Keuzes van ambtenaren toegelicht: de 'autonome' en de 'verantwoordelijke' mens

Mensbeelden hebben we allemaal, ze maken de wereld overzichtelijk en behapbaar. We handelen , verkopen, praten, maken plannen op basis van wat van mensen , van specifieke groepen mensen verwachten. Maar wanneer mensbeelden te eenzijdig, te optimistisch of juist te somber zijn, schieten zij hun doel voorbij.
Ook de overheid
Als 50% van de economie overheid is, dan is het risico is nog veel groter bij overheidsbeleid. Want ook beleidskeuzes van ambtenaren en bestuurders worden voor een belangrijk deel ingegeven door mensbeelden: aannames over het leven en gedrag van mensen op wie het beleid betrekking heeft.
Niet-kloppende mensbeelden kunnen het vertrouwen van burgers in de overheid schaden en de legitimiteit en effectiviteit van beleid onder druk zetten.
Ondanks hun invloed op beleid blijven mensbeelden vaak impliciet, en ze gaan gepaard met een grote vanzelfsprekendheid. Het risico bestaat dat mensen vervolgens te maken krijgen met beleid dat niet goed aansluit op hun leven, of dat zij zelfs in een negatief daglicht geplaatst worden.
Het CPB maakte er een studie van maken we op basis van documentanalyse, interviews en groepsgesprekken met betrokken ambtenaren mensbeelden zichtbaar achter het Leven Lang Ontwikkelenbeleid en de covid-vaccinatiestrategie.
Twee case studies
De hoofdvraag van het rapport luidde als volgt: Welke impliciete en expliciete mensbeelden zijn aanwezig in beleid ten aanzien van de beleidsdossiers ‘Leven lang Ontwikkelen’ en de ‘covid-vaccinatiestrategie?’
Concluderend kunnen we de vraag als volgt beantwoorden. Als we de twee cases naast elkaar leggen valt het op dat er, ondanks de grote verschillen in thematiek en beleidscontext, toch een aantal in het oog springende overeenkomsten zijn als het gaat om mensbeelden. In beide dossiers herkennen we het ideaalbeeld van de rationele, autonome mens die keuzes maakt in zijn of haar eigen belang en daarbij vooruit kan kijken naar de toekomst, zich daarbij verantwoordelijk opstelt en welwillend tegenover de beleidsdoelstellingen staat. Dit ideaalbeeld vormt voor een groot deel de verwachtingen over hoe mensen daadwerkelijk zijn en hoe zij op het beleid zullen reageren. Tegelijkertijd erkent de beleidsmaker dat de gemiddelde burger ook menselijk is en niet altijd aan het ideaal voldoet, we zien verschillende nuanceringen van het ideaalbeeld. Daarnaast zien we twee groepen die (in verschillende mate) als uitzondering op het ideaal-gemiddelde beeld worden gezien: een groep die wel wil maar niet kan, en een groep die niet wil maar wel kan. Aan die eerste groep wordt impliciet een positief waardeoordeel gekoppeld: zij zijn kwetsbaar en verdienen ondersteuning. Aan de tweede groep, die we tegenkomen bij de covid-casus, wordt impliciet en soms expliciet een negatief oordeel gekoppeld: niet-verstandig, niet-sociaal. We lichten elk van deze beelden toe.
De rationele, autonome mens
Ten eerste zien we zowel bij het beleid voor Leven Lang Ontwikkelen als bij de covid-vaccinatiestrategie het uitgangspunt van een rationele, autonome mens die keuzes maakt in zijn of haar eigen belang en daarbij vooruit kan kijken naar de toekomst. In beide dossiers gaat het beleid er in principe van uit dat als mensen de mogelijkheden krijgen (bv. door middel van financiële of andere ondersteuning) en worden geïnformeerd over de urgentie en het belang van het beleidsdoel, zij er vaak voor zullen kiezen om aan de slag te gaan met leren en ontwikkelen of zich laten vaccineren. Volgens de overheid is dat immers in
hun eigen belang.
De verantwoordelijke mens