Artsen doen meeste nachtwerk

08 februari 2021 door een van onze redacteuren
Artsen doen meeste nachtwerk
Veiligheidsmensen slechts klein deel nachtwerkers. Foto pixab

In 2020 waren 1,2 miljoen werkenden soms of regelmatig in de nacht aan het werk. Dat is 13,5 procent van alle werkenden. Artsen, verzorgenden, sociaal werkers en verpleegkundigen zijn de grootste groepen nachtwerkers. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Gemiddeld in 2020 werkten 1,2 miljoen mensen wel eens tussen 12 uur ’s nachts en 6 uur ’s morgens. In de periode 2011-2019 schommelde het aantal rond 1,3 miljoen. Door de recente afname daalde het percentage nachtwerkers van 14,8 in 2019 naar 13,5 in 2020. Ruim de helft van hen is regelmatig in de nacht aan de slag. Iets minder dan de helft is dat soms.

Tabel CBS

Artsen grootste beroepsgroep onder nachtwerkers

De grootste beroepsgroep onder werkenden in de nacht zijn de artsen. Vorig jaar werkten ruim 70 duizend van hen soms of regelmatig ’s nachts. De tien grootste beroepsgroepen onder de nachtwerkers omvatten 457 duizend personen, bijna 4 op de 10 van alle werkenden in de nacht. De helft van deze beroepsgroepen betreft zorg- en welzijnsberoepen. Behalve om artsen gaat het om verzorgenden, sociaal werkers en verpleegkundigen. Ook kelners en barpersoneel behoorden in 2020 tot de top tien. Vanwege de coronamaatregelen was hun aantal gemiddeld in 2020 wel aanzienlijk lager dan in 2019. Ook in technische beroepen en zorg- en welzijnsberoepen was het aantal nachtwerkers lager dan in 2019.

In de grootste groepen nachtwerkers komt regelmatig werken in de nachtelijke uren vaker voor dan incidenteel nachtwerk. In het bijzonder geldt dat voor productiemachinebedieners, beveiligingspersoneel en mbo-verpleegkundigen. Daarentegen is het nachtwerk voor software- en applicatieontwikkelaars eerder incidenteel van aard.


Tabel 2 CBS

Nachtwerk vrijwel altijd buitenshuis

Een klein deel van alle nachtwerkers – 1 op de 10 – werkt in of bij de eigen woning, maar verreweg de meesten moeten in de nacht op weg naar een vast werkadres of naar wisselende locaties. Vaker dan dagwerkers werken nachtwerkers voltijd (62 procent tegen 48 procent) en de werknemers onder hen doen dat in bijna de helft van de gevallen in ploegendienst. Van de regelmatige nachtwerkers reist iets meer dan de helft (51 procent) voor het werk naar een andere gemeente. Dat is iets meer dan onder werkenden die niet of hooguit soms in de nacht werken (46 procent).

Nachtwerk in Nederland boven EU-gemiddelde

Het percentage nachtwerkers in Nederland was in 2019 – het meest recente jaar waarover cijfers voor alle EU-landen beschikbaar zijn – hoger dan het gemiddelde van de Europese Unie. Tussen de lidstaten liep het percentage uiteen van 7,8 in Litouwen tot 21,5 in Slowakije. In de buurlanden België en Duitsland werkte een lager percentage in de nacht.

Tabel 3 CBS

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.