De Kuip is al lang 'De Kuip' niet meer

De stofwolken in Rotterdam zijn even neergedaald. Het nieuwe stadion komt er voorlopig niet. Als dezelfde tegenargumenten worden gebruikt, redden de alternatieven het ook niet.
Er zijn alleen maar verliezers. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam dat zijn voorstel voor een garantstelling heeft ingetrokken. De gemeenteraad in het algemeen.
De lobbyisten voor alternatieve renovatie van de bestaande Kuip. De directie van het stadion. En ‘last but not least’ de profclub Feyenoord.
In de onverkwikkelijke en heftige polemiek zijn veel te veel argumenten over tafel gekomen die niet deugen of naar eigen belang zijn aangepast.
1. Het grote misverstand
De garantie van de gemeente Rotterdam is uitgelegd of deze de burgers geld uit de zakken klopt. Dat is natuurlijk onzin. Het is pas aan de orde als organisatoren van het nieuwe stadion en niet te vergeten de financierende banken een beroep moeten doen op de gemeente Rotterdam bij een faillissement van het nieuwe stadion.
In het voorstel van het gemeentebestuur zou Rotterdam voor 165 miljoen garant staan voor het nieuwe stadion. Dat is een hoop geld. Maar is alleen maar in het uiterste geval van een faillissement van het project aan de orde. Dus eerst zijn de directe investeerders, de aandeelhouders onder wie vooraanstaande ondernemingen, de dupe. Ze steken circa 60 miljoen euro direct (dus niet een garantie) in het project. Het grootste deel van de financiering komt van de banken die uiteraard daarvoor kredietrente rekenen.
Het bontst maakte echter de docent economie dr. Tsjalle van der Burg aan de Universiteit Twente het, die op de opiniepagina van NRC Handelsblad alle ruimte kreeg om het plan voor de nieuwe Kuip neer te sabelen. Zijn betoog komt erop neer dat een heleboel anderen, zoals sommige aandeelhouders, grof geld aan de nieuwbouw verdienen (wanneer verdienen investeerders en bouwers niet aan projecten?), dat in vergelijking met andere droomstadions in Nederland de inkomsten worden overschat (zou kunnen!), dat de profclub Feyenoord er niks mee opschiet (dat valt te betwijfelen) en dat president-commissaris Jan van Merwijk van het bestaande stadion ‘een gokker’ is. Dat laatste zou kunnen, maar daarbij onderschat hij wel het toezicht van vele anderen op Van Merwijk. Enkelen zijn rijke Rotterdamse havenondernemers die met hun privékapitaal mee financieren. Ze zullen heus niet met hun eigen geld gaan gokken.
2. De kritiek op het nieuwe stadion
Voorstanders van het alternatief, onder meer een goedkopere verbouwing van de bestaande Kuip met de simpele kreet ‘ReddeKuip', hebben uiteraard alle recht om te lobbyen voor hun inzichten.
Echter sommige niet onbelangrijke media, zoals AD Rotterdams Dagblad en NRC Handelsblad verschuilen zich in commentaren achter opvattingen die – als zij van toepassing worden verklaard – geen enkele structuurverbetering van de stad meer mogelijk maken. Tenzij ze voor 100 procent wordt gedekt door particuliere investeerders. Voor infrastructuur en semi-infrastructuur is dan heel weinig meer mogelijk.
3. De grote verdeeldheid
Aan het licht is gekomen dat de burgers van Rotterdam én de supporters van Feyenoord zwaar zijn verdeeld. We kunnen ook niet aantonen wie van hen de meerderheid vertegenwoordigt.
In het bepaald niet beste pr-beleid voor het aanbevelen van het nieuwe stadion heeft de directie van het oude stadion gesteld dat 75 procent van de seizoenkaarthouders – waarop de club drijft; niet op de harde kern die soms uit ‘hooligans’ bestaat – vóór nieuwbouw zou zijn. Een gegeven dat de directie wel eerder had kunnen uitbuiten.
Het vervelende, maar tegelijkertijd het mooie van de nieuwe tijd is dat allerlei burgers zich dankzij sociale media een mening permitteren. Ook zij die nog nooit van hun leven het oude stadion hebben bezocht en zich als belastingbetaler een besluitvormende rol aanmeten.
Vroeger was het heel eenvoudig: een klein groepje ondernemers en politici besloten in meerderheid over zaken. Door de nieuwe sociale media is de democratisering in de samenleving doorgeslagen.
