De Man Zonder Gezicht

16 april 2022 door Janny Kok
De Man Zonder Gezicht
Omslag van 'De Man zonder Gezicht'

Er zijn een paar gezegdes die op kennis van de geschiedenis slaan. “De geschiedenis herhaalt zich” en de vaak geparafraseerde “Wie de geschiedenis niet kent begrijpt heden noch toekomst”. Zo bezien is het boek De Man Zonder Gezicht van Tomas Ross precies op het goede moment uitgegeven. Terwijl de Russische president Poetin en zijn vazallen hun oorlog in het zogenaamde fascistische Oekraïne laten uitvoeren gaat De Man Zonder Gezicht terug in de (Koude Oorlog)tijd. Dat op zich maakt het boek al fascinerend. 

In het Nawoord achterin het boek verklaart Ross zich nader over de aanpak van zijn recente verhaal: “Meer dan gewoonlijk in mijn werk is dit verhaal vooral fictie”. Hij citeert de Amerikaanse schrijver en zwarte burgerrechtenactivist Maya Angelou die dit schreef: “There’s a world of difference between truth and facts. Facts can obscure the truth.”

Ross is zich daarvan als thrillerschrijver bewust. Thrillers berusten zelden op autobiografische feiten, zeg hij in zijn Nawoord, waaraan hij toevoegt dat er een dergelijk feit voorkomt in zijn boek in de persoon van zijn vroegere buurjongen Luuk Jonker.

Als de lezer dat weet en de achtergrond kent van het beroepsleven van de vader van Ross (pseudoniem voor Willem Pieter Hogendoorn), begrijpt de gekozen verhaallijn in het boek. Dat begint in de Proloog met het verhaal over de The Washington Post correspondente Peggy Collins. Dat speelt zich af in september 1944 in Lotharingen. Haar fictieve personage staat in de lijst vooraan in De Man zonder Gezicht, gevolgd door de opsomming van non- personages.

De lezer wordt in hoofdstuk 1 virtueel naar 9 april 1966 in Oost-Duitsland gevoerd, waar Urike Römer nerveus aan een spionnenopdracht begint. Daarna moet de lezer scherp blijven opletten in de filmisch beschreven gang langs diverse personages en plaatsen. Dat is op zich boeiend, maar vereist zeker hersengymnastiek om het hele verhaal van A tot Z scherp te blijven volgen.

Het gegeven in Man zonder Gezicht is er dan ook naar. Nederland was in de jaren 60 van de vorige eeuw een broeinest van Russische en Oost-Duitse geheim agenten. De Binnenlandse Veiligheidsdienst had daaraan handen vol werk naast het destijds reguliere werk aan het in de gaten houden van vredesbewegingen, studenten, pacifisten, provo’s en jonge socialisten.

Tegenspeler de Oost-Duitse geheime dienst bleek een mol voor het vrije Westen in zijn gelederen te hebben gehad die door een Nederlander werd aangestuurd.

Kortom: deze spelers hebben een rol in het spionnenspel dat Ross in zijn boek beschrijft. Het is aan de oude buurjongen en oud-verzetsman Luuk Jonker om op zoek te gaan naar collaborateurs en met name naar topspion Alleman. Jonkers zoektocht voert hem van Zuid-Limburg naar Oost-Duitsland en verder naar Italië.

Ross heeft vaker voor deze complexe manier van schrijven gekozen. In Man Zonder Gezicht is het slot zeker verrassend als het over de rigoureuze manier van doen van de geheime diensten gaat. Er komt ook een onthulling over een doofpotaffaire uit de Tweede Wereldoorlog aan het licht. Houdt dat bij lezing van Ross’ boek maar in gedachten bij de berichtgeving over de spindoctors van Poetin, hemzelf en zijn tegenspelers in de door hem ontketende oorlog in Oekraïne.

Tomas Ross, De Man Zonder Gezicht. Amsterdam 2022. De Bezige Bij, 368 pagina's. ISBN 9789403157917 Paperback € 21,99.  e-boek €12,99 (uitgave van uitgeverijcargo.nl)

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.