Elitaire journalisten willen méér ‘Wob’
Deze week werd de Dag van de Persvrijheid gevierd. Als lid van de EU behoort ons land, samen met de Verenigde Staten, tot de categorie landen in de wereld met de hoogste staat van persvrijheid.
Het slechtst is het hiermee gesteld in landen als Birma, Irak en Iran en in het Midden-Oosten waar de ‘Arabische lente’ nog niet is doorgedrongen.
Op de Dag van de Persvrijheid is er door de journalisten tamelijk ‘elitair’ gediscussieerd of journalisten in ons land wel álle informatie van de overheid kunnen krijgen die zij nodig achten om hun rol als onafhankelijk journalist goed te kunnen uitoefenen.
Daarbij ging het er vooral om of de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) aan journalisten voldoende mogelijkheden biedt om het gezonde wantrouwen tegenover de overheid handen en voeten te geven.
De aanwezige verantwoordelijke minister Piet Hein Donner (Binnenlandse Zaken) hield de stelling aan dat overheden en journalisten vanuit hun eigen verantwoordelijkheden wel wat meer begrip voor elkaar mogen hebben. Hij benadrukte dat de Wob uitsluitend bedoeld is om overheidsbesluiten (óf voorgenomen besluiten) te openbaren. Een belangrijk facet van de persvrijheid.
Maar de vertrouwelijke processen tot besluitvorming van bestuurders kunnen daar volgens hem niet onder vallen. Net zo min als redacties hun interne besluitvormingen en hun onderlinge verdeeldheid bloot willen leggen. Hoewel de vergelijking van Donner niet helemaal opgaat, scoort de minister hierin wel een punt.
Korrel zout
Ik heb op vele redacties gezeten waar lezers van kranten en luisteraars van de radio vaak de discussies over het interne redactionele beleid werd onthouden en - nog erger - niet eens eerlijk werd verteld hoe de oplage er in werkelijkheid voorstond of hoeveel mensen er naar de radio luisterden.
Ook de huidige normbepalende kijkdichtheid van tv-programma’s moet men met een behoorlijke korrel zout nemen. Op basis van een betrekkelijk kleine groep wordt een landelijk beeld geschetst.
Vandaar maar even een te controleren onthulling over deze site. In de tijd dat ik dit stuk schrijf zijn er gemiddeld 200 tot 400 gasten ‘online’. Dat is nog niet veel hoewel het aantal bezoekers langzaam maar zeker toeneemt.
Overigens als men deze ‘views’ extrapoleert naar een jaarcijfer komen we toch nog wel op enkele honderdduizenden ‘unieke’ bezoeken, zij het vaak vrij kort en inherent aan het snelle internetmedium. Soms niet meer dan drie minuten.
Om niet
De ‘om niet’ werkende professionele journalisten voor Rotterdam Vandaag & Morgen - opgericht als (gratis) tegenhanger van de (betaalde) regionale dagbladmonopolist AD Rotterdams Dagblad - voelen zich dan ook helemaal niet beperkt in hun persvrijheid. Integendeel, zij hebben naar mijn weten nog nooit een beroep op de Wob hoeven te doen.
Goede onafhankelijke én kritische journalisten hebben de Wob zelden nodig om informatie boven tafel te krijgen. Zij zijn mans genoeg om onthullingen te doen of scherpe analyses op deze site maken. Volg ons werk wat dat betreft maar eens goed. Kritische reacties (geen bedreigingen of scheldpartijen) zijn zeker welkom en zullen niet van tafel worden geveegd.
In het hol van de leeuw van het kleine wereldje van professionele journalisten heb ik deze week - uiteraard in Amsterdam want dat schijnt het middelpunt van de betweterige journalistiek te zijn - met Rotterdamse nuchterheid gesteld dat de Wob absoluut niet zaligmakend voor het werken van journalisten is. Integendeel, de wet geeft luie en zwakke journalisten een kapstok om hun jas aan op te hangen.
Querulanten
Uit de Persvrijheidmonitor Nederland in 2010 blijkt dat mondjesmaat door journalisten - onder wie enkele querulanten - een beroep op de Wob wordt gedaan om overheidsinformatie te onthullen. Een kritisch punt is overigens wel dat uiteindelijk procedures via de rechter om openbaarheid af te dwingen soms meer dan een jaar kunnen duren. Een ieder is het er eigenlijk mee eens dat dit een stuk korter moet.
Bij een deel van mijn - helaas nogal zelfingenomen - collega’s ging de haren echter overeind staan toen minister Donner aankondigde dat hij niet van plan is de huidige Wob te verruimen maar op sommige punten zelfs te willen aanpassen om het ambtelijk apparaat te ontlasten. Dat heeft soms een dagtaak om de informatie voor de journalisten te verzamelen.
De ambtenaren in Rotterdam hoeven wat dat betreft niet voor ons bang te zijn. Wij stellen altijd doelgerichte vragen waarop helaas soms niet adequate antwoorden volgen. Het zij zo. Maar dan is het aan de journalist om verder zijn taken te doen.
Schot hagel
Donner stoort zich eraan dat journalisten vaak zomaar wat proberen. ,,Ze vuren een schot hagel op de overheid af in de hoop dat een korreltje een primeur oplevert. Dat vind ik geen efficiënte tijdsbesteding voor de overheid.’’
Dat was in Amsterdam tegen het zere been. Wij in Rotterdam menen dat een goedopererende onafhankelijke journalist geen schot hagel nodig heeft in een land waar - gelukkig maar - de persvrijheid hoog in het vaandel staat en er genoeg andere bronnen te vinden zijn die willen tippen.
Laten we ons maar meer druk maken om andere zaken. Bijvoorbeeld dat je in heel veel landen geen of nauwelijks vrijheid van meningsuiting hebt en waar ‘de vaak medecorrupte pers’ heult met de machthebbers.