Vijftig jaar aan het gas
Bij alle feestelijke terugblikken op het feit dat vijftig jaar geleden het eerste aardgas via het Groningse Slochteren een kleumend Nederland ging verwarmen ontbreekt vrijwel overal een berekening hoe veel de oliemaatschappijen Shell en Esso hieraan hebben verdiend.
De staat der Nederlanden zou ongeveer ter waarde van € 211 miljard hebben geïncasseerd.
Hoe de situatie nu precies is weet ik niet, maar rond de jaren tachtig streken beide maatschappijen ongeveer 15 procent van de opbrengsten op. Zo’n € 32 miljard dus.
En dat is nog niet eens alles. Een groot deel van het uitgevoerde gas is weer verkocht aan buitenlandse ondernemingen waarin zowel Shell als Esso vaak grote belangen hadden en hebben. Gedurende vele jaren is dat gas ook uitgevoerd tegen aanzienlijk lagere tarieven dan de Nederlandse consument moesten betalen. De Belgische consument betaalde bijvoorbeeld in 1980 18,6 (oude) centen per kubieke meter terwijl in Nederland al 45,4 cent werd berekend.
Beroemd is ook hoe in 1971 de toenmalige Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Josef Luns ons aardgas voor een appel en een ei verkwanselde aan de Italianen. Dit uit vrees dat de Russen gas aan dat land zouden gaan leveren.Gedurende vele jaren zijn de staatsopbrengsten grotendeels verdampt in de sociale voorzieningen en het terugbrengen van de tekorten van de overheid.
Maar ons aardgas heeft ook goede kanten. Er werd wat afgekleumd in dit land toen over het algemeen slechts een kolenkachel per woning voor de warmte moest zorgen. Inderdaad. Toen was geluk heel gewoon, maar het was wel een heel koud gevoel van geluk.
De Groningers zijn er – behalve het hoofdkantoor van de Gasunie en via die club het Groninger Museum – geen cent wijzer van geworden. De opbrengsten zijn grotendeels besteed in de Randstad. En uitgekeerd aan de aandeelhouders Shell en Esso.