Universiteit en het hoger onderwijs naar gemeente
Richard De Mulder (Amsterdam, 1946) stichtte in 1981 het Centrum voor Recht en Informatica aan de Erasmusuniversiteit. In 1987 werd hij tot hoogleraar Recht en Informatica aan de Juridische Faculteit benoemd. Hij is thans met emeritaat.
Als pas nieuwe emeritus-hoogleraar van de Erasmusuniversiteit heb ik nog vele contacten in de Erasmusuniversiteit en met de plaatselijke en landelijke politici die beslissen over de toekomst van wetenschappelijk- en hoger onderwijs in Rotterdam.
Ik kan helaas geen namen noemen, maar er is intensief geheim overleg geweest tussen vertegenwoordigers van de landelijke coalitiepartijen VVD en PvdA, de gemeente en de Erasmus-universiteit.
Verlies
De Erasmusuniversiteit is te duur en lijdt verlies. Het plan is nu het gehele Rotterdamse wetenschappelijk en hoger onderwijs aan de gemeente Rotterdam over te dragen. De gemeente gaat dan ‘onderwijsdienstenaanbieders’ contracteren. Hiermee kan het kabinet op jaarbasis naar schatting 200 miljoen bezuinigen. Wanneer dit plan slaagt – hiervoor moet eerst een zogenoemde ‘Rotterdam-onderwijswet’ worden aangenomen – zal deze benadering ook in alle andere steden met instellingen voor hoger en/of wetenschappelijk onderwijs worden toegepast.
De voordelen van dit plan zijn evident. Het gaat in het hoger- en wetenschappelijk onderwijs ruwweg om vijf soorten activiteiten: onderwijs (zoals lesuren en colleges), examens, scripties en werkstukken, en wetenschappelijk onderzoek zoals proefschriften. Verder is er het onderwijs aan buitenlandse studenten dat om een oplossing vraagt.
Ineffectief
Een: Onderwijsactiviteiten als klassikale lessen en hoorcolleges zijn volgens groeiend inzicht niet effectief en rechtvaardigen niet de tijd en de kosten die eraan verbonden zijn. Studenten kunnen beter zelf leren. In de psychologie- en rechtenstudie aan de Erasmusuniversiteit zijn de afgelopen jaren goede ervaringen opgedaan met het zogenaamde ‘probleemgericht onderwijs’, waarbij geen les of college meer mag worden gegeven. De resultaten zijn niet duidelijk beter of slechter dan in het oude systeem, maar onderzoek wijst uit dat veel studenten het nieuwe systeem op prijs stellen. Hooggekwalificeerde en dus dure docenten zijn in dit systeem niet meer nodig.
Kostbaar
Twee: Examens zijn buitengewoon kostbaar en kunnen voor een substantieel deel achterwege blijven. Examens vragen faciliteiten als examenzalen en veel toezicht. Vooral het nakijken van de vrijwel altijd nog handgeschreven tentamen kost erg veel tijd aan de docenten. Wanneer dit nakijken gaat geschieden middels een aanbestedingsprocedure voor gespecialiseerde nakijkprofessionals kan er veel bespaard worden terwijl de kwaliteit van de toetsing toeneemt. De marktwerking onder de aanbieders kan dan immers zijn werk doen. Een belangrijk punt is ook dat er thans teveel studenten niet slagen voor tentamens. In het nieuwe systeem kan de gemeente ervoor kiezen meer studenten te laten afstuderen. Deskundigen noemen dit ‘rendementsverhoging’.
Tijd
Drie: Het schrijven van werkstukken en scripties vormt een groeiend probleem in het wetenschappelijk- en hoger onderwijs. Het kost erg veel tijd aan de studenten zelf en aan de begeleiders. Deze werkstukken en scripties zijn bovendien steeds gevoeliger voor fraude en plagiaat. Alleen al het checken op plagiaat kost de begeleiders enkele uren per week. De voorbereiders van het nieuwe onderwijsplan hebben zich daarnaast afgevraagd wat het nut of de maatschappelijke opbrengst is van al deze toch vaak maar matige werkstukken en scripties. Wat leren studenten van deze activiteiten?
Het antwoord is dat ze eigenlijk alleen leren zulke werkstukken te schrijven! Deze vaardigheid is nuttig voor afgestudeerden die weer in het onderwijs zelf gaan werken, maar nauwelijks daarbuiten. De tijd besteed aan scripties en werkstukken kan daarom aanmerkelijk worden gereduceerd en kosten kunnen worden bespaard.
Proefschriften
Vier: Wat geldt voor de werkstukken en scripties, geldt a fortiori voor proefschriften en ander wetenschappelijk onderzoek. Het is duidelijk dat universiteiten er niet in geslaagd zijn de integriteit en de kwaliteit van het onderzoek te handhaven. Fraude en plagiaat (inclusief zelfplagiaat) zijn aan de orde van de dag. Wanneer de gemeente het wetenschappelijk onderwijs overneemt, kunnen de financiële middelen voor dit werk sterk worden gereduceerd.
Vijf: Onderwijs aan buitenlandse studenten vormt een toenemend probleem. Dit onderwijs wordt veelal in het Engels gegeven, maar Nederlandse docenten die in deze taal werkelijk kunnen communiceren zijn zeldzaam en duur. Ook vormen buitenlandse studenten een groeiend probleem met betrekking tot immigratie. De studie is vaak een dekmantel om zich in ons land te kunnen vestigen.
Nederlands
In het nieuwe plan zal het onderwijs aan buitenlandse studenten nog vrijwel alleen in het Nederlands plaatsvinden. Buitenlandse studenten moeten in het land van herkomst van tevoren kunnen aantonen dat zij de Nederlandse taal voldoende beheersen.
Zoals dit korte overzicht aantoont zijn er veel voordelen te behalen door het wetenschappelijk en hoger onderwijs aan de gemeente over te dragen. Voor de gemeente Rotterdam is dit ook een buitenkans, omdat er anders door de bezuinigingen tientallen ambtenaren ontslagen zouden worden.
Addertje
Er zit misschien nog één addertje onder het gras. In de plannen is geen post opgenomen voor reorganisatiekosten. Bedrijfskundigen hebben naar voren gebracht dat de nieuwe wijze van onderwijs aanbieden weliswaar veel efficiënter en goedkoper is, maar dat er in de eerste jaren extra kosten worden gemaakt omdat er nieuwe werkwijzen en praktische kennis moet worden opgedaan door de nieuwe spelers in het veld. Vooralsnog wordt door de betrokken politici en bestuurders van de Erasmusuniversiteit dit argument afgedaan als 'niet constructief'. Overeenstemming bestaat reeds over de afspraak dat de naam van de Erasmusuniversiteit wordt gewijzigd in 'Universiteit van Rotterdam'.
Prof. Mr. Richard V. De Mulder M.B.A., emeritus hoogleraar Erasmusuniversiteit