Marga Minco en 'Het Bittere Kruid'
Ze is voor de buitenwereld stil uit dit leven vetrokken. Vijf dagen na haar dood werd bekend dat ze op 19 juli jl. 103 jaar oud, overleden was. In 1957 schrijft ze: ‘Ik bleef staan om te kijken naar de mensen die uitstapten, alsof ik op iemand wachtte. Iemand met een vertrouwd gezicht, vlak voor het mijne. Maar ik miste het geloof van mijn oom. Ze zouden nooit terugkomen, mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte.’
Korte sobere zinnen aan het eind van het Het bittere kruid’ uit 1957 waarmee ze de rest van haar leven beroemd zou blijven. 125 pagina’s in de Ooievaar uitgave een stijl die doet denken aan het prachtige boekje ‘La Place’ van de veel later geboren en latere Nobelprijswinnaar Annie Ernaux. De overeenkomst is het treffend autobiografische. Wat het boek van Minco onderscheidt is , die de karakters in haar boek ook al komen ze maar even aan het woord, tot leven wekken en tot op de dag van vandaag herkenbaar te maken. Ze plaatst en beschrijft ze vanuit het gezichtspunt van de vrouw van even de twintig die ze toen was. Observaties over de familieleden waarvan ze hield, over gewone mensen, fouten en goeden te midden van de goed georganiseerde massamoord van de Wereldoorlog.
Voor haar gehele oeuvre kreeg ze de Annie Romeinprijs, de Constantijn Huygensprijs en de PC Hooftprijs. Het was het veelgelezen en veel vertaalde ‘Het Bittere Kruid’ waarmee ze contact zal blijven leggen met talloze scholieren en literatuurliefhebbers binnen en ver buiten de Nederlandse landsgrenzen.
Marga Minco met haar kinderen en echtgenoot Bert Voeten in 1958 - Foto IISG cco