Korting op AOW al nabij
In de bezuinigingsdrift van de regering staat de ingangsdatum van de AOW ter discussie. Het ziet er naar uit dat die - vroeg of laat - over een heel lange periode (van misschien wel 24 jaar) wordt opgeschoven naar de leeftijd van 67 jaar. Dus de jongere generaties die nog werken (of een uitkering hebben) zullen later met pensioen gaan.
De voor- en tegenstanders van de AOW-opschuiving – die nog door de Tweede Kamer moet – vergeten vaak dat al veel eerder een andere maatregel is genomen die vanaf 2015 sommige AOW’ers hard zullen treffen. Namelijk het vervallen van de toeslag voor jongere partners! Mensen thans jonger dan 59 jaar staan nog nauwelijks stil bij het feit dat als zij een partner hebben zonder inkomsten zij vanaf 2015 getroffen kunnen worden door een (tijdelijke) zware inkomensachteruitgang in hun AOW-rechten. Vanaf 1 januari 2015 wordt de toeslag op de AOW voor de jongere partner afgeschaft. Dat betekent dat als de oudste van een stel (gehuwd of samenwonend) 65 jaar wordt, hij of zij alleen de AOW krijgt. Als de jongere partner geen of weinig eigen inkomsten heeft, dan krijgt de 65-jarige geen toeslag meer die thans nog maximaal bijna 700 euro bruto per maand bedraagt.
Voor het stel vallen de consequenties nog enigszins mee als de zogenoemde kostwinner nog een behoorlijk aanvullend oudedagspensioen heeft. Is er geen of slechts een gering (aanvullend) bedrijfspensioen (afgeleid van het aantal dienstjaren en het salaris) dan kan wel eens de precaire situatie ontstaan dat men een beroep moet doen op de bijstand van de sociale dienst omdat men anders onder het bestaansminimum (hoeveel dat tegen die tijd is, is niet in te schatten) duikt. Met alle zeer vervelende consequenties van dien, zoals het ‘opeten’ van het eigen vermogen en een sollicitatieplicht.
Uiteraard is het wel zo dat als de jongere partner zonder of met weinig inkomsten zelf 65 jaar wordt hij of zij wel een eigen recht op AOW krijgt. Daarom geldt dit probleem maar tijdelijk en hangt het ervan af hoeveel jaar jonger de partner van de 65-jarige is. Naar verwachting zullen vooral traditionele allochtone gezinnen, waar vaak de vrouw het huishouden doet en die geen inkomen uit arbeid heeft, door de afschaffing van de toeslag worden getroffen.
‘wie dan leeft, wie dan zorgt’
Het vervelende van deze in 1996 doorgevoerde wetswijziging is dat nog weinig mensen – van thans 59 jaar en jonger - daarmee rekening houden. Het probleem betreft dus vooral mensen in de lagere inkomenssferen van wie de jongere partner geen baan heeft. Vooral deze mensen hebben helaas vaak de gedachte ‘wie dan leeft, wie dan zorgt’.
Want uiteraard zijn er mogelijkheden om dit ‘AOW-toeslaggat’ te dichten door bijvoorbeeld te sparen voor die tijd óf druk uit te oefenen op de partner om toch maar een baan te gaan zoeken. Lukt dat niet of doet men dat niet, dan zal men op 65 jaar de wrange vruchten hiervan plukken.
Doemdenken
We willen niet aan ‘doemdenken’ doen, maar al deze maatregelen om de AOW – de werkenden betalen in feite voor de gepensioneerden – betaalbaar te houden, maken het met pensioen gaan voor vooral mensen jonger dan 59 jaar er niet leuker op. En dat geldt niet alleen voor de lagere maar ook voor de hogere inkomensgroepen, hoewel de laatsten waarschijnlijk meer mogelijkheden hebben om buffers te vormen die de nadelen opvangen.
Het regeringsbeleid om mensen, die daartoe in staat zijn, zolang mogelijk aan het werk te houden, krijgt hierdoor in ieder geval wel meer gestalte!