Verbasterde beer (waar Tsjechisch en Nederlands, voetbal en poëzie elkaar raken)

De beer weet van de honing (= med).
De stroper weet van de beer (= medvěd)
en van de klem. En van de dood.
Van pijn weet alleen de beer.
Berenvlees, of gaat het om de huid?
Vraag als een vulkaan. Ik zou die bossen
graag met hem willen delen, maar
de stropers denken: geen denken aan.
Ik voel zijn vacht, ze is nog warm, en
aai zijn grote poten. Er zijn er maar drie,
drie hele. Eén zit in de klem. Snel
wrijf ik het beeld uit mijn ogen.
Over het scherm loopt in de spits Nedvěd.
Zijn naam scheelt één pootje met de beer.
Hij loopt voor zijn leven, achter de bal aan.
Hij loopt voor zijn leven.