Eneco verkwanseld

Het establishment van Schiedam is bij monde van de invloedrijke D66-politicus John van Sliedrecht trots en tevreden met de uitverkoop van Eneco aan twee Japanse ondernemingen, Mitsubishi en Chubu. Die laatste onderneming is een uiterst belangrijk energiebedrijf, dat zijn voornaamste activiteiten ontplooit op het eiland Honshu en dan met name de prefectuur Nagano.
Een dikke eeuw geleden, toen de liberalen nog hersens hadden, meenden zij dat nutsbedrijven niet aan de markt overgelaten moesten worden. Hun producten en diensten waren van zulk een wezenlijke betekenis dat uiteindelijk de volksvertegenwoordiging er het laatste woord over diende te hebben. Vandaar dat in die dagen de energiebedrijven een zaak werden van gemeente en provincie. Datzelfde gold voor de telefoon en het belangrijkste gedeelte van het openbaar vervoer.
Inmiddels is de Nederlandse politiek van links tot rechts en van hoog in de Binnenhofse boom tot laag in de gemeentehuizen verslingerd geraakt aan het neoliberalisme. Alles wordt beter als je het maar aan de markt overlaat.
markt en geld
Daarom hebben de eigenaren – lagere overheden – het energiebedrijf Eneco aan de meestbiedende verkocht. Het resultaat is dat de beslissingen over de energieproductie voor miljoenen Nederlanders nu genomen worden in de prefectuur Nagano. Overstappen op Nuon dan maar? Dan lever je jezelf uit aan Stockholm, want de grote concurrent van Eneco is al jaren geleden overgenomen door het Zweedse bedrijf Vattenfall, dat nu ook zijn eigen naam heeft opgelegd aan het Nederlandse pareltje aan de Scandinavische kroon. Wat zal de energieconsument daarvan profiteren! Ik bedoel: ze zijn nu al nauwelijks aan de telefoon te krijgen.
basisvoorwaarden hoofdzaak
Dit zijn onzekere tijden. De toekomst is ongewis. De chaos op de wereld en in ons eigen werelddeel neemt toe. In dat geval is het van strategische betekenis dat Nederland zichzelf kan voeden, kleden en warm houden. En ‘s-avonds het licht aan doen. Deze essentiële basisvoorwaarden voor het overleven hier achter de dijken, dienen daarom niet voor een schotel linzenmoes te worden verkwanseld aan eigenaren elders in de wereld die zo hun eigen prioriteiten hebben. Wij hebben in Nederland een boerenstand nodig die datgene verbouwt wat wij in dit land nodig hebben om goed gevoed en gezond te blijven. We moeten het laatste woord hebben over onze energieproductie. Aan die basisvoorwaarden kan de markt niet voldoen. Je hoeft geen Nobelprijs voor de economie op je conto te hebben om dat in te zien.
Die 4,1 miljard is een hoop geld. Maar het is peanuts vergeleken met wat we kwijt zijn.
Het wordt weer eens tijd om die oude schurk te citeren, de vertrouweling van Napoleon, de geduchte Fouché. Die zei eens: “Het is erger dan een misdaad. Het is een fout”.
Foto's: kuebi & pixa