Minder scheidingen in regio door Vinex
Het aantal Vinex-wijken in de regio Rotterdam is vrij groot. De nieuwbouw wijken hadden bij het gros van de bevolking – niet bij de mensen die daar woonden – een slechte naam vanwege de uniformiteit van de bouw en door het feit dat alles wat nieuw is al snel wordt afgekeurd. Vaak ten onrechte!
In de gemeente Rotterdam heb je Nesselanden. In Barendrecht en Albrandswaard zijn dat Carnisselanden (zie foto hierboven) en Portland. In Lansingerland zijn de Vinex-wijken Meerpolder en Plaslocatie.
In totaal wonen er in deze wijken ruim 12.300 stellen. Meestal mét kinderen. Van deze koppels is in het jaar 2014 ongeveer 2,5 procent uit elkaar gegaan. In de meetperiode ging het om koppels tussen de 25 en 55 jaar oud.
Vandaar ook dat het Centraal Bureau voor de Statistiek in een landelijk onderzoek heeft gesteld dat in Vinex-wijken koppels (gehuwd of ongehuwd) minder snel uit elkaar gaan dan gemiddeld elders in Nederland. In heel ons land ging in 2014 3,3 procent van de stellen uit elkaar. In de Vinex-wijken was dat 2,6 procent. De lagere scheidingskans in Vinex-wijken heeft volgens het CBS veel te maken met de demografische kenmerken van de bewoners. In Vinex-wijken wonen bijvoorbeeld relatief veel gezinnen met kinderen, mensen met een hoger inkomen én met een koopwoning. Stellen met deze kenmerken gaan minder vaak uit elkaar.
Opvallend is wél dat mensen die een lager inkomen hebben en in een huurhuis wonen, driemaal sneller worden ‘ontkoppeld’.
Wanneer stellen binnen en buiten Vinex-wijken met elkaar vergeleken worden, is er nauwelijks verschil in scheidingskans. Vinex-stellen met kinderen, een hoog inkomen en een koopwoning gingen even vaak uit elkaar als hetzelfde type koppels op landelijk niveau (respectievelijk 14 en 15 op de duizend stellen).
Deze berekeningen zijn ook gedaan voor het jaar 2008. In dat jaar lagen de scheidingskansen iets hoger, maar ook toen was het landelijke cijfer even hoog als dat van Vinex-wijken.
Koploper in Nederland op het gebeid van scheidingen is de wijk Almere-Poort. Daar gingen in 2014 ruim 51 van de duizend stellen uit elkaar (5 procent).
Volgens het CBS wonen in een stad, zoals Rotterdam, allerlei samenstellingen door elkaar. Gezinnen en alleenstaanden van verschillend inkomen en woonniveau. In een Vinex-wijk wonen voornamelijk gezinnen met kinderen. Ze zijn over het algemeen ook wat beter gesitueerd.
Vinex staat voor Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra en slaat op de bouw van nieuwe locaties, vaak aan de tand van steden of net daarbuiten, in de periode tussen 1 januari 1995 en 1 januari 2005.
De bewoners van de Vinex-wijken zijn veelal afkomstig uit de stad Rotterdam. Een kenmerk is dat zij dankzij goed openbaar vervoer en doorgangswegen in verbinding staan met de stad Rotterdam. (Foto hierboven: Koopwoningen in Nesselande in de gemeente Rotterdam)
Dat wil niet zeggen dat de bewoners van deze nieuwbouwwijken zich nog dagelijks verbonden voelen met de stad Rotterdam.
Hooguit komt men er voor hun werk. In feite zijn Vinex-wijken leefgemeenschappen geworden die op zichzelf staan met eigen winkel- en andere voorzieningen. Waarschijnlijk is het welvaartsniveau ook wat hoger dan het gemiddelde in de stad Rotterdam, hoewel delen daarvan – ook dankzij vernieuwingen – bezig is aan een inhaalslag.
De nieuwe wijken hebben zeker niet de uitstraling van een ‘dorp’ met een plein waarin bijna iedereen de ander kent. In de buurt van Rotterdam zijn er nog dorpen met een eigen betrokken gemeenschap. Zoals Heerjansdam, Rijsoord, Tinte en Zwartewaal.
Tóch hebben deze woongebieden veel meer karakter gekregen dan de eerste overloopwijken in de vorige eeuw, zoals Ommoord, Alexanderpolder, Hoogvliet en nieuwbouwdelen van Ridderkerk en Spijkenisse.
Op zijn site omschrijft de gemeente Rotterdam het als volgt: ,,In de Vinexwijken is behalve de degelijke modernistische woningbouw in de Nederlandse traditie ook veel retro architectuur gebouwd. Dat is waarschijnlijk het gevolg van de toegenomen invloed van de ‘markt’ in de woningbouw, waarbij meer naar de wens van de consument wordt gekeken.’’
Uit een eerder nationaal onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is namelijk gebleken dat meer dan de helft van de dorpsbewoners in Nederland vindt dat zij meer te zeggen zouden moeten hebben over hun gemeenschap. Over hun gemeente zijn zij kritisch: minder dan de helft (43 procent) vindt slechts dat hun gemeente open staat voor de initiatieven van de bewoners van het dorp of buurtschap. Wél waarderen zij positiever hun leefbaarheid en zetten zij zich vaker en méér uren in als vrijwilliger.
In de publicatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) over de ‘De dorpse doe-democratie’ staat hoe verschillende groepen bewoners zich in Nederland verhouden tot hun dorp, de leefbaarheid en de inzet van hen. Het onderzoek van het SCP onder ruim 7000 bewoners van kleine dorpen (minder dan 3000 inwoners) en buitengebieden is gemaakt op verzoek van het ministerie van Economische Zaken. Het rapport is vrij gemakkelijk te vertalen naar de dorpen en buurten in de regio Rotterdam.