Rampjaar 1672, 350 jaar geleden in Rotterdam

01 november 2022 door incidentele auteur
Rampjaar 1672, 350 jaar geleden  in Rotterdam
Nederlandvan drie kanten aangevallen in 1672. Hier door Frankrijk, Bld. Adam Frans van der Meulen
(Gem. Rotterdam) Energie, klimaat, asiel, een oorlog dichtbij: de ene crisis stapelt zich dit jaar op de andere. Er waren eerder dit soort tijden, zoals 350 jaar geleden in het 'rampjaar' 1672. Compleet met bedreigingen en complottheorieën.

In 1672 werd Nederland (toen de Republiek der Verenigde Nederlanden) van 3 kanten tegelijk aangevallen: door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen. Het Nederlandse leger bood weinig weerstand. Daardoor konden de buitenlandse legers vrij snel en makkelijk een aantal provincies bezetten. Alleen door delen van het land onder water te zetten (de waterlinie) kon de invasie deels worden gestopt. 

Paniek en woede

De bevolking raakte in paniek en was woedend op de bestuurders. Vooral op Johan de Witt en zijn medestanders, de zogenoemde 'staatsgezinden', omdat zij de verdediging van het land verwaarloosd hadden. Bovendien hadden de staatsgezinden ervoor gezorgd dat Willem III, de prins van Oranje, geen politieke en militaire functies meer had. Veel inwoners zagen dat als landverraad. 

Roddels en bedreigingen

De woede was te zien in pamfletten, de massamedia van die tijd. Op kleine en goedkope vellen werden allerlei nieuwtjes, meningen maar ook roddels, complotten en bedreigingen geventileerd. Net als nu via de sociale media. Die pamfletten waren overal verkrijgbaar en werden ook opgehangen en voorgelezen. 

Moord op straat

Maar de woede uitte zich ook op straat. Boze inwoners gingen bijvoorbeeld naar het huis van bestuurders, bedreigden hen en vielen hen soms zelfs aan op straat. Vaak kregen zij steun van de schutterij (een beetje vergelijkbaar met de huidige politie en het leger). In augustus 1672 liep dit zo uit de hand, dat een woedende menigte de broers Johan en Cornelis de Witt op straat in Den Haag vermoordden.

Onrust in Rotterdam

Ook in Rotterdam was het erg onrustig in de zomer van 1672. Het stadsbestuur bestond uit staatsgezinden. Die voelden zich bedreigd en durfden niet tegen de eisen van de opstandige inwoners in te gaan. Daarom vroegen ze de Staten van Holland om Willem III tot stadhouder (de belangrijkste functie in het land) te benoemen. Dat gebeurde. 

Bestuurders treden af

Maar de bewoners bleven desondanks roepen om het ontslag van de Rotterdamse bestuurders. Ze gooiden hun ruiten in en bewerkten hun deuren met hamers en bijlen. Uiteindelijk trad een aantal regenten inderdaad af. Toch duurde het nog maanden eer de rust in het land en de stad een beetje waren hersteld. 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.