Rechten & Plichten 36: Fiscale zaken

Vragenrubriek voor lezers over uitkeringen, consumentenzaken, rechten (zoals erfrecht), belastingen en andere financiële zaken. Vanwege uw privacy worden de vragen en antwoorden anoniem behandeld. Onze ingeschakelde deskundigen proberen u zo spoedig mogelijk een persoonlijk antwoord te geven. Stuur uw vraag naar Hans Roodenburg.
Omdat Rotterdam en Den Haag elkaar niet bijten, staat deze rubriek ook in De Oud-Hagenaar.
Tot 31 december 2014 stond Rechten & Plichten ook in De Oud-Rotterdammer.
Schijventarief is hoger bij hoger inkomen
Sinds 2010 ben ik gepensioneerd en ontvang ik AOW en aanvullend pensioen. In de eindafrekening wordt belasting geheven. Daardoor val ik in een hoger tarief. Dankzij een eigen huis, waar nog hypotheek op zit, ontvang ik jaarlijks renteteruggave. Door het hogere tarief moet ik mijn renteaftrek weer inleveren. Sinds ik niet meer werk, krijg ik elk jaar een naheffing die ongeveer gelijk is aan wat ik ontvang. We praten dan over een paar duizend euro.
Om hieraan te ontkomen zou ik weer moeten gaan werken zodat ik méér belasting betaal.
Al zou ik mijn huis verkopen, het probleem blijft. Het bedrag van de naheffing is een behoorlijke aanslag op mijn inkomen. Is hier iets aan te doen?
Uw constatering klopt omdat uw pensioeninstantie op het lage tarief van mogelijk 24,1 procent inhoudt. Als je dan in je inkomensschijf al het tarief van 42 procent moet betalen (of zelfs hoger; het maximale tarief is 52 procent), moet je in de eindheffing over een jaar aardig wat bijbetalen aan de Belastingdienst (in dit voorbeeld over een deel van uw inkomen bijna 18 procent). Dat kan een behoorlijk bedrag zijn in de eindafrekening.
Na enkele jaren gaat de Belastingdienst je een voorheffing sturen over het nieuwe jaar of u kunt die zelf aanvragen. Daarmee voorkom je verrassingen zoals u kennelijk hebt meegemaakt. Waarschijnlijk klopt de gang van zaken. Als u er zeker van wilt zijn, dan legt u het voor aan een deskundige die van de hoed en de rand weet in de inkomstenbelastingsfeer.
De meeste pensioenfondsen houden automatisch loonheffing in op uw pensioen. Sommige willen op uw verzoek wel meer inhouden, maar beter is het via de Belastingdienst te regelen. Ook lijkt er in uw opgave voor de hypotheekrenteaftrek (vooraf?) iets fout te zijn gegaan.
Verdeling tussen huwelijkspartners
Mijn echtgenote van 2 juni 1950 had jarenlang geen eigen inkomen maar deed toch haar aangifte. Die bestond voornamelijk uit zaken die zij als gemeenschappelijke partner voor haar rekening mocht nemen. Het gevolg was een lage belastingaanslag, mede daardoor werd het overgebleven bedrag van haar algemene heffingskorting aan haar toegekend. Dit omdat haar partner voldoende belasting/premie betaalde.
In 2015 is zij 65 jaar geworden, krijgt zij enige maanden AOW en een afkoopsom van een vroegere betrekking. De Belastingdienst geeft op aan heffingskortingen de algemene heffingskorting en de ouderenkorting. Ergo: ze komt uit op nul. Wordt de rest van haar ouderenkorting niet uitbetaald?
Het maakt eigenlijk niet uit of verdeling van het gezamenlijk vermogen naar een van de partners (of voor ieder de helft) wordt gedaan. Want dat is waarop u doelt met ‘zaken’ die nog een rol spelen bij een huwelijk of fiscaal samenwonen. Voor de rest is vrijwel alles geïndividualiseerd. Ieder betaalt in box 3 daarover 1,2 procent belasting boven de vrijstellingen. Sommige linkse partijen willen dat ook meer vermogensafhankelijk maken.
Vaak kun je ook de hypotheeklasten voor het eigen huis verdelen maar dan is het vaak aantrekkelijk om die onder te brengen bij de persoon die het meest inkomstenbelasting betaalt vanwege de teruggave van renteaftrek. De elektronische aangifte geeft dat precies weer.
Misschien is het daarom wel beter om de algemene heffingskorting aan uw vrouw – zonder baan – te laten uitbetalen. Dat geeft haar toch een indruk van een ‘eigen’ netto-inkomen per maand. Dat is ook een reden waarom zij zich jaarlijks moet verantwoorden in een aangifte.
Uiteraard zijn de heffingskortingen over de te betalen belastingen. We nemen aan dat haar inkomen over heel 2015 (inclusief AOW) hoger is geweest dan de algemene heffingskorting want anders had zij geld teruggekregen. Dat de Belastingdienst op nul uitkomt is het eindresultaat over 2015 want op haar inkomen (én AOW) is wel degelijk inkomstenbelasting ingehouden die verrekend wordt met de algemene heffingskorting.
De ouderenkorting is ook een heffingskorting op de te betalen belasting. Daarom betaalt zij niet of nauwelijks iets over haar AOW. De ouderenkorting geldt weliswaar over het hele jaar, maar alleen maar vanaf de datum AOW. Bovendien speelt haar afkoopsom van een pensioen uit een vroegere betrekking ook een rol. Want ook die komt bij haar jaarinkomen en zij betaalt daarover belasting.
Volgens ons heeft de Belastingdienst correct gehandeld. We geven u wel gelijk dat het allemaal ingewikkeld in elkaar steekt, maar in de elektronische aangifte is alles terug te vinden.