Oproep: neem je drank en hapjes mee naar Dunya

02 juni 2009 door de redactie

Het Dunya festival is Rotterdam op het lijf geschreven. Muziek en bezoekers hebben hun roots in alle werelddelen. Mede door het mooie weer was de 32e aflevering afgelopen zondag een van de meest geslaagde volksfeesten.

Waarlijk een demonstratie dat al die zo verschillende Rotterdammers – er waren een kwart miljoen bezoekers - gezamenlijk een aardig feestje kunnen bouwen zonder dat er een wanklank valt.
En toch gaat het de foute kant op met het festival. Waarom? Omdat de drank en de hapjes niet meer uit alle werelddelen komen. Patat, bier en kroketten worden tegen woekerprijzen verkocht. Dit unieke volksfeest dreigt een poenerige aangelegenheid te worden. De organisatoren spreken ongetwijfeld over een professionalisering.

Toen Dunya 32 jaar geleden begon was het festival niet alleen een uitwisseling van de verschillende muzieksoorten, die in Rotterdam zijn neergestreken, maar ook een uitwisseling van de verschillende hapjes en drankjes die deze kant op zijn gekomen. Surinaamse Hindoestanen verkochten Roti’s en bloedworst, Turken mierzoete thee en cake, Antillianen sate ku batata, Marokanen mint-thee en ga zo maar door. De kraampjes waren van kleine middenstanders, een beetje zoals op Koninginnendag.
Nu zijn er nog maar een paar van die kleine kraampjes. De hapjes en drankjes worden nu verzorgd door een professionele Hollandse cateraar genaamd Ron Koebrugge. De diversiteit bestaat nu uit een hamburger of een patatje oorlog.
En dan de prijzen: 2,50 euro voor een plastic bekertje bier, 3,50 euro voor een miniscuul plastic wijntje, 5,00 euro voor een Mexicaanse wrap, 5,00 euro voor een falafel, 50 cent voor een urineplasje of 2,00 euro voor een abonnement op het toilet.
Voor een bepaald niet rijke stad zijn dit woekerprijzen. Volgend jaar – tegen die tijd is deze digitale krant de meest bezochte Rotterdamse site – zullen wij u er uitdrukkelijk aan herinneren uw eigen picknickmand mee te nemen.