Dat zou niet zo erg zijn als de belastingbetalende burger uiteindelijk beseft dat hij of zij – in geval van de gemeente Rotterdam – eenmaal per vier jaar zijn stem geeft aan degene en de partij waarvan hij of zij denkt dat die voor hem of haar de keuze maakt. En zich erbij neerlegt als die keuze een andere is dan die van henzelf.
4. De Kuip is al lang de Kuip niet meer
De in 1994 gerenoveerde Kuip is al lang ‘De Kuip’ niet meert die hij vroeger was. Een prachtige en sfeervolle voetbaltempel die ook al lang niet meer aan de tegenwoordige wensen en eisen van voetbalsupporters voldoet. ‘ReddeKuip’ wil een nieuwe renovatie. Van de oorspronkelijke in 1937 gebouwde ouwe Kuip zal daarna heel weinig zijn overgebleven. Ook oude kerken zijn op een gegeven moment alleen maar goed voor de sloop. Van de prachtigste nostalgische auto’s van voor de Eerste Wereldoorlog is misschien ook nog maar 1 procent over.
5. Diskwalificatie van politici
Het gehakketak over het stadion heeft helaas aangetoond dat politici in Rotterdam zich steeds meer laten leiden door de waan van de dag. Daarbij komt nog dat de discussies over het nieuwe stadion z’n schaduw vooruit werpt voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar. Bij een deel van de partijen is opportunisme niet vreemd. Het sterkst daarin is Leefbaar Rotterdam (thans net als de PvdA 14 zetels van de 45).
Deze partij denkt met extreme standpunten goed te doen bij de burgers, maar beseft niet dat zij daardoor ook weer vele anderen van zich vervreemdt. Als LR in een gemeentebestuur komt te zitten, moet zij ook akkoord gaan met zware compromissen die nauwelijks meer recht doen aan haar strikte uitgangspunten. Tenzij zij een meerderheid in de raad gaat krijgen, hetgeen natuurlijk ook niet goed is in een democratisch bestel.
Leefbaar Rotterdam heeft ook geroepen dat de gemeenteraad over het nieuwe stadion, ondanks dat het college het voorstel heeft ingetrokken, een stemming had moeten houden. Om te benadrukken dat eens een ‘nee’ ook een ’nee’ voor de toekomst is.
Een politiek bestuur heeft echter het recht om een voorstel terug te nemen.
6. Voetbalclub Feyenoord
Voor de voetbalclub Feyenoord is het ‘stilstaan’ in de besluitvorming het ergst. Er komt voorlopig geen nieuw stadion waarmee de voetbalclub in Europa kan ‘scoren’. Het is ook maar de vraag of zij met een wederom gerenoveerde Kuip dat wel kan. De mooie voorbeelden van volledige nieuwbouw liggen voor het oprapen: Wembly, Arena (van aartsvijand Ajax) en het Allianz-stadion van Bayern München.
Voorlopig kan het huidige stadion een finale van de Champions- en Europa League vergeten en volgens de KNVB ook de Nederlandse interlands. Of dit allemaal consequenties heeft voor de betaald voetbalorganisatie Feyenoord kunnen we op dit moment niet beoordelen. Het is wel zo, hoe mooier het stadion, hoe mooier het voetbal en soms ook de prestaties.
7. Hoe nu verder?
De impasse is compleet. Het valt niet uit te sluiten dat na de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar toch een nieuw voorstel voor een nieuw stadion ter tafel komt en dat het circus van alternatieven wederom losbarst.
8. Mijn mening
De schrijver van deze analyse is van 1957 tot en met 1975 trouw supporter van Feyenoord geweest en dus regelmatig bezoeker van de ‘oude Kuip’. Door verhuizing naar een ander deel van het land en trouw aan de opbouw van een gezin is daar na 1975 weinig meer van gekomen, hoewel de sympathie voor de voetbalclub Feyenoord groot blijft.
Een nieuwe Kuip had ik misschien nog wel een paar keer bezocht. Alleen al aan inkomsten van mij als bezoeker gaat het om minimaal 100 euro, laat staan bij een miljoen mensen in de komende tien jaar. Die worden gemist.
Ik ga ook niet meer naar een van mijn vroegere opgelapte kerken. Wel vind ik volledig gerestaureerde – in oude staat teruggebrachte – panden – heel mooi. Maar bij De Kuip is dat allang niet meer het geval.
Dus wat mij betreft, met alle relativering van mijn kleinschalige positie, slopen die oude Kuip en iets moois en nieuws bouwen. Het financiële risico is verdomd klein!