ,,van 20 euro per stuk,’’ zo ving ik op. De zigeuner wijst daarbij op een pizzadoos die hij in de hand houdt.
Een pizza voor 20 euro leek mij nogal duur.
De aap kwam uit de mouw toen de rondborstige verkoper de doos open deed. Geen pizza te zien. Wel levensgevaarlijke messen met lemmeten van tussen de 20 en 30 centimeter. En deze dan zeer bewust willen slijten aan labiele drugsverslaafden van de Pauluskerk.
Ik gun iedereen een eerlijke boterham, maar niet over de lijken van anderen.
Ik verwijder mij van het groepje en kijk alle kanten op, op zoek naar agenten. Maar ‘als je ze nodig hebt, zijn zij nooit te vinden’, luidt het spreekwoord.
,,Ik kan 112 bellen,’’ zo overwoog ik, maar daarvoor vond ik de zaak net iets te licht.
Inmiddels aangekomen bij het Centraal Station is daar tot mijn stomme verbazing geen agent te bekennen. Alleen een soort veredelde stadswacht met een veiligheidslogo op zijn uniform.
Dus steek ik van wal. ,,Bij de Pauluskerk staan ze levensgevaarlijke messen te verkopen,’’ zo begin ik.
,,Pauluskerk?’’ vraagt hij. ,,Waar is dat dan? Ik ben hier niet bekend!’’
Hoofdschuddend vervolg ik mijn weg naar huis.
Daar bel ik 0900-8844, een nummer van de centrale politiemeldkamer. Ik krijg een vrouw aan de lijn en vertel haar het hele verhaal met Pauluskerk en al. Zij maakt zo te horen intussen driftig aantekeningen.
Als zij klaar is met mijn aangifte zegt zij: ,,Het was toch de Andreaskerk?!’’
,,Nee mevrouw, ik zei de Pauluskerk!’’
,,O, neemt u mij niet kwalijk meneer, ik ben in het geheel niet bekend met Rotterdam.’’
‘Tuut, tuut, tuut’.