Anti-monumentale 'Aida' vol contrasten

13 juli 2011 door Ronald Glasbergen
Anti-monumentale 'Aida'  vol contrasten
Regisseur Peter Konwitschny aan het werk - Foto courtesy Opera Antwerpen

Op een uurtje rijden van de Erasmusbrug ligt, aan de negentiende-eeuwse ring-boulevard van Antwerpen, het gebouw van de Vlaamse Opera.Een neo-barokke gevel, met daarachter rijk geornamenteerde spiegelfoyers,die een operazaal vol goud,pluche en hooggestapelde balkons omringen. 

Zonder gene straalt het gebouw de eclectische waarden van de negentiende eeuw uit. Het lijkt een ideale plek voor Guiseppe Verdi. Maar regisseur Konwitschny (1945) zet diens Aida naar zijn eigen hand.

De opera Aida van Giuseppe Verdi (1813-1901) speelt in het Egypte van de farao’s. Het verhaal van Verdi’s opera zit dan ook vol regieaanwijzingen voor rijk aangeklede Egyptische massascènes. Ze vormen de achtergrond voor de tragische driehoeksverhouding tussen legeraanvoerder Radamès (Mikhael Agafonov), de Ethiopische slavin Aida (Michele Capalbo) en de koningsdochter Amneris (Susanna Levonen). Groots en meeslepend, zo wordt Aida vaak geënsceneerd. Dat heeft ook alles te maken met de omstandigheden en tijd waarin de opera tot stand kwam.

Verdi en het Suezkanaal

Verdi kreeg in 1870 de opdracht van de Opera van Cairo een opera te schrijven op basis van een libretto over het Egypte van de oudheid. Een jaar eerder had Verdi een opdracht van de Egyptische onderkoning Ismael Pasha, bij de opening van het Suezkanaal, van de hand gewezen.

Ismael had grote plannen met Egypte en wilde zijn macht uitbreiden naar het zuiden. Met als gevolg: hoge belastingen voor de grotendeels straatarme Egyptenaren, een overbodige oorlog met Ethiopië en uiteindelijk verlies van het Suezkanaal. Intussen ging in 1871 Verdi’s Aida in Cairo met pracht en praal en groot succes in première.

Beeldenstormer

De Duitse regisseur Peter Konwitschny begon ooit in de DDR-tijd bij het beroemde Berliner Ensemble met ensceneringen van Brecht en Müller. In de loop der jaren ontwikkelde hij zich tot operaregisseur met een eigenzinnige en vaak controversiële aanpak. Zijn ensceneringen bleven niet onopgemerkt.

In 2005 ontving hij voor zijn werk de prestigieuze Theaterpreis Berlin. In 2008 werd hij voor Leipzig gevraagd een nieuwe enscenering voor Aida te maken. Daarbij wees hij alle mogelijkheden tot spektakel van de hand, geen grootste Thebaanse triomfpoorten, Sfinxen en olifanten. De essentie is voor Konwitschny, Aida als Kammerspiel. Als intiem drama waarin Radamès, generaal in oorlogstijd, verliefd is op Aida een vrouw uit het land van de vijand.

Verder zijn er de door Radamès versmade koningsdochter Amneris (Susanna Levonen) en de machtsbeluste hogepriester Ramfis (Riccardo Zaneletto). Plus een priesteres (Anneke Luyten), twee koningen en een boodschapper. Een handvol personages en stemmen maken de kern van de opera uit. Meer had Verdi niet nodig en Konwitschny ook niet. Het koor blijft, behalve een enkel kort en goed gekozen moment, onzichtbaar, het speelvlak is wit en uiterst sober.

Speelgoedolifant besmeurd met bloed

Een ondiep, taps toelopend vlak op cinemascope formaat. De breedte dik twee keer de hoogte, zodat elke toespeling naar monumentaliteit geen kans krijgt. Een toneel, dat behalve het korte intermezzo met het koor en in de tragische finale, geen diepte krijgt. Alles is vlak. Intiem kan je het noemen, maar het ook beklemmend, zonder coulissen. Eén deur aan de zijkant is de enige plaats waar de acteurs in en uit kunnen.

Het toneel is hier een afwezige, zichzelf ontkennende ruimte waar het drama heerst. En net als in de bioscoop licht en geluid. Dat laatste in de vorm van de partituur van Verdi, de zangers prachtig begeleidt door het Orkest van de Vlaamse Opera met dirigent Dmitri Jurowski. Gesteund door een handvol rekwisieten - een zitbank, een bebloede pluche speelgoedolifant, een zwaard, wat feestmutsen - daar moeten de zangers het drie uur lang mee doen.

Suspension of disbelieve

De setting van Konwitschny staat qua maat en soberheid in ultiem contrast met de neobarokke ‘bling’ van de uit 1907 stammende Antwerpse opera. Maar het grootste contrast is nog wel om een van de traditioneel meest pompeus uitgevoerde opera’s, het oud Egyptische Aida, tot wit vlak a la Malevitsch te maken. De enscenering van het einde, de slotakte, de dood van de geliefden in de kerkers van farao sluit daar wrang en perfect bij aan, ook het wit van deze sobere schijnwereld moet er dan aan geloven. De achterwand gaat open en achterin het toneel wordt live de Frankrijklei buiten de Opera geprojecteerd: auto’s en straatverlichting.

De ‘suspension of disbelieve’ wordt opgeheven terwijl de opera nog gaande is, alsof Konwitschny tegen het publiek zegt: ,,kijk naar buiten, jullie zijn zelf de erfgenamen van Aida en Radamès’’. En daarmee lijkt hij impliciet commentaar te leveren op Ismail, Verdi en Egypte. Intussen is het resultaat dat de muziek de hoofdrol vervult. En die mag er zijn in deze indrukwekkende en Aida waardige uitvoering.

Gezien 2 juli 2011 bij de Vlaamse Opera, Frankrijklei 3 te Antwerpen. De oorspronkelijke regie van Konwitschny stamt uit 2008. Informatie http://vlaamseopera.be/nl

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